Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 MAART 1996. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit voor het dienstjaar 1996.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Binnen de grenzen van de in 1996 beschikbare begrotingskredieten kan de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, toelagen toekennen aan natuurlijke of rechtspersonen, voor wetenschappelijke of technische onderzoekingen met landbouwkundige finaliteit.

Art.2. De onderzoeksthema's die als prioritair beschouwd worden voor de toekenning van de toelagen zijn deze die door de Raad van Beheer van het Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw in de zitting van 27 juni 1995 goedgekeurd werden.

Art.3. § 1. De in acht genomen toelageaanvragen zijn deze die ingediend werden bij het Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw, in antwoord op de enquête die door het Instituut op 4 juli 1995 gestart werd.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 kunnen andere toelageaanvragen in aanmerking genomen worden als zij ontwerpen aangaan die, tegelijkertijd :
  - beantwoorden aan dringende onderzoekingsnoden, en
  - beantwoorden aan een uitdrukkelijke vraag van de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft.

Art.4. § 1. Het gemiddelde betoelagingspercentage van het geheel van de betoelaagde projekten mag niet meer bedragen dan 80 %.
  § 2. Een maximum van 50 % van de beschikbare begrotingskredieten kunnen voorbehouden worden voor toelageaanvragen met een betoelagingspercentage van meer dan 80 %.
  § 3. Een betoelagingspercentage van meer dan 80 % mag uitsluitend toegepast worden voor projekten die :
  - ter ondersteuning dienen van een prioritair initiatief van de regering of van de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, of
  - zich inschrijven in het kader van reglementaire schikkingen die genomen of te nemen zijn, of
  - de instelling beogen van normen, of
  - de verbetering van de kwaliteit van de produkten tot doel hebben, of
  - een bijzonder innoverend karakter hebben, of
  - het behoud beogen van de competitiviteit van de ondernemingen, inzonderheid door een vermindering van de kostprijs op het niveau van de land- en tuinbouwuitbatingen.
  § 4. De federale overheid is eigenaar van de onderzoeksresultaten die voortkomen uit projecten die een betoelagingspercentage van meer dan 80 % krijgen.
  § 5. Het betoelagingspercentage van de niet in § 3 bedoelde projekten dient zich tussen de 40 en 80 % te bevinden van de onderzoekingsbegroting.
  § 6. Een medefinanciering is iedere financiering welke niet voortkomt van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, met uitzondering van de variabele kredieten ingeschreven in de akties van de Begrotingsfondsen van dit Ministerie, voor zover het onderzoeksproject kadert in de acties van deze Fondsen.
  § 7. De betoelaging van het wetenschappelijk onderzoek zal het voorwerp uitmaken van een evaluatie, met name voor wat de toepassing van de bepalingen van onderhavig artikel betreft.

Art.5. § 1. Er wordt een voorlopig Beoordelingscomité opgericht dat samengesteld is uit de leden van de Raad van Beheer van het Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw, waarvan de namen volgen :
  - de heer L. Martens, gewoon hoogleraar R.U.G.;
  - de heer A. Masure, studiegelastigde bij de "Alliance agricole belge";
  - de heer E. Persoons, gewoon hoogleraar U.C.L.;
  - de heer A. Thonon, wetenschappelijk adviseur bij de U.P.A.;
  - de heer W. Vandepitte, lid van het Hoofdbestuur van de Belgische Boerenbond;
  - de heer C. Crohain, commissaris van de Regering.
  § 2. Het voorlopig Beoordelingscomité kiest zijn Voorzitter onder zijn leden.

Art.6. De voorstellen voor toekenning van toelagen worden aan de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft door de Directeur-Generaal van Onderzoek en Ontwikkeling voorgelegd, na gunstig advies van het voorlopig Beoordelingscomité.

Art.7. § 1. De Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, kan voorschotten toekennen op de toelagen. Het saldo, hetzij 10 % van de toelage, wordt pas uitbetaald na de verantwoording van het gebruik van het geheel van deze toelagen.
  § 2. In geval van vervroegde stopzetting van een project moet het niet-gebruikte deel van de voorschotten worden teruggestort aan de Schatkist.

Art.8. Het toekennen van een toelage geeft aanleiding tot het opstellen van een overeenkomst tussen de Staat vertegenwoordigd door de Directeur-Generaal van Onderzoek en Ontwikkeling, en de begunstigden.

Art. 9. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 4 maart 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
  K. PINXTEN