11 DECEMBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging, op het stuk van de roerende voorheffing, van het KB/WIB 92 en van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 over de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten.
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 107, § 2, van het KB/WIB 92, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 mei 1994, wordt aangevuld met een 11° luidend als volgt :
" 11° niet in 9° bedoelde inkomsten van niet door effecten aan toonder vertegenwoordigde leningen aan de Schatkist, verleend of toegekend aan de Gemeenschappen, de Gewesten, de Gemeenschapscommissies, de Provincies, de Gemeenten en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn alsmede aan openbare instellingen of de instellingen van openbaar nut of aan instellingen die afhangen van of gesubsidieerd worden door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschapscommissies en die, voor de toepassing van de Verordening nr. 3605/93 van de Europese Gemeenschap van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, deel uitmaken van de sector van de overheidsadministraties in de zin van het geïntegreerd Europees Stelsel van Economische Rekeningen (ESER). ".
Art.2. Artikel 117, § 1, 1°, a, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden " en 11° ".
Art.3. In artikel 2, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 over de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, worden de woorden " niet onder § 1, 3°, bedoelde " vervangen door de woorden " niet onder § 1, 1° tot 3°, bedoelde ".
Art.4. Artikel 4, eerste lid, 10°, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 15 december 1995, wordt als volgt vervangen :
" 10° uitsluitend wat de inkomsten van de effecten van de overheidsschuld van de Staat en de inkomsten van de effecten van de schuld van de Gemeenschappen en Gewesten bedoeld in artikel 2, § 1, 1° en 2°, betreft, de Gemeenschappen, de Gewesten, de Gemeenschapscommissies, de Provincies, de Gemeenten en de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn alsmede de openbare instellingen of de instellingen van openbaar nut of de instellingen andere dan die bedoeld in 3°, die afhangen van of gesubsidieerd worden door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschapscommissies en die, voor de toepassing van de Verordening nr. 3605/93 van de Europese Gemeenschap van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, deel uitmaken van de sector van de overheidsadministraties in de zin van het geïntegreerd Europees Stelsel van Economische Rekeningen (ESER). ".
Art.5. In artikel 6 van hetzelfde besluit waarvan de tegenwoordige tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 ingevoegd luidend als volgt :
" § 2. De rekeninghouders sturen, ten laatste op 15 januari van ieder jaar, naar de beheerder een nominatieve opgave van alle in artikel 4, eerste lid, 3° en 10°, bedoelde personen die, op 31 december van het voorgaande jaar, houders zijn van een effectenrekening bij een vereffeningsstelsel alsmede, voor ieder van hen, van het nominaal bedrag van de in het voormelde artikel 4, 10°, bedoelde roerende waarden die zij op die rekening aanhouden. ".
Art.6. Dit besluit is van toepassing :
1° wat betreft de artikelen 1, 2 en 4 : op de inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld met ingang van de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt;
2° wat betreft de artikelen 3 en 5 : met ingang van de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 december 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT