21 NOVEMBER 1996. - Koninklijk besluit nr. 17 tot wijziging van koninklijk besluit nr. 8 tot vaststelling van de doeleinden, de criteria en de voorwaarden van toegestane verwerkingen van de gegevens bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. Artikel 2, 2° van het Koninklijk besluit nr. 8 van 7 februari 1995 tot vaststelling van de doeleinden, de criteria en de voorwaarden van toegestane verwerkingen van de gegevens bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens wordt gewijzigd als volgt : de verwerking van persoonsgegevens bedoeld in artikel 8, § 1, 1°, 3°, 5°, 6°, 8°, 9°, 10°, 11° en 14° van de wet van 8 december 1992 is toegestaan wanneer de verwerking wordt verricht door een vereniging met rechtspersoonlijkheid of door een instelling van openbaar nut met als hoofdzakelijke statutaire doelstelling de evaluatie, de begeleiding en de behandeling van personen van wie het seksueel gedrag gekwalificeerd kan worden als een misdrijf en die voor de verwezenlijking van die statutaire doelstelling door de bevoegde overheid worden erkend en gesubsidieerd; voor dergelijke verwerkingen, waarvan de bedoeling moet bestaan in de evaluatie, begeleiding en behandeling van de in deze paragraaf bedoelde personen, moet door de Koning, op advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, een specifieke machtiging worden verleend.
§ 2. In artikel 2, 3° van hetzelfde besluit worden de woorden "de verwerking van gegevens bedoeld in artikel 8, § 1, 3°, 6°, 9°, 13° en 14°, van de wet van 8 december 1992" vervangen door de woorden "de verwerking van gegevens bedoeld in artikel 8, § 1, 1° van de wet van 8 december 1992".
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt :
a) in § 1, eerste lid wordt de zinsnede "ten minste een maand voor de verwerking van die gegevens wordt aangevat," vervangen door het woord "vooraf";
b) in dezelfde paragraaf wordt het tweede lid geschrapt.
Art.3. In artikel 4, 1° van hetzelfde besluit vervallen de woorden "van de betrokken persoon alsook".
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 november 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK