16 JANUARI 1996. - Koninklijk besluit betreffende de omruiling in 1996 van lineaire obligaties tegen andere lineaire obligaties van verschillende lijnen en vervaldagen.
Art. 1-9
1996003001 1996003059 1996003060 1996003112 1996003113 1996003197 1996003243 1996003294 1996003295 1996003355 1996003356 1996003389 1996003390 1996003434 1996003435 1996003499 1996003500 1996003551 1996003552 1996003605 1996003606
Artikel 1. Onze Minister van Financiën is bevoegd om, in 1996 tegen de voorwaarden die hij bepaalt, lineaire obligaties om te ruilen tegen andere lineaire obligaties van verschillende lijnen en vervaldagen.
Art.2. De operatie van omruiling geschiedt op een volstrekt vrijwillige basis.
Art.3. Het door de Belgische Staat niet omgeruilde saldo van de lineaire obligaties waarop de openbare offerte van omruiling betrekking heeft, blijft tot zijn eindvervaldag behouden aan de voorwaarden bepaald in de uitgiftebesluiten van deze lineaire obligaties.
Art.4. De Minister van Financiën bepaalt de kalender van de aanbestedingen waarin de datum van aanbesteding van de omruilingsofferte en de hieraan verbonden valutadatum van omruiling inbegrepen is.
Hij behoudt zich het recht voor om tot en met de dag van de aanbesteding zelf geheel of gedeeltelijk aan de aangekondigde aanbesteding te verzaken.
Niettegenstaande de offerteaanvraag, behoudt de Minister zich eveneens het recht voor om slechts een proportioneel gedeelte van de neergelegde offertes te aanvaarden.
Art.5. Het totale bedrag aan offertes, ingediend door een kandidaat aan de omruiling van de af te stane lineaire obligaties dient uiterlijk de werkdag voor de vereffening van de omruiling bij de clearing ingeschreven te zijn.
Art.6. De interesten prorata temporis op de ingeschreven lineaire obligaties worden aan de Staat betaald volgens de gebruikelijke procedure van betaling voor de lineaire obligaties.
De intekenaar betaalt dus aan de Staat de opgelopen bruto interesten vanaf de aanvangsdatum van de op valutadatum van de omruiling lopende renteperiode tot de valutadatum van de omruiling op basis van eenvormig dertig dagen tellende maanden.
Art.7. De storting ten voordele van de Schatkist gebeurt bij de Nationale Bank van België op de voorziene omruilingsdatum via het verrekenstelsel van effecten (clearing).
Iedere laattijdige storting van de verschuldigde interesten aan de Staat wordt vermeerderd met een vergoeding berekend tegen de rentevoet van de betreffende lineaire obligatie vermeerderd met 1/2 % per jaar op basis van het juiste aantal achterstallige dagen vanaf de omruilingsdatum voorzien in de kalender van de aanbestedingen.
De deelnemer aan de aanbesteding die langer dan veertien dagen wacht om de betaling van de verschuldigde interesten aan de Staat uit te voeren, wordt ontzet uit zijn rechten en is een vergoeding van veertien dagen verschuldigd berekend tegen de rentevoet van de betreffende lineaire obligatie vermeerderd met 1/2 % 's jaars op het verschuldigde bedrag. In dit geval zal de omruiling als nietig beschouwd worden.
De verschuldigde vergoeding aan de Schatkist wordt niet betaald via het effectenclearingstelsel van de Nationale Bank van België; zij moet rechtstreeks gestort worden op de rekening 100-2250000-22 van de Dienst van de Rijkskassier, bij de Nationale Bank van België te Brussel, met de vermelding: " Aanbesteding van omruiling - nalatigheidsinteresten - Art. 06.01.10-48.1.2. ".
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 16 januari 1996.
Art. 9. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 januari 1996.
ALBERT
Van Koningswege:
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT