4 AUGUSTUS 1996. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen, hun onderdelen en technische eenheden alsook hun veiligheidstoebehoren. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-09-1996 en tekstbijwerking tot 25-08-2015)
Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 1/1 Vlaams Gewest
Art. 2
Art. 2 Vlaams Gewest
Art. 3
Art. 3 Vlaams Gewest
Art. 4
Art. 4 Vlaams Gewest
Art. 5
Art. 5 Vlaams Gewest
Art. 6
Art. 6 Vlaams Gewest
Art. 7
Art. 7 Vlaams Gewest
Art. 8
Art. 8 Vlaams Gewest
Art. 9-10
Bijlage.
Art. N1
1998014319 2000014171 2001014186 2002014009 2003014052 2004014021 2004014117 2005014057 2006014124 2006014190 2007014112 2007014324 2014014235 2015035962
Artikel 1. De EEG-goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen, hun onderdelen en technische eenheden alsook hun veiligheidstoebehoren moet gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen opgesomd in de bijlage bij dit besluit.
Art. 1_VLAAMS_GEWEST. [1 In dit besluit wordt verstaan onder: 1° "Departement": het departement, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie; 2° "minister": de Vlaamse minister, bevoegd voor het verkeersveiligheidsbeleid.]1
----------
(1)<Nieuw art. 1 ingevoegd bij BVR 2015-07-10/11, art. 85, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art. 1/1_VLAAMS_GEWEST. [1 (oud art. 1 wordt nieuw art. 1/1)]1 De EEG-goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen, hun onderdelen en technische eenheden alsook hun veiligheidstoebehoren moet gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen opgesomd in de bijlage bij dit besluit.
----------
(1)<BVR 2015-07-10/11, art. 85, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art.2. Elk verzoek om EEG-goedkeuring moet door de constructeur of zijn gevolmachtigde worden ingediend bij (de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Dienst Voertuigen). <KB 2006-05-18/34, art. 1, 010 ; Inwerkingtreding : 01-06-2006>
Het verzoek om EEG-goedkeuring moet vergezeld gaan van een inlichtingenformulier en een omstandige technische beschrijving van het (de) goed te keuren twee- of driewielig motorvoertuig, onderdeel, technische eenheid of veiligheidstoebehoren.
Deze stukken moeten voldoen aan de bepalingen van de richtlijn(en), voor dewelke de goedkeuring werd aangevraagd, opgesomd in de bijlage bij dit besluit.
Voor eenzelfde type twee- of driewielig motorvoertuig, onderdeel, technische eenheid of veiligheidstoebehoren, mag het verzoek om EEG-goedkeuring slechts in één Lid-Staat worden ingediend.
Art. 2_VLAAMS_GEWEST. Elk verzoek om EEG-goedkeuring moet door de constructeur of zijn gevolmachtigde worden ingediend bij [1 het Departement]1. Het verzoek om EEG-goedkeuring moet vergezeld gaan van een inlichtingenformulier en een omstandige technische beschrijving van het (de) goed te keuren twee- of driewielig motorvoertuig, onderdeel, technische eenheid of veiligheidstoebehoren. Deze stukken moeten voldoen aan de bepalingen van de richtlijn(en), voor dewelke de goedkeuring werd aangevraagd, opgesomd in de bijlage bij dit besluit. Voor eenzelfde type twee- of driewielig motorvoertuig, onderdeel, technische eenheid of veiligheidstoebehoren, mag het verzoek om EEG-goedkeuring slechts in één Lid-Staat worden ingediend.
----------
(1)<BVR 2015-07-10/11, art. 86, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art.3. De verzoeker moet het bewijs leveren dat de eventuele onontbeerlijke proeven, indien niet verricht door terzake bevoegde ambtenaren van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, zullen worden uitgevoerd in door het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur erkende laboratoria.
Art. 3_VLAAMS_GEWEST. [1 De verzoeker moet het bewijs leveren dat de eventuele onontbeerlijke proeven, als ze niet verricht worden door bevoegde personeelsleden van het Departement, zullen worden uitgevoerd in laboratoria die erkend zijn door het Departement.]1
----------
(1)<BVR 2015-07-10/11, art. 87, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art.4. De EEG-goedkeuring wordt verleend of geweigerd door de Minister van Verkeerswezen of zijn gemachtigde naargelang het al dan niet overeenstemmen van het prototype twee- of driewielige motorvoertuig, onderdeel, technische eenheid of veiligheidstoebehoren met de bepalingen van de richtlijn(en) opgesomd in de bijlage bij dit besluit.
Art. 4_VLAAMS_GEWEST. De EEG-goedkeuring wordt verleend of geweigerd door de [1 minister]1 of zijn gemachtigde naargelang het al dan niet overeenstemmen van het prototype twee- of driewielige motorvoertuig, onderdeel, technische eenheid of veiligheidstoebehoren met de bepalingen van de richtlijn(en) opgesomd in de bijlage bij dit besluit.
----------
(1)<BVR 2015-07-10/11, art. 88, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art.5. Elk twee- of driewielig motorvoertuig, al zijn onderdelen of technische eenheden alsook alle veiligheidstoebehoren die het voorwerp hebben uitgemaakt van een EEG-typegoedkeuring, moeten bij ingebruikname in overeenstemming zijn - en blijven - met het goedgekeurde type.
Elke wijziging aan een type van twee- of driewielige motorvoertuig, een onderdeel of technische eenheid ervan alsook een veiligheidstoebehoren, die het voorwerp heeft uitgemaakt van de in artikel 4 bedoelde EEG-goedkeuring, moet aan de Minister van Verkeerswezen of zijn gemachtigde worden betekend. Deze oordeelt of voor deze wijziging een nieuwe EEG-goedkeuring noodzakelijk is.
Art. 5_VLAAMS_GEWEST. Elk twee- of driewielig motorvoertuig, al zijn onderdelen of technische eenheden alsook alle veiligheidstoebehoren die het voorwerp hebben uitgemaakt van een EEG-typegoedkeuring, moeten bij ingebruikname in overeenstemming zijn - en blijven - met het goedgekeurde type. Elke wijziging aan een type van twee- of driewielige motorvoertuig, een onderdeel of technische eenheid ervan alsook een veiligheidstoebehoren, die het voorwerp heeft uitgemaakt van de in artikel 4 bedoelde EEG-goedkeuring, moet aan de [1 minister]1 of zijn gemachtigde worden betekend. Deze oordeelt of voor deze wijziging een nieuwe EEG-goedkeuring noodzakelijk is.
----------
(1)<BVR 2015-07-10/11, art. 88, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art.6. Op verzoek van de Minister van Verkeerswezen of zijn gemachtigde, is de constructeur ertoe gehouden hem de nodige twee- of driewielige motorvoertuigen, onderdelen of technische eenheden ervan alsook het veiligheidstoebehoren, waarvan het prototype voorafgaandelijk werd goedgekeurd, ter beschikking te stellen voor het uitvoeren van gelijkvormigheidsproeven of controles.
Art. 6_VLAAMS_GEWEST. Op verzoek van de [1 minister]1 of zijn gemachtigde, is de constructeur ertoe gehouden hem de nodige twee- of driewielige motorvoertuigen, onderdelen of technische eenheden ervan alsook het veiligheidstoebehoren, waarvan het prototype voorafgaandelijk werd goedgekeurd, ter beschikking te stellen voor het uitvoeren van gelijkvormigheidsproeven of controles.
----------
(1)<BVR 2015-07-10/11, art. 88, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art.7. De in artikel 4 bedoelde EEG-goedkeuring mag door de Minister van Verkeerswezen of zijn gemachtigde worden ingetrokken van zodra een twee- of driewielig motorvoertuig, een onderdeel, een technische eenheid of een veiligheidstoebehoren niet meer in overeenstemming is met het prototype dat het voorwerp uitmaakte van deze EEG-goedkeuring.
Art. 7_VLAAMS_GEWEST. De in artikel 4 bedoelde EEG-goedkeuring mag door de [1 minister]1 of zijn gemachtigde worden ingetrokken van zodra een twee- of driewielig motorvoertuig, een onderdeel, een technische eenheid of een veiligheidstoebehoren niet meer in overeenstemming is met het prototype dat het voorwerp uitmaakte van deze EEG-goedkeuring.
