Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 NOVEMBER 1996. - Koninklijk besluit houdende maatregelen met het oog op een wijziging van de wet van 1 april 1971 houdende de oprichting van een Regie der Gebouwen overeenkomstig artikel 3, § 1, 6° van de wet van 26 juli 1996 die erop toeziet te voldoen aan de begrotingsvoorwaarden voor de Belgische deelname aan de Europese Economische en Monetaire Unie.



Inhoudstafel:


Art. 1-16



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1971040101 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Het eerste lid wordt als volgt vervangen :
  " De Regie is ermee belast de terreinen, gebouwen en aanhorigheden ervan, die noodzakelijk zijn voor de diensten van de Staat, voor de door de Staat beheerde openbare diensten, voor de uitvoering van de internationale verplichtingen van de Staat inzake immobiliën, alsmede voor de huisvesting van sommige categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel, ter beschikking van de Staat te stellen. "
  2° Het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " De Koning kan, onverminderd de uitvoering door de Regie van haar in het eerste lid bedoelde opdrachten, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de toepassing van deze wet uitbreiden tot de gebouwen die ressorteren onder :
  1. federale instellingen al dan niet bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;
  2. de in België gevestigde internationale instellingen en internationale scholen.
  De kosten voor de prestaties van de Regie der Gebouwen ten bate van de in punt 1 bedoelde federale instellingen vallen ten laste van deze instellingen. "

Art.2. Een artikel 2bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in dezelfde wet :
  " Artikel 2bis. § 1. De Regie kan met andere publiekrechtelijke rechtspersonen of concessiehouders van Belgische of buitenlandse overheidsdiensten overheidsopdrachten van werken en diensten afsluiten voor deze publiekrechtelijke rechtspersonen of concessiehouders van Belgische of buitenlandse overheidsdiensten met het oog op renovatie, restauratie of het beheer van gebouwen door de Regie.
  § 2. De Koning stelt, bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, de uitvoeringsmodaliteiten van § 1 vast.
  § 3. In de uitoefening van haar voornaamste opdracht die zij vervult krachtens artikel 2, kan de Regie als bijkomende werkzaamheid, eveneens woongelegenheden en commerciële gebouwen oprichten en beheren indien die verrichting voorgeschreven is door verordeningsbepalingen of verantwoordt is door economische redenen. "

Art.3. In dezelfde wet wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidend als volgt :
  " Artikel 2ter. § 1. De Regie wordt belast met de studie en de voorbereiding van bezettingsnormen voor de gebouwen die zij beheert. Na advies van de ter uitvoering van artikel 5 opgerichte commissie worden die normen bekrachtigd in de Ministerraad door een in Ministerraad overlegde omzendbrief.
  De Regie zorgt voor een permanente opvolging van de gegevens betreffende de bezetting van de administratieve gebouwen die zij beheert. Alle betrokkene departementen en instellingen verlenen hun medewerking voor het bijwerken van die gegevens. Zij verlenen ook toegang tot die gebouwen aan de door de Regie daartoe aangestelden.
  De Regie verstrekt de nodige adviezen aan de departementen en instellingen voor een rationele bezetting van de hun ter beschikking gestelde gebouwen.
  Jaarlijks wordt bij de indiening van het meerjarenplan, bedoeld in artikel 7, een verslag gevoegd over de bevindingen ter zake.
  § 2. De Regie verleent haar medewerking aan het Belgisch Instituut voor Normalisatie, alsook aan analoge nationale en internationale instellingen met het oog op de bepaling van de technische bouwnormen. "

Art.4. In artikel 3, eerste lid, van dezelfde wet, worden de woorden " openbare werken in zijn bevoegdheden " vervangen door de woorden " van Ambtenarenzaken ".

Art.5. Artikel 4 van dezelfde wet wordt door volgende bepaling vervangen :
  " Artikel 4. § 1. De directeur-generaal van de Regie der Gebouwen is belast met het dagelijks beheer.
  Hij wordt in zijn opdracht door een Raad van Ambtenaren-generaal bijgestaan.
  § 2. De Raad van Ambtenaren-generaal bestaat uit de directeur-generaal van de Regie der Gebouwen die de raad voorzit, de adjunct-directeurs generaal en de adviseurs-generaal. De functies worden paritair tussen de twee taalrollen verdeeld.
  § 3. De Raad van Ambtenaren-generaal brengt bij de Minister van Ambtenarenzaken adviezen uit, namelijk betreffende de voorstellen met betrekking tot de algemene organisatie en de werking van de Regie der Gebouwen.
  De Minister van Ambtenarenzaken kan sommige van zijn bevoegdheden aan de directeur-generaal van de Regie der Gebouwen verlenen, alsook aan de leden van de Raad van Ambtenaren-generaal. "

Art.6. Artikel 5 van dezelfde wet wordt vervangen door volgende bepaling :
  " Artikel 5. § 1. Bij de Regie wordt een Adviescommissie van de Gebouwen ingesteld bestaande uit een voorzitter, twee secretarissen-generaal aangewezen door het College van secretarissen-generaal, de directeur-generaal van de Regie der Gebouwen en de Korpsoverste van de Inspectie van Financiën. De organisatie en de werkingsregels van deze commissie worden door de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit bepaald.
  § 2. Het voorzitterschap wordt aan de secretaris-generaal van het Ministerie van Ambtenarenzaken toevertrouwd.
  § 3. De commissie verleent haar advies aan het ontwerp van meerjarenplan bedoeld in artikel 7.
  De commissie is eveneens belast met het uitbrengen van een advies over elke vraag met betrekking tot gebouwen, tenzij op initiatief van één of meerdere leden, tenzij op verzoek van de Minister van Ambtenarenzaken. "

Art.7. Artikel 6 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 6. § 1. De Regie bestaat uit centrale diensten en buitendiensten.
  § 2. De centrale diensten en buitendiensten bestaan uit meerdere algemene raden waarvan het aantal, de zetels en de bevoegdheden door de Minister van Ambtenarenzaken bepaald worden. "

Art.8. Artikel 7 van dezelfde wet wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " Artikel 7. § 1. Elke algemene raad van de buitendiensten richt jaarlijks aan de Raad van Ambtenaren-generaal van de Regie een verslag over de bestaande situatie alsook een plan van de behoeften aan onroerende goederen voor de vijf volgende jaren. Dit plan wordt vergezeld van een raming van de nodige kredieten voor zijn inwerkingtreding. Op basis van deze verslagen stelt de Raad van Ambtenarengeneraal een ontwerp van globaal meerjarenplan op. Het ontwerp wordt aan de beoordeling van de Adviescommissie voorgelegd, die een advies bij de Minister van Ambtenarenzaken uitbrengt.
  § 2. Het ontwerp van globaal meerjarenplan door de Regie der Gebouwen voorgesteld, vergezeld van het advies van de Adviescommissie, is elk jaar het onderwerp van besprekingen met de verschillende departementen die een behoefte aan gebouwen uitdrukken.
  De besprekingen vinden plaats in aanwezigheid van de Inspecteurs van Financiën geaccrediteerd bij de geïnteresseerde diensten en de Regie der Gebouwen.
  Het globaal meerjarenplan, vastgelegd door de Minister van Ambtenarenzaken in overeenstemming met alle vragende departementen, wordt vervolgens aan de goedkeuring van de Ministerraad voorgelegd.
  De Minister van Ambtenarenzaken legt op 1 maart van elk jaar aan de Ministerraad een verslag voor over de uitvoering van het door de Ministerraad goedgekeurde globale meerjarenplan. "

Art.9. Artikelen 9, 11, 12, 16 en 21 van dezelfde wet worden opgeheven.

Art.10. In artikel 10 van dezelfde wet worden de woorden " per dienst " vervangen door de woorden " voor de Regie ".

Art.11. In artikel 13, vierde lid, van dezelfde wet worden de woorden " van Openbare Werken " vervangen door de woorden " van Ambtenarenzaken ".

Art.12. In § 3 van artikel 17 van dezelfde wet worden de woorden " aan de beambten van de administratie die tot haar beschikking gesteld zijn " vervangen door de woorden " aan zijn personeel ".

Art.13. In artikel 19 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " van de Openbare Werken " worden vervangen door de woorden " van Ambtenarenzaken ";
  2° een tweede lid wordt als volgt ingevoegd : " De Raad van Ambtenaren-generaal legt elk jaar aan de Minister van Ambtenarenzaken een inventaris van de goederen voor om de in § 1 bedoelde lijst bij te werken. "

Art.14. Een artikel 20bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
  " De Staat wordt gemachtigd de eigendom van de terreinen, gebouwen en bijgebouwen die hem toebehoren en die namens hem en voor zijn rekening door de Regie der Gebouwen worden beheerd, over te dragen aan een met toepassing van artikel 2, vierde lid, op te richten handelsvennootschap. "

Art.15. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 16. Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 18 november 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Ambtenarenzaken,
  A. FLAHAUT