27 SEPTEMBER 1996. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 27 september 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie.
Art. 1-6
Artikel 1. § 1. Voor elke plaats waar zij minerale oliën voorhanden hebben die belastbaar zijn krachtens artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 27 september 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, moeten de fabrikanten, de grossiers, de halfgrossiers en de depothouders respectievelijk ten laatste op 8 oktober 1996 voor de belasting van de voorraden op 7 oktober 1996 en ten laatste op 31 december 1996 voor de belasting van de voorraden op 30 december 1996, een gedateerde en ondertekende voorraadaangifte in tweevoud opmaken waarop per soort de hoeveelheden minerale olie zijn vermeld bedoeld bij artikel 2, § 1 van voornoemd besluit, die hier te lande in verbruik werden gesteld :
1° die zij voorhanden hadden op respectievelijk 7 oktober 1996 te 0 uur voor de belasting van de voorraden op die datum en op 30 december 1996 te 0 uur voor de belasting van de voorraden op deze datum;
2° die hun werden toegezonden vóór respectievelijk 7 oktober 1996 of 30 december 1996 maar pas tussen één van deze data en het tijdstip van indienen van de overeenkomstige voorraadaangifte zijn toegekomen;
3° die zij op respectievelijk 7 oktober 1996 of 30 december 1996 te 0 uur voorhanden hebben in de belastingentrepots en in de douane-entrepots en die het saldo van het in die inrichting te houden magazijnregister overtreffen;
4° die zij op het tijdstip van indienen van de overeenkomstige voorraadaangifte voorhanden hebben onder een stelsel van vrijstelling van accijns.
§ 2. Geen voorraadaangifte hoeft te worden gedaan wanneer voor elke soort belastbare minerale olie, het totaal van de in § 1, 1° tot 3° bedoelde hoeveelheden minerale olie, per soort olie, 1 000 liter niet overtreft.
§ 3. De bij § 1, 4° bedoelde hoeveelheden moeten worden opgegeven met verwijzing naar de voor die hoeveelheden uitgereikte of opgemaakte douane- of accijnsdocumenten.
§ 4. Voor de toepassing van § 1, 3°, wordt onder saldo verstaan :
1° in belastingentrepots : het verschil tussen het totaal van de aanschrijvingen en het totaal van de afschrijvingen sedert de vorige opneming;
2° in douane-entrepots : het verschil tussen, enerzijds, het totaal van de aanschrijvingen vermeerderd met de sedert de vorige opneming toegestane vermindering en, anderzijds, het totaal van de afschrijvingen.
§ 5. De in de voorraadaangifte te vermelden hoeveelheden moeten in principe worden opgegeven bij de temperatuur van 15 °C. Indien aan deze eis niet kan worden voldaan mogen de hoeveelheden worden opgegeven bij omgevingstemperatuur met vermelding ervan.
Art.2. § 1. Een exemplaar van de voorraadaangifte moet uiterlijk op 22 oktober 1996 en op 15 januari 1997 in het bezit zijn van de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen over het gebied van de inrichting. Het tweede exemplaar van deze aangifte moet ter beschikking zijn van de accijnsambtenaren op de plaats waar de belastbare minerale olie voorhanden is.
De aangevers schrijven op het tweede exemplaar, in voorkomend geval, de hier te lande in verbruik gestelde hoeveelheden minerale olie bij die :
1° hun werden toegezonden vóór respectievelijk 7 oktober 1996 voor de belasting van de voorraden op die datum of vóór 30 december 1996 voor de belasting van de voorraden op deze laatste datum doch die pas na het indienen van hun aangifte zijn toegekomen ;
2° pas na het indienen van hun respectievelijke aangifte en met inachtneming van het bepaalde in artikel 1, § 3 :
a) onder een stelsel van vrijstelling van accijns zijn gebracht en in de inrichting voorhanden zijn;
b) uit de inrichting zijn weggenomen na in de aangifte te zijn opgenomen overeenkomstig artikel 1, § 1, 4°, of letter a) hiervoor.
§ 2. De vrijstelling van 1 000 liter voorzien in artikel 4 van het voormeld koninklijk besluit wordt gegund voor elke plaats waar belastbare minerale olie voorhanden is.
Art.3. Wie overeenkomstig artikel 1 een voorraadaangifte heeft ingediend moet :
1° bij die aangifte een opgave voegen van de personen of de firma's met uitzondering van de kleinhandelaars - aan wie zij sinds respectievelijk 1 september 1996 of 1 december 1996, meer dan 10 000 liter belastbare motorbrandstof hebben geleverd, die het voorwerp waren van een inverbruikstelling hier te lande. Die opgave vermeldt de naam en het adres van bedoelde personen of firma's en de hun geleverde hoeveelheden. In voorkomend geval wordt een nihil-opgave opgemaakt;
2° desgevraagd alle documenten, bescheiden en andere stukken overleggen waaruit de juistheid van die aangifte en van vorenbedoelde opgave kan blijken.
Art.4. De accijnsambtenaren begeven zich naar de in artikel 1 bedoelde personen voor de opneming van de voorraden belastbare minerale oliën.
Art.5. De bij toepassing van dit besluit verschuldigde sommen moeten worden voldaan op het kantoor der accijnzen waar de respectievelijke voorraadaangiften werden ingediend, uiterlijk op 26 december 1996 voor de voorraden belastbaar op 7 oktober 1996 en op 27 februari 1997 voor de voorraden belastbaar op 30 december 1996.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 7 oktober 1996.
Brussel, 27 september 1996.
Ph. MAYSTADT