----------
(1)<BVR 2015-07-10/11, art. 88, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art.8. Elke weigering of intrekking van EEG-goedkeuring moet aan de constructeur of zijn gevolmachtigde worden betekend en nauwkeurig gemotiveerd zijn. Binnen acht werkdagen na de datum van de betekening kan de constructeur of zijn gevolmachtigde een verzoek tot herziening richten aan de Minister van Verkeerswezen. Deze laatste moet binnen de maand die volgt op de datum van dit verzoek, terzake uitspraak doen.
Art. 8_VLAAMS_GEWEST. Elke weigering of intrekking van EEG-goedkeuring moet aan de constructeur of zijn gevolmachtigde worden betekend en nauwkeurig gemotiveerd zijn. Binnen acht werkdagen na de datum van de betekening kan de constructeur of zijn gevolmachtigde een verzoek tot herziening richten aan de [1 minister]1. Deze laatste moet binnen de maand die volgt op de datum van dit verzoek, terzake uitspraak doen.
----------
(1)<BVR 2015-07-10/11, art. 88, 015; Inwerkingtreding : 04-09-2015>
Art.9. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de eerste maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.10. Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlage.
Art. N1. Tabel.
Richtlijn Benaming Publikatie- EEG |
nr. blad |
92/61/EEG Richtlijn 92/61/EEG van de Raad van 10.08.92 L225/72 |
30 juni 1992 betreffende de goedkeuring |
van twee- of driewielige motorvoertuigen. |
93/14/EEG Richtlijn 93/14/EEG van de Raad van 15.05.93 L121/1 |
5 april 1993 betreffende de reminrichting |
van twee- of driewielige motorvoertuigen. |
93/29/EEG Richtlijn 93/29/EEG van de Raad van 29.07.93 L188/1 |
14 juni 1993 betreffende de identificatie |
van bedieningsorganen, verklikkerlichten en |
meters van motorvoertuigen op twee of drie |
wielen. |
93/30/EEG Richtlijn 93/30/EEG van de Raad van 29.07.93 L188/11 |
14 juni 1993 betreffende de |
geluidssignaalinrichting van |
motorvoertuigen op twee of drie wielen. |
93/31/EEG Richtlijn 93/31/EEG van de Raad van 29.07.93 L188/19 |
14 juni 1993 betreffende de standaard van |
motorvoertuigen op twee wielen. |
93/32/EEG Richtlijn 93/32/EEG van de Raad van 29.07.93 L188/28 |
14 juni 1993 betreffende het |
beveiligingssysteem voor passagiers van |
motorvoertuigen op twee wielen. |
93/33/EEG Richtlijn 93/33/EEG van de Raad van 29.07.93 L188/32 |
14 juni 1993 betreffende de inrichting ter |
beveiliging tegen het gebruik door |
onbevoegden van motorvoertuigen op twee of |
drie wielen. |
93/34/EEG Richtlijn 93/34/EEG van de Raad van 29.07.93 L188/38 |
14 juni 1993 betreffende de voorgeschreven |
opschriften op twee- of driewielige |
motorvoertuigen. |
93/92/EEG Richtlijn 93/92/EEG van de Raad van 14.12.93 L311/1 |
29 oktober 1993 betreffende de installatie |
van de verlichtings- en |
lichtsignaalinrichtingen op twee- of |
driewielige motorvoertuigen. |
93/93/EEG Richtlijn 93/93/EEG van de Raad van 14.12.93 L311/76 |
29 oktober 1993 betreffende de massa's en |
afmetingen van twee- of driewielige |
motorvoertuigen. |
93/94/EEG Richtlijn 93/94/EEG van de Raad van 14.12.93 L311/83 |
29 oktober 1993 betreffende de plaats voor |
de montage van de achterste kentekenplaat |
van twee- of driewielige motorvoertuigen. |
95/1/EG Richtlijn 95/1/EG van het Europees Parlement 08.03.95 L52/1 |
en de Raad van 2 februari 1995 betreffende |
de door de constructie bepaalde |
maximumsnelheid, het maximumkoppel en het |
netto-maximumvermogen van twee- of |
driewielige motorvoertuigen. |
[97/24/EG Richtlijn 97/24/EG van het Europees 18.08.97 L226] |
Parlement en de Raad van 17 juni 1997 |
betreffende bepaalde onderdelen of |
eigenschappen van motorvoertuigen op |
twee of drie wielen |
<KB 1998-11-08/46, art. 14, 002; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-01-1999> |
[1999/23/EG Richtlijn 1999/23/EG van de Commissie L 104 21.4.1999 |
van 9 april 1999 houdende aanpassing |
aan de vooruitgang van de techniek van |
Richtlijn 93/33/EEG van de Raad |
betreffende de inrichting ter |
beveiliging tegen het gebruik door |
onbevoegden van motorvoertuigen op |
twee of drie wielen. |
1999/24/EG Richtlijn 1999/24EG van de Commissie L 104 21.4.1999 |
van 9 april 1999 houdende aanpassing |
aan de vooruitgang van de techniek van |
Richtlijn 93/32/EEG van de Raad |
betreffende het beveiligingssysteem |
voor passagiers van motorvoertuigen op |
twee of drie wielen. |
1999/25/EG Gelet op de Richtlijn 1999/25/EG van L 104 21.4.1999 |
de Commissie van 9 april 1999 houdende |
aanpassing aan de vooruitgang van de |
techniek van Richtlijn 93/32/EEG van |
de Raad betreffende het |
beveiligingssysteem voor passagiers |
van motorvoertuigen op twee of drie |
wielen. |
1999/26/EG Gelet op de Richtlijn 1999/26/EG van L 118 6.5.1999 |
de Commissie van 20 april 1999 |
houdende aanpassing aan de vooruitgang |
van de techniek van Richtlijn |
93/94/EEG van de Raad betreffende de |
plaats voor de montage van de |
achterste kentekenplaat van |
motorvoertuigen op twee of drie |
wielen. ] |
<KB 2000-06-26/45, art; 1, 003; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-09-2000> |
[2000/7/EG Richtlijn 2000/7/EG van het L 106/1 3.05.2000 |
Europees Parlement en de Raad van |
20 maart 2000 betreffende de |
snelheidsmeter van twee- of |
driewielige motorvoertuigen en |
houdende wijziging van Richtlijn |
92/61/EEG van de Raad betreffende |
de goedkeuring van twee- of |
driewielige motorvoertuigen ] |
<KB 2001-08-10/67, art. 1, 004; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-10-2001> |
[2000/72/EG Richtlijn 2000/72/EG van de Commissie L 300/18 29.11.2000 |
van 22 november 2000 houdende |
aanpassing aan de technische |
vooruitgang van Richtlijn 93/31/EEG |
van de Raad betreffende de standaard |
van motorvoertuigen op twee wielen. |
2000/73/EG Richtlijn 2000/73/EG van de Commissie L 300/20 29.11.2000 |
van 22 november 2000 houdende |
aanpassing aan de technische |
vooruitgang van Richtlijn 93/92/EEG |
van de Raad betreffende de |
installatie van de verlichtings- en |
lichtsignaalinrichtingen op twee- of |
driewielige motorvoertuigen. |
2000/74/EG Richtlijn 2000/74/EG van de Commissie L 300/24 29.11.2000 |
van 22 november 2000 houdende |
aanpassing aan de technische |
vooruitgang van Richtlijn 93/29/EEG |
van de Raad betreffende de |
identificatie van bedieningsorganen, |
verklikkerlichten en meters van |
motorvoertuigen op twee of |
driewielige wielen.] |
<KB 2001-12-21/45, art. 1, 005; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-02-2002> |
[2002/24/EG Richtlijn 2002/24/EG van het Europees L 124 9.05.2002 |
Parlement en de Raad van 18 maart 2002 |
betreffende de goedkeuring van twee- of |
driewielige motorvoertuigen en de |
intrekking van Richtlijn 92/61/EEG van de |
Raad. |
2002/41/EG Richtlijn 2002/41/EG van de Commissie van 17 L 133 18.05.2002 |
mei 2002 tot aanpassing aan de stand der |
techniek van Richtlijn 95/1/EG van het |
Europees Parlement en de Raad betreffende |
de door de constructie bepaalde |
maximumsnelheid, het maximumkoppel en het |
netto-maximumvermogen van twee- of |
driewielige motorvoertuigen. ] |
<KB 2003-02-26/33, art. 1, 006; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-04-2003> |
[2002/51/EG Richtlijn 2002/51/EG van het L 252 20.09.2002 |
Europees Parlement en de Raad |
van 19 juli 2002 betreffende |
de verlaging van het niveau |
van verontreiniging door |
uitlaatgassen van |
motorvoertuigen op twee of |
drie wielen en tot wijziging |
van Richtlijn 97/24/EG ] |
<KB 2003-10-02/45, art. 1, 007; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-03-2004> |
[2003/77/EG Richtlijn 2003/77/EG van de Commissie van L 211 21.08.2003 |
11 augustus 2003 tot wijziging van de |
Richtlijnen 97/24/EG en 2002/24/EG van het |
Europees Parlement en de Raad betreffende |
de goedkeuring van twee- of driewielige |
motorvoertuigen ] |
<KB 2004-05-26/34, art. 1, 008; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-06-2004> |
[Richtlijn Benaming Publicatie- EEG |
nr. blad |
- - - - |
2004/86/EG Richtlijn 2004/86/EG van de Commissie L 236 07.07.2004 |
van 5 juli 2004 tot wijziging, met |
het oog op de aanpassing aan de |
technische vooruitgang, van Richtlijn |
93/93/EEG van de Raad betreffende de |
massa's en afmetingen van twee- of |
driewielige motorvoertuigen. ] |
<KB 2005-02-28/34, art. 1, 009; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-04-2005> |
2005/30/EG Richtlijn 2005/30/EG van de Commissie van L 106 27/04/2005 |
22 april 2005 tot wijziging, met het oog op |
de aanpassing aan de technische vooruitgang, |
van Richtlijnen 97/24/EG en 2002/24/EG van |
Het Europees Parlement en de Raad |
betreffende de goedkeuring van twee- of |
driewielige motorvoertuigen. ] |
<KB 2006-05-18/34, art. 2, 010 ; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-06-2006> |
[2006/27/EG Richtlijn 2006/27/EG van de Commissie van L 66 08.03.2006 |
3 maart 2006 tot wijziging, met het oog op |
aanpassing aan de technische vooruitgang, |
van Richtlijn 93/14/EEG van de Raad |
betreffende de reminrichting van twee- of |
driewielige motorvoertuigen, Richtlijn |
93/34/EEG van de Raad betreffende de |
voorgeschreven opschriften op twee- of |
driewielige motorvoertuigen, Richtlijn |
95/1/EG van het Europees Parlement en de |
Raad betreffende de door de constructie |
bepaalde maximumsnelheid, het |
maximumkoppel en het netto-maximumvermogen |
van twee- of driewielige motorvoertuigen, |
en Richtlijn 97/24/EG van het Europees |
Parlement en de Raad betreffende bepaalde |
onderdelen of eigenschappen van |
motorvoertuigen op twee of drie wielen. ] |
<KB 2006-09-25/33, art. 1, 011; <b> Inwerkingtreding : </b> 01-11-2006> |
Richtlijn Benaming Publikatieblad EEG |
nr. |
- - - |
[2006/72/EG Richtlijn 2006/72/EG van de Commissie van L 227 19.08.2006 |
18 augustus 2006 tot wijziging, met het |
oog op aanpassing aan de technische |
vooruitgang, van Richtlijn 97/24/EG van het |
Europees Parlement en de Raad betreffende |
bepaalde onderdelen of eigenschappen van |
motorvoertuigen op twee of drie wielen. ] |
Richtlijn nr. Benaming Publicatieblad EEG |
- - - |
[2006/120/EG Richtlijn 2006/120/EG van de Commissie L 330 28.11.2006 |
van 27 november 2006 tot rectificatie |
en wijziging van Richtlijn 2005/30/EG |
tot wijziging, met het oog op |
aanpassing aan de technische |
vooruitgang, van de Richtlijnen |
97/24/EG en 2002/24/EG van het |
Europees Parlement en de Raad |
betreffende de goedkeuring van twee- |
of driewielige motorvoertuigen.] |
Richtlijn nr. EG | Benaming | Publicatieblad | |
2013/60/EU | Richtlijn 2013/60/EU van de Commissie van 27 november 2013 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van Richtlijn 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen, Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en Richtlijn 2009/67/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de installatie van de verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen op twee- of driewielige motorvoertuigen. | L 329 | 10/12/2013 |