Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 SEPTEMBER 1996. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een commissie voor de veiligheid van Euro 2000. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-10-1996 en tekstbijwerking tot 16-07-1999)



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1999014145 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van onderhavig besluit moet verstaan worden onder :
  - " de commissie " : de veiligheidscommissie voor de competitie EURO 2000;
  - specifieke onthaalinfrastructuren : elke permanente of tijdelijke infrastructuur die speciaal wordt opgericht om de sportploegen of andere groepen van personen in het kader van Euro 2000 te ontvangen en/of te logeren.

Art.2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken stelt een veiligheidscommissie in voor de competitie Euro 2000.

Art.3. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de bestuurlijke en gerechtelijke overheden op vlak van de veiligheid, heeft de commissie de opdracht om mee te werken aan de voorbereiding van de maatregelen en beslissingen die de bevoegde instanties dienen te nemen teneinde de veiligheid te waarborgen naar aanleiding van de competitie Euro 2000 door :
  1° een permanente evaluatie van de mogelijke risico's op vlak van de veiligheid;
  2° de oppuntstelling van een algemeen scenario dat de preventie- en de interventiemaatregelen op het vlak van de veiligheid coördineert in coördinatie met de maatregelen die door de Nederlandse overheden worden genomen;
  3° door de opvolging van de maatregelen voorzien op lokaal vlak, teneinde hun overeenstemming te waarborgen met het algemene scenario en met de algemene filosofie van de handhaving van de orde en de veiligheid;
  4° door de opvolging van de maatregelen waarin de organisatoren voorzien en van hun impact op de veiligheid;
  5° door de opvolging van de infrastructuurwerken in de betrokken stadions en, in voorkomend geval, van de werkzaamheden inzake de specifieke onthaalinfrastructuur.

Art.4. De commissie wordt voorgezeten door een ambtenaar van de Algemene Rijkspolitie. De leden worden aangeduid door onze Minister van Binnenlandse Zaken.
  Zij omvat :
  1° een permanente cel samengesteld uit :
  - de Voorzitter,
  - een vertegenwoordiger van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie,
  - een vertegenwoordiger van de rijkswacht,
  - een vertegenwoordiger van de gemeentepolitie,
  - een vertegenwoordiger van de Algemene Politiesteundienst.
  Deze cel waakt over de coherentie van de werkzaamheden van de werkgroepen.
  2° vijf werkgroepen die buiten de leden van de permanente cel bedoeld onder 1°, in functie van de behandelde thema's worden samengesteld uit vertegenwoordigers van de volgende diensten :
  a) normatieve aspecten :
  Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie;
  b) inlichtingen en openbare orde :
  - Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie,
  - Rijkswacht,
  - Gemeentepolitie,
  - Algemene Politiesteundienst,
  - Veiligheid van de Staat,
  - Dienst Vreemdelingenzaken,
  - Nationale Magistraat,
  en, zo nodig, een vertegenwoordiger van de lokale coördinatiestructuren bedoeld in artikel 7;
  c) organisatie en infrastructuur :
  - Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie,
  - Rijkswacht,
  - Gemeentepolitie,
  - brandweer,
  - medische diensten,
  - Rode Kruis,
  - organisator,
  - infrastructuurbeheerders;
  d) vervoer en verkeer :
  - Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie,
  - Rijkswacht,
  - Gemeentepolitie,
  - Spoorwegen,
  - Bestuur van de Luchtvaart,
  - (...) <KB 1999-05-03/88, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 01-04-1999>
  en, zo nodig, een vertegenwoordiger van de lokale coördinatiestructuren bedoeld in artikel 7;
  e) preventieve acties en informatie :
  - Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie,
  - organisator,
  - Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid,
  - Rijkswacht,
  - Gemeentepolitie.
  3° een plenaire groep die de vertegenwoordigers bevat vermeld onder 1° en 2°;
  4° een vast secretariaat opgericht binnen de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie en waarvan de werkingskosten worden ingeschreven op het budget van deze dienst.

Art.5. De cel en de groepen bedoeld in artikel 4, vergaderen op initiatief van het voorzitterschap.
  Dat kan beroep doen op deskundigen indien de omstandigheden dat vereisen.
  Binnen hun bevoegdheidssfeer leveren de vertegenwoordigde diensten aan de commissie de informatie en de medewerking die vereist zijn om haar opdrachten tot een goed einde te brengen.

Art.6. De voorstellen en de adviezen van de commissie worden door het voorzitterschap overgemaakt aan de bevoegde overheden. Een trimestrieel rapport over de werkzaamheden van de commissie wordt door het voorzitterschap uitgebracht aan onze Minister van Binnenlandse Zaken.
  Een eindrapport wordt opgesteld aan het einde van het kampioenschap en zal worden overgemaakt aan de interveniërende overheden en diensten.

Art.7. De burgemeesters van de steden waar wedstrijden worden gespeeld in het kader van het Europees Kampioenschap bedoeld in onderhavig besluit, zullen zorg dragen voor de instelling van een lokale coördinatiestructuur om hen bij te staan in hun opdrachten en om de initiatieven van de door onderhavig besluit opgerichte commissie, op lokaal vlak over te brengen.
  De werkzaamheden van deze lokale structuren worden geregeld aan de commissie bekendgemaakt.

Art. 8. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 4 september 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  J. VANDE LANOTTE