30 NOVEMBER 1994. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de verplichte bijdragen in het promotiefonds "Zeevisserij". (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-02-1995 en tekstbijwerking tot 16-10-1996)
Art. 1-7
Artikel 1. <BVR 1996-07-24/65, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 26-10-1996> De jaarlijkse verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de produkten van de permanente werkgroep " visserij en aquacultuur " worden als volgt vastgesteld :
1° Al wie door het Ministerie van Volksgezondheid gemachtigd is verse produkten uit visserij en aquacultuur te verwerken en/of te bewerken en alle groothandelaars in verse produkten uit visserij en aquacultuur betalen 12 500 frank;
2° Al wie verse produkten uit visserij en aquacultuur verkoopt aan de consument betaalt per verkoopspunt 4 500 frank;
3° Alle viskwekers betalen 25 centiemen per aangekochte kilogram visvoeder;
4° Alle reders betalen een bijdrage in functie van de bruto-tonnenmaat van hun vaartuig te weten :
- tot en met 50 ton : 3 000 frank;
- van 51 tot en met 200 ton : 5 750 frank;
- meer dan 200 ton : 9 000 frank.
Art.2. Het Vlaams Fonds voor de promotie van de produkten van de landbouw, tuinbouw en zeevisserij wordt belast met de inning van de bij dit besluit bedoelde verplichte bijdragen.
Art.3. De in dit besluit bedoelde bijdragen moeten betaald worden binnen de maand na de datum van fakturatie. Bij gebrek aan tijdige betaling is van rechtswege en zonder aanmaning of ingebrekestelling de wettelijke verwijlintrest verschuldigd.
Art.4. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 17 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, inzonderheid hoofdstuk IV, afdeling 2, artikel 24.
De ambtenaren ter beschikking gesteld van het Fonds of door de Vlaamse regering aangewezen mogen alle lokalen, behalve deze die tot woning dienen, betreden in de uitoefening van hun opdracht.
Zij kunnen zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten.
Art.5. De hiernagenoