28 OKTOBER 1996. - Koninklijk besluit tot omzetting van de verplichtingen die, inzake de vrije mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten, voortvloeien uit de van kracht zijnde richtlijnen van de Commissie van de Europese Gemeenschap.
Art. 1-16
Artikel 1. Artikel 68, 5°, lid 1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wordt vervangen door de volgende bepaling :
"5° Openbare telecommunicatie-infrastructuur : het geheel van verbindingen op basis van draad, radio-elektriciteit, optische seingeving of een ander elektromagnetisch systeem, die het openbaar domein overschrijden en die al dan niet uitsluitend bestemd zijn voor het aanbod van telecommunicatiediensten aan het publiek, met inbegrip van de terbeschikkingstelling van vaste verbindingen".
Art.2. In artikel 68 van dezelfde wet wordt een 18° ingevoegd dat luidt als volgt:
"18° nummeringsruimte : het geheel van nummers, adressen en namen die aangewend worden om operatoren, dienstenleveranciers en eindgebruikers van telecommunicatie en eindapparatuur te identificeren".
Art.3. In artikel 83, 2° van dezelfde wet vervallen de woorden "de telex- en semafoondiensten".
Art.4. Artikel 83, 5° van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art.5. In artikel 88, lid 1 van dezelfde wet wordt na de woorden "een afwijking in uitvoering van artikel 92, § 2" de woorden "of artikel 92bis" toegevoegd.
Art.6. In artikel 89, § 2bis, leden 1, 3, 5 en 6 van dezelfde wet, worden de woorden "mobilofoondienst" en "dienst van mobilofonie" vervangen door de woorden "mobilofoon- en semafoondienst".
Art.7. In artikel 92, § 1, lid 1 van dezelfde wet worden de woorden "een gereserveerde dienst" vervangen door de woorden "de openbare telecommunicatie".
Art.8. Artikel 92, § 2 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid:
"De operatoren van netten voor mobiele en persoonlijke communicatie worden vrijgesteld van de in paragraaf 1 vermelde verplichting. "
Art.9. In dezelfde wet wordt een artikel 92bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Artikel 92bis. Indien dit verenigbaar is met de vrijwaring van de universele dienstverlening en met de verplichtingen inzake tarieven en inzake geografische bedekking die eruit voortvloeien, kan de Koning, in afwijking van artikel 84 van deze wet en onverminderd artikel 92, § 2 van deze wet, bij in Ministerraad overlegd besluit, op advies van het Instituut, de voorwaarden bepalen waaronder de Minister individuele vergunningen kan toekennen om af te wijken van artikel 92, § 1, lid 1. Deze voorwaarden kunnen onder meer betrekking hebben op :
1° de essentiële voorschriften, zoals bepaald in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap inzake de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten;
2° de minimumvoorwaarden van gelijke en regelmatige beschikbaarheid, geografische bedekking, betrouwbaarheid van de dienst, toegang tot de hulpdiensten, voorzieningen voor klanten met speciale noden en facturatie;
3° de voorwaarden betreffende de bescherming van de abonnees;
4° de minimale normen en specificaties van het net;
5° het nummeringsplan;
6° de voorwaarden met betrekking tot de financiële status en technische competentie;
7° de rechten, te betalen aan het Instituut voor het beheer van het dossier en het eventuele gebruik van frequenties.
8° de gebruiksvoorwaarden van het openbaar domein en van de eigendommen.
De individuele vergunning geldt voor onbepaalde duur. Zij kan worden overgedragen, aangepast, geschorst en ingetrokken door de Minister in de vorm en overeenkomstig de voorwaarden door de Koning bepaald bij een in Ministerraad overlegd besluit, op advies van het Instituut.
Ingeval van een radio- of teledistributienet, mogen de langs het net overgebrachte klank- en televisieprogramma's niet worden gehinderd.
In ieder geval zijn de bepalingen van titel III van deze wet van toepassing."
Art.10. Artikel 92, §§ 4 en 5 van dezelfde wet wordt opgeheVen.
Art.11. Artikel 107, § 5 van dezelfde wet, ingevoegd door artikel 12 van de wet van 12 december 1994 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en van de wet van 17 juni 1991 tot organisatie van de openbare kredietsector en van het bezit van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen, wordt opgeheven.
Art.12. In dezelfde wet wordt, na artikel 105, een nieuw hoofdstuk IXbis ingevoegd, dat luidt als volgt : " Hoofdstuk IXbis - Beheer van de nationale nummeringsruimte".
Art.13. In dezelfde wet wordt in hoofdstuk IXbis een artikel 105bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Artikel 105bis. Het Instituut is belast met het beheer van de nationale nummeringsruimte, in het bijzonder de vaststelling en eventuele wijziging van de nationale nummeringsplannen en de allocatie van de nummeringscapaciteit met het oog op voldoende beschikbaarheid ervan. De Koning kan, voor de diensten die hij aanwijst, de principes en de basisstructuur bepalen waarmee het Instituut rekening moet houden bij de vaststelling van de desbetreffende nummeringsplannen.
De allocatie van nummeringscapaciteit door het Instituut gebeurt op objectieve, transparante en niet-discriminerende wijze.
De Koning bepaalt op voorstel van het Instituut, de vorm en de voorwaarden voor toewijzing en intrekking van de nummeringscapaciteit.
De Koning stelt de rechten vast die door de aanvragers van nummeringscapaciteit aan het Instituut moeten betaald worden voor de behandeling van hun dossier.
De Koning stelt eveneens de jaarlijkse rechten vast die door de verkrijgers van nummeringscapaciteit aan het Instituut moeten betaald worden voor het gebruik van de nummeringscapaciteit."
Art.14. Artikel 125 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art.15. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 16. Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ciergnon, 28 oktober 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Telecommunicatie,
E. DI RUPO