1 JULI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 299bis en 299ter, § 6, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 1-24
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 299bis en 299ter, § 6, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, vervangen door het koninklijk besluit van 19 maart 1990, wordt door het volgende opschrift vervangen :
"Koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 400 tot 404 en van artikel 408, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders".
Art.2. In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 december 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin worden de woorden "299bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen" vervangen door de woorden "400 tot 404 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992";
2° in 2°, f), worden in de Franse tekst de woorden "à l'intérieur" vervangen door de woorden "à l'extérieur".
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 december 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 1°, worden de woorden "de Europese Gemeenschappen", "de Gemeenschappen" en "die gemeenschappen" respectievelijk vervangen door "de Europese Unie", "de Unie" en "die Unie";
2° § 1, 3°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"3° - ofwel, in België een inschrijvingsnummer inzake de belasting over de toegevoegde waarde bekomen hebben dat de letters BE bevat;
- ofwel, voor een in artikel 8, § 2, tweede lid, vermelde aanvrager die in België geen inschrijvingsnummer inzake de belasting over de toegevoegde waarde bekomen heeft dat de letters BE bevat, beschikken over een inschrijvingsnummer inzake de belasting over de toegevoegde waarde met de letters van de Lid-Staat van de Europese Unie waar zijn woonplaats, zijn maatschappelijke zetel, zijn voornaamste inrichting of zijn zetel van bestuur of beheer is gevestigd;";
3° in § 1, 7°, worden in de Nederlandse tekst de woorden "de beheerders" vervangen door de woorden "de bestuurders";
4° in § 1, 11°, worden in de Nederlandse tekst de woorden "Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid" vervangen door de woorden "Rijksdienst voor Sociale Zekerheid";
5° een § 4 wordt toegevoegd, luidend als volgt :
"§ 4. De in artikel 8, § 2, tweede lid, vermelde aanvrager die over geen Belgische inrichting in de zin van de leden 3 tot 5 van dezelfde paragraaf beschikt, moet in België woonplaats kiezen.".
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 december 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het 8°, ingetrokken door het koninklijk besluit van 12 december 1991, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
"8° wanneer de in artikel 8, § 2, tweede lid, vermelde aannemer nalaat, binnen de vastgestelde termijn, aan de commissie nieuwe attesten voor te leggen als vermeld in artikel 10, § 2, tweede lid;";
2° in 9°, worden de woorden "299ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen" vervangen door de woorden "405 tot 408 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992";
3° een 10° wordt toegevoegd, luidend als volgt :
"10° wanneer de in artikel 8, § 2, tweede lid, vermelde aannemer binnen twaalf maanden vanaf zijn registratie geen inschrijvingsnummer inzake de belasting over de toegevoegde waarde bekomen heeft dat de letters BE bevat, behalve indien de betrokkene, op verzoek van de registratiecommissie, bevestigt dat hij in België in werkelijkheid uitsluitend een in artikel 1, 5°, vermelde werkzaamheid verricht.".
Art.5. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 3, luidend als volgt :
"§ 3. Onverminderd artikel 13, § 6, wordt de registratie geschrapt van een in artikel 8, § 2, tweede lid, vermelde aannemer wanneer de betrokkene een inschrijvingsnummer inzake de belasting over de toegevoegde waarde bekomt dat de letters BE bevat.".
Art.6. Artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"§ 2. De aanvraag tot registratie wordt, bij een ter post aangetekend schrijven, gericht tot de voorzitter van de commissie van het gebied waar de aanvrager :
- zijn woonplaats heeft, wanneer het een natuurlijk persoon betreft;
- zijn maatschappelijke zetel heeft, wanneer het een rechtspersoon betreft;
- zijn voornaamste inrichting heeft, wanneer het een tijdelijke vereniging betreft.
Als de aanvrager zijn woonplaats, zijn maatschappelijke zetel of zijn voornaamste inrichting niet in België heeft, dan dient zijn aanvraag, bij een ter post aangetekend schrijven, te worden ingediend :
- hetzij bij de commissie van het gebied waar zijn voornaamste Belgische inrichting gelegen is;
- hetzij, bij gebrek aan een Belgische inrichting, bij de commissie van het gebied waar hij overeenkomstig artikel 2, § 4, woonplaats heeft gekozen.
Als Belgische inrichting wordt beschouwd elke vaste inrichting met behulp waarvan de beroepswerkzaamheden van een buitenlandse onderneming geheel of gedeeltelijk in België worden uitgeoefend.
Een vaste inrichting vormt in het bijzonder :
1° een plaats waar leiding wordt gegeven;
2° een filiaal;
3° een kantoor;
4° een fabriek;
5° een werkplaats;
6° een agentuur;
7° een mijn, een steengroeve of enige andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;
8° een bouw- of constructiewerk ongeacht de duur van de werkzaamheden;
9° een opslagplaats;
10° een goederenvoorraad.
Een Belgische inrichting is eveneens de vertegenwoordiger, niet zijnde een onafhankelijke tussenhandelaar optredend in het normale kader van zijn activiteit, die in België werkzaam is voor een niet-inwoner zelfs wanneer de vertegenwoordiger geen machtiging bezit om namens die niet-inwoner overeenkomsten te sluiten.".
Art.7. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 20 juli 1989 en 12 december 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1, 1°, b), wordt door de volgende bepaling vervangen :
"b) een uittreksel uit het strafregister of, bij ontstentenis, een gelijkwaardig document afgeleverd door een gerechtelijke of overheidsinstantie van de Lid-Staat waar de aanvrager gevestigd is en waaruit blijkt dat hij niet, bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast;";
2° in § 1, 2°, c), worden in de Nederlandse tekst de woorden "de beheerders" vervangen door de woorden "de bestuurders";
3° § 1, 2°, d), wordt door de volgende bepaling vervangen :
"d) voor de ten name van de in litt. c vermelde personen een uittreksel uit het strafregister of, bij ontstentenis, een gelijkwaardig document afgeleverd door een gerechtelijke of overheidsinstantie van de Staat waar die personen gevestigd zijn en waaruit blijkt dat zij niet, bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, veroordeeld zijn geweest voor een misdrijf dat hun professionele integriteit aantast;";
4° § 1, 3°, wordt aangevuld als volgt :
"- voor Oostenrijk het "Firmenbuch";
- voor Finland het "Trade-Register";
- voor Zweden het "Handelsregister", "Aktiebolagsregister" en "Föreningsregister";
5° in § 1, 4°, a), eerste streepje, worden in de Nederlandse tekst de woorden "De Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid" vervangen door de woorden "De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid";
6° § 1, 4°, a), wordt aangevuld als volgt :
"- voor Oostenrijk het "Hauptverband der \sterreichischen Sozialversicherungstrager";
- voor Finland het "El keturvakeskus";
- voor Zweden het "Skatteförvaltningen";
7° § 1 wordt met een 7° aangevuld, luidend als volgt :
"7° door de in artikel 8, § 2, tweede lid, vermelde aanvrager die in België geen inschrijvingsnummer inzake de belasting over de toegevoegde waarde bekomen heeft dat de letters BE bevat : een attest afgeleverd door de fiscale administratie van de Lid-Staat waar hij is gevestigd, waaruit blijkt dat hij de hoedanigheid van belastingplichtige inzake de belasting over de toegevoegde waarde bezit en waarop zijn inschrijvingsnummer inzake die belasting voorkomt.";
8° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid :
"Wanneer een van de in het eerste lid, 1°, b), of 2°, d), vermelde documenten niet wordt uitgereikt in de betrokken Lid-Staat of Staat, kan het worden vervangen door een verklaring onder eed of een plechtige verklaring van de betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van die Lid-Staat of Staat.";
9° § 2 wordt aangevuld met het volgende lid :
"De registratiecommissie kan de in artikel 8, § 2, tweede lid, vermelde aannemer die de registratie heeft bekomen, tevens vragen, binnen de hem toegekende termijn, nieuwe attesten voor te leggen als vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 5°. De registratiecommissie mag echter ten hoogste om de drie maanden nieuwe attesten vragen.".
Art.8. In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 december 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 1. Iedere geregistreerde aannemer is verplicht de registratiecommissie van het gebied waar, al naargelang het geval, zijn woonplaats, zijn maatschappelijke zetel, zijn voornaamste inrichting, of zijn voornaamste Belgische inrichting gelegen is, of waar hij overeenkomstig artikel 2, § 4, woonplaats heeft gekozen, binnen vijftien dagen in te lichten :
1° - wanneer hij die woonplaats, maatschappelijke zetel, voornaamste inrichting of voornaamste Belgische inrichting verplaatst of wanneer het adres van zijn in België gekozen woonplaats wijzigt;
- wanneer hij een wijziging aanbrengt in de benaming waaronder hij zijn werkzaamheid verricht;
- of wanneer hij die werkzaamheid stopzet;
2° ingeval het om een rechtspersoon gaat, wanneer de werkelijke bestuursbevoegdheid van de onderneming in andere handen is overgegaan.";
2° een § 6 en een § 7 worden toegevoegd, luidend als volgt :
"§ 6. De in artikel 8, § 2, tweede lid, vermelde geregistreerde aannemer moet binnen vijftien dagen de bevoegde registratiecommissie inlichten wanneer hij een inschrijvingsnummer inzake de belasting over de toegevoegde waarde bekomt dat de letters BE bevat. Die kennisgeving geldt als nieuwe aanvraag tot registratie overeenkomstig artikel 8. In afwachting van de nieuwe beslissing van de commissie blijft de oorspronkelijke registratie van kracht.
§ 7. Wanneer een geregistreerde aannemer zijn eenmanszaak omvormt tot een vennootschap waarin hij de enige vennoot is, moet die vennootschap binnen vijftien dagen nadat de oprichtingsakte van de vennootschap is verleden, de bevoegde registratiecommissie inlichten. Die kennisgeving geldt als een nieuwe aanvraag tot registratie overeenkomstig artikel 8. In afwachting van een beslissing van de commissie wordt de oorspronkelijke registratie geacht geldig te blijven ten name van de vennootschap.".
Art.9. Het opschrift van afdeling 4, eerste onderafdeling, van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift :
"Eerste onderafdeling. - Opdracht, territoriale bevoegdheid en samenstelling van de registratiecommissie".
Art.10. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Art. 14. § 1. Per provincie wordt een registratiecommissie opgericht ten einde de in § 2 vermelde opdracht te vervullen ten overstaan van de aannemers die overeenkomstig het in artikel 8 vermelde onderscheid in die provincie zijn gevestigd of daar hun woonplaats hebben gekozen.
Ten overstaan van de aannemers die overeenkomstig het in artikel 8 vermelde onderscheid in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest zijn gevestigd of daar hun woonplaats hebben gekozen, wordt die opdracht vervuld door :
- de voor de provincie Vlaams-Brabant bevoegde commissie voor de aanvragen of mededelingen in het Nederlands;
- de voor de provincie Waals-Brabant bevoegde commissie voor de aanvragen of mededelingen in het Frans.
De voor de provincie Luik bevoegde commissie beslist in de taal van het dossier over de aanvragen of mededelingen in het Duits.
§ 2. De registratiecommissie heeft als opdracht te beslissen over de overeenkomstig artikel 8 ingediende aanvragen.
Zij is bevoegd voor de schrapping van de registratie als vermeld in de artikelen 6 en 7.
Zij is eveneens bevoegd de voorheen toegekende registratie te verbeteren aan de hand van de in artikel 13 vermelde mededelingen die niet met een aanvraag tot registratie worden gelijkgesteld of die geen aanleiding geven tot schrapping van de registratie als aannemer.".
Art.11. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de woorden "Ministerie van Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu".
Art.12. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de woorden "de Minister van Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "de Minister van Sociale Zaken";
2° § 3 wordt opgeheven;
3° § 5 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 5. De leden en de plaatsvervangende leden van de registratiecommissies en de ambtenaren die het secretariaat ervan verzorgen, zijn verplicht tot de meest volstrekte geheimhouding aangaande alle zaken waarvan ze wegens de uitvoering van hun opdracht kennis hebben.
In afwijking van het eerste lid zijn de ambtenaren-leden en de ambtenaren die het secretariaat verzorgen, evenwel gemachtigd aan de ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, van het Ministerie van Financiën of van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid de inlichtingen mede te delen die zij nodig hebben om de hen opgedragen uitvoering van wettelijke en reglementaire bepalingen te verzekeren.
De artikelen 66, 67 en 458 van het Strafwetboek zijn van toepassing op de schending van het geheim.";
4° een § 7 wordt toegevoegd, luidend als volgt :
"§ 7. De werkingskosten van de registratiecommissies zijn ten laste van de begroting van het Ministerie van Financiën.
De gerechtskosten inzake betwistingen waarin de registratiecommissie betrokken is, zijn ten laste van de begroting van het departement waarvan de voorzitter afhangt.".
Art.13. Het opschrift van afdeling 4, onderafdeling 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
"of over de mededeling door een geregistreerde aannemer".
Art.14. Artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
"De registratiecommissie neemt tevens kennis van de in artikel 13 vermelde mededelingen vanwege een geregistreerde aannemer die niet met een aanvraag tot registratie worden gelijkgesteld of die geen aanleiding geven tot schrapping van de registratie als aannemer. Zij brengt aan de voorheen toegekende registratie de nodige verbeteringen aan.".
Art.15. Artikel 18, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"De beslissing tot schrapping van een voorheen door haar of door of vanwege de Directeur-generaal van de directe belastingen verleende registratie wordt door de registratiecommissie genomen :
- ofwel, ingevolge een gemotiveerd verzoekschrift ingediend door of vanwege een van de in artikel 16 genoemde ministers of door of vanwege een van de in de commissie vertegenwoordigde organisaties;
- ofwel, ingevolge de in artikel 13, § 1, 1°, laatste streepje, of § 4, of § 5, tweede lid, of §§ 6 of 7 vermelde kennisgeving;
- ofwel bij het verstrijken van de in artikel 6, 10°, vermelde termijn van twaalf maanden.".
Art.16. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid :
"Evenwel wordt van de in artikel 17, § 1, tweede lid vermelde verbeteringen bij gewone brief kennis gegeven aan de betrokkene.";
2° in § 2 worden de woorden "Na die kennisgeving" vervangen door de woorden "Na de in § 1, eerste lid, vermelde kennisgeving";
3° in § 3, eerste lid, worden de woorden "in § 1 bedoelde kennisgeving" en "Minister van Sociale Voorzorg" respectievelijk vervangen door "in § 1, eerste lid, vermelde kennisgeving" en "Minister van Sociale Zaken";
4° in § 3, tweede lid, worden de woorden "in § 1 bedoelde kennisgeving" vervangen door "in § 1, eerste lid, vermelde kennisgeving".
Art.17. In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1, 2° wordt vervangen door de volgende bepaling :
"2° de beslissingen tot registratie of tot schrapping waarvan kennis is gegeven op de in artikel 19, § 1, vermelde wijze, met uitzondering van hun motivering;";
2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 2. De schrapping van een voorheen verleende registratie heeft tegenover derden slechts uitwerking met ingang van de tiende dag van de eerste maand volgend op de bekendmaking ervan.".
Art.18. Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
"De in het eerste lid vermelde lijsten houden rekening met de in de artikelen 14, § 2, derde lid, en 17, § 1, tweede lid, vermelde verbeteringen.".
Art.19. In artikel 22, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Art. 299bis, WIB" en de woorden "299bis, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen" respectievelijk vervangen door de woorden "Art. 402, WIB 92" en de woorden "402 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992".
Art.20. In artikel 23, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "299bis, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen" vervangen door de woorden "403 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992".
Art.21. In artikel 25, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "299bis, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen" en "tweede lid" respectievelijk vervangen door de woorden "403 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992" en "derde lid".
Art.22. In artikel 31 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 maart 1990, worden de woorden "299bis, § 6, 2°, en 299ter, § 6, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen" vervangen door de woorden "404, § 1, 2°, en 408, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992".
Art.23. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 1996.
Art. 24. Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juli 1996.
ALBERTVan Koningswege :
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN