4 AUGUSTUS 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-08-1996 en tekstbijwerking tot 26-09-2002).
HOOFDSTUK I. - Organieke bepalingen.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Bijzondere en slotbepalingen.
Art. 5-8
HOOFDSTUK I. - Organieke bepalingen.
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 februari 1985 en 20 februari 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, wordt het tweede lid vervangen door de volgende bepaling :
"In dat geval komt voor de uitoefening van een hoger ambt in een betrekking die overeenstemt met een graad ingedeeld in de rangen 30, 20 of 26 alleen in aanmerking de ambtenaar die titularis is van een graad van het onmiddellijk lagere niveau waaraan ten minste een weddeschaal verbonden is die hoger is dan de schaal 42 B, 30 B of 20 B.
In geval van aanwijzing in een betrekking die overeenstemt met de graad die in rang 10 is ingedeeld, komt alleen de ambtenaar in aanmerking die titularis is van een graad van niveau 2+ of niveau 2 waarmee, naargelang het geval, minstens een weddeschaal verbonden is die hoger is dan 26 B of 20 B.
Voor de uitoefening van een hoger ambt in een betrekking die overeenstemt met een graad van een andere rang dan rang 20, 26 of 10 komt alleen in aanmerking de ambtenaar die titularis is van een graad van hetzelfde niveau als dat van de betrekking overeenstemmend met het hoger ambt of van een graad van een lager niveau die er toegang toe geeft.";
2° in § 3, wordt het woord "doorgehaald" vervangen door het woord "uitgewist".
Art.2. In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 1989, worden de woorden "rang 30, 20 of 10" vervangen door de woorden "rang 20, 26 of 10".
Art.3. In artikel 7, § 5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 1989, worden de woorden "in artikel 15 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1961 tot regeling van de administratieve en begrotingscontrole" vervangen door de woorden "in artikel 17 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole".
Art.4. In artikel 13, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 1989, worden de woorden "acht maanden" vervangen door de woorden "zes maanden".
HOOFDSTUK II. - Bijzondere en slotbepalingen.
Art.5. (Opgeheven) <KB 2002-09-05/37, art. 241, 002; Inwerkingtreding : 26-09-2002, zie ook KB 2002-09-05/37, art. 242>
Art.6. Artikel 9 van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen wordt opgeheven.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 4 augustus 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
H. VAN ROMPUY
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT