10 NOVEMBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 39quater, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) de woorden "onder de door de Koning bepaalde beperkingen en voorwaarden" worden geschrapt;
B) wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt :
"De Koning bepaalt de beperkingen en de voorwaarden voor de toepassing van deze vrijstelling en kan daarbij afwijken van de artikelen 17, 22, 24 en 25septies.".
Art.2. In artikel 40 van hetzelfde wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992 en bij het koninklijk besluit van 22 december 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 2. Van de belasting zijn eveneens vrijgesteld :
1° de levering en de verwerving van goederen die vanaf het binnenkomen in de Gemeenschap werden geplaatst onder één van de in artikel 23, §§ 4 en 5, bedoelde regelingen, met handhaving van één van die regelingen;
2° de diensten, andere dan die welke zijn vrijgesteld bij toepassing van de artikelen 41 en 42, met betrekking tot goederen die vanaf het binnenkomen in de Gemeenschap werden geplaatst onder één van de in artikel 23, §§ 4 en 5, bedoelde regelingen.";
B) § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 3. De Koning bepaalt de voorwaarden die voor het verkrijgen van de in §§ 1 en 2 bedoelde vrijstellingen moeten worden nageleefd en kan daarbij afwijken van artikel 21. Voor de invoeren bedoeld in § 1, 1°, b, en 2°, kan Hij de vrijstelling beperken of, ter voorkoming van concurrentieverstoring, bepalen dat zij geen toepassing vindt.".
Art.3. In artikel 41 van hetzelfde wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992 en bij het koninklijk besluit van 22 december 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) in § 1, 2°, worden de woorden "overeenkomstig artikel 34 bij invoer is opgenomen in de maatstaf van heffing" vervangen door de woorden "opgenomen is in de maatstaf van heffing bij invoer";
B) in § 2, eerste lid, worden de woorden "artikelen 39, 40, 41 en 42" vervangen door de woorden "artikelen 39, 39quater, 40, 41 en 42".
Art.4. Artikel 77, § 1bis, 5° en 6°, van hetzelfde wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 december 1992, worden vervangen door de volgende bepalingen :
"5° wanneer het goed, alvorens het toezicht van de douane te hebben verlaten, als gevolg van overmacht of van ongeval is vernietigd, en volgens de douanereglementering teruggaaf van invoerrechten kan worden verleend, of zou kunnen worden verleend indien het goed aan invoerrechten onderworpen zou zijn geweest;";
"6° wanneer het goed, na ten verbruik te zijn aangegeven, wordt geplaatst onder één van de regelingen bedoeld in artikel 23, §§ 4 en 5, en volgens de douanereglementering teruggaaf van invoerrechten kan worden verleend, of zou kunnen worden verleend indien het goed aan invoerrechten onderworpen zou zijn geweest;".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Art. 6. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel,
Ph. MAYSTADT