7 MEI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 over de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten.
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 26 mei 1994, worden de woorden "of van totaalcertificaten, zoals door de Koning gedefinieerd met het oog op een erkenning krachtens artikel 15 van de wet" vervangen door de woorden "of van verzameleffecten aan toonder naar Belgisch of buitenlands recht".
Art.2. In artikel 3, lid 3, van hetzelfde besluit, worden de woorden "of van totaalcertificaten" vervangen door de woorden "of van verzameleffecten aan toonder naar Belgisch of buitenlands recht".
Art.3. In artikel 3bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 23 januari 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°) in de inleidende zin worden de woorden "uitgedrukt in vreemde valuta" geschrapt;
2°) in littera 1° worden de woorden "indien het effecten betreft, bedoeld in artikel 2, § 3, 1° en § 4" geschrapt.
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3quater ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 3quater. Bij toepassing van artikel 6bis, dient elke transactie, bedoed in artikel 3, lid 1, 2° van de wet, te worden verricht door bemiddeling van een in België gevestigde instelling die rekeningen bijhoudt, deze stort dezelfde dag, aan de beheerder, de roerende voorheffing verschuldig overeenkomstig artikel 5, 1° van de wet.".
Art.5. Artikel 6bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 23 januari 1995, wordt vervangen als volgt :
"Art. 6bis. De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op de instellingen vermeld in artikel 1, § 2, b en c, van het koninklijk besluit van 14 juni 1994 tot vaststelling van de regels van toepassing op het aanhouden op rekening van gedematerialiseerde effecten uitgedrukt in vreemde munten of in redeneenheden andere dan ecu, die optreden in de hoedanigheid van deelnemer aan een vereffeningsstelsel evenals hun onderdeelnemers gevestigd in het buitenland, op voorwaarde dat deze instellingen uitsluitend rekeningen bijhouden bedoeld in artikel 1, 5° van de wet en zij in staat zijn de titularis van de rekening te identificeren."
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 mei 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT.