Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 MAART 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 februari 1994 betreffende de voortgezette vorming van de lagere officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven, door de beroepsofficieren van de krijgsmacht af te leggen met het oog op de bevordering tot de graad van majoor of tot een gelijkwaardige graad.



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994007034 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 7 februari 1994 betreffende de voortgezette vorming van de lagere officieren van het actief kader van de krijgsmacht en de beroepsproeven, door de beroepsofficieren van de krijgsmacht af te leggen met het oog op de bevordering tot de graad van majoor of tot een gelijkwaardige graad, waarvan de tegenwoordige tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 2. De in § 1 bedoelde bevoegdheden van de commandant van het instituut worden uitgeoefend door de militaire overheid aangewezen door de stafchef van het krijgsmachtdeel wanneer het gaat om een officier-stagiair die een extra muros-vorming volgt. "

Art.2. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° een § 1bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd :
  " § 1bis. De officier-geneesheer, de officier-apotheker, de officiertandarts of de officier-veearts volgt de cursus bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, voor zover hij de volgende voorwaarden vervult :
  1° voor de toelating als kandidaat-officier, na de studie van, naargelang het geval, doctor in de genees-, heel- en verloskunde, apotheker, tandarts of doctor in de veeartsenijkunde, of na de studie van arts, dierenarts of tandarts, met goed gevolg een vorming van universitair of gelijkwaardig onderwijs gevolgd hebben, erkend door de minister of door de militaire overheid die hij aanwijst, en die zich uitstrekt over minstens twee academiejaren;
  2° op de datum van de aanvaarding als officier-stagiair, een functie uitoefenen die verband houdt met de aanvullende vorming bedoeld in onderdeel 1°;
  2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. De volgende officieren mogen aan de stafchef van hun krijgsmachtdeel toestemming vragen om de cursus te volgen bedoeld in § 1, eerste lid, 2° :
  1° de officier die geslaagd is voor een extra muros-vorming;
  2° de officier bedoeld in § 1bis. ".

Art.3. In artikel 30, § 1, van hetzelfde besluit wordt tussen de woorden " ten minste drie " en " leden " het woord " andere " ingevoegd.

Art.4. Opgeheven worden in hetzelfde besluit : 1° het artikel 34;
  2° het artikel 35, § 2, tweede lid;
  3° het artikel 36, § 2, tweede lid.

Art.5. Het volgend opschrift wordt tussen de artikelen 36 en 37 van hetzelfde besluit ingevoegd :
  " Afdeling IV. - De voorwaarden tot slagen in de beroepsproeven ".

Art.6. Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 37. Voor de beroepsproeven is niet geslaagd de kandidaat die minder dan vijftig procent heeft behaald voor elke proef.
  De kandidaat die minder van vijftig procent heeft behaald voor één of meerdere proeven, wordt toegelaten deze proef of proeven een tweede maal af te leggen. ".

Art.7. In artikel 41, § 1, van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste lid en het tweede lid het volgende lid ingevoegd :
  " Voor het verkrijgen van het brevet van ingenieur van het militair materieel kan zich eveneens kandidaat stellen de beroepsofficier van de zeemacht die voldoet aan de voorwaarden gesteld in het eerste lid, 1° en 2°, en die op 30 juni 1995 de in het eerste lid, 3°, bedoelde cursus met goed gevolg gevolgd heeft. ".

Art.8. In bijlage 6 van hetzelfde besluit wordt punt 1. b. vervangen door de volgende tekst :
  " b. Module " Intermachten " U ZG G V O ".

Art.9. In bijlage 7 van hetzelfde besluit wordt punt 1. b. vervangen door de volgende tekst :
  " b. Module " Intermachten " U ZG G V O ".

Art. 10. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 14 maart 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Landsverdediging,
  J.-P. PONCELET