10 NOVEMBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1992 houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 februari 1992 houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek wordt aangevuld met het volgende lid :
" 3° het onderzoek naar de gezinsbudgetten ".
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
" 3° voor het onderzoek naar de gezinsbudgetten : F 210 ".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 4. Het bedrag van de toelage en de vergoeding wordt berekend door het in artikel 3 bedoelde basisbedrag te vermenigvuldigen met de verhouding tussen de bruto maandwedde vastgesteld in de weddeschaal 20/B van een bestuursassistent die vier jaar graadanciënniteit telt, van de maand die voorafgaat aan de maand waarin het onderzoek wordt uitgevoerd enerzijds, en de bruto maandwedde vastgesteld in de weddeschaal 21/1 van een opsteller die vier jaar graadanciënniteit telt, van de maand maart 1979 anderzijds. "
Art.4. Het koninklijk besluit van 8 juli 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1992 houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek wordt ingetrokken.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995.
Art. 6. Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie,
E. DI RUPO
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY