19 JUNI 1996. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 20 februari 1975 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 7 van het ministerieel besluit van 20 februari 1975 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 3 december 1993, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 7. Voor het berekenen van het algemene cijfer aan het einde van elk vormingsjaar, worden op de totale cijfers inzake studies, militaire vorming, karakteriële geschiktheid en fysieke geschiktheid respectievelijk de betrekkelijke waardecijfers van dertig, twee, vier en vier toegepast. Evenwel worden tijdens het eerste vormingsjaar, op de beoordeling van de militaire vorming, de betrekkelijke waardecijfers één en één toegepast, respectievelijk tijdens de militaire initiatiefase en het tweede semester; voor de beoordeling van de karakteriële geschiktheid zijn deze betrekkelijke waardecijfers één, één en twee, respectievelijk tijdens de militaire initiatiefase, het eerste semester en het tweede semester.
Bepaald worden op voorstel van de commandant van de Koninklijke Militaire School :
1° de betrekkelijke waardecijfers van de cursussen en cursusgroepen;
2° voor de berekening van het algemene cijfer van het eindwerk, de betrekkelijke waarde van de cijfers die worden toegekend, enerzijds door de directeur en de tweede lezer na de indiening van het eindwerk en anderzijds door de commissie na de voorstelling van het eindwerk;
3° de betrekkelijke waarde van het algemene cijfer van het eindwerk in het totaalcijfer van de studies."
Art.2. Het opschrift van Afdeling 2 van Hoofdstuk II van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 3 december 1993, wordt vervangen door het volgend opschrift :
"Afdeling 2. - De criteria voor het slagen voor een studiejaar."
Art.3. Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 3 december 1993 en 11 augustus 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 8. Om te slagen voor een studiejaar, dient de leerling gelijktijdig aan de volgende voorwaarden te voldoen :
1° een totaal cijfer van ten minste tien op twintig behalen zowel voor militaire vorming als voor karakteriële geschiktheid en voor fysieke geschiktheid;
2° een cijfer van ten minste tien op twintig behalen voor elke curus of cursusgroep en voor het eindwerk."
Art.4. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 3 december 1993 en 11 augustus 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
"De rangschikking bij het einde der studies van de tot onderluitenant benoemde leerlingen wordt opgemaakt aan de hand van de algemene cijfers, die behaald worden :
1° door de officieren-leerlingen van de afdeling alle wapens, aan het einde van het eerste, tweede, derde en vierde studiejaar, waarop respectievelijk de betrekkelijke waardecijfers één, twee, drie en drie worden toegepast;
2° door de officieren-leerlingen van de polytechnische afdeling aan het einde van het eerste, tweede, derde, vierde en vijfde studiejaar, waarop respectievelijk de betrekkelijke waardecijfers één, twee, drie, drie en drie worden toegepast.";
2° in het tweede lid worden de woorden "het proefschrift aan het einde van de studies" en "het proefschrift" vervangen door de woorden "het eindwerk".
Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 16 augustus 1995.
Brussel, 19 juni 1996.
J.-P. PONCELET