25 FEBRUARI 1996. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren.
Art. 1-6
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren.
Art.2. Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst, mits ervan kennis wordt gegeven door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf.
Wanneer de werknemer de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de kennisgeving dezelfde dag bij aangetekende brief verzonden.
Art.3. De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst mag vier maanden niet overschrijden.
Art.4. § 1. Mededeling van de aanplakking of van de individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving worden gezonden aan het bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
§ 2. De kennisgeving aan de werklieden en de mededeling aan het bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening moeten de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan en de datum waarop deze schorsing een einde zal nemen.
§ 3. Deze mededeling moet daarenboven vermelden :
1° de economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen;
2° hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 2 januari 1996 en houdt op van kracht te zijn op 1 mei 1996.
Art. 6. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 februari 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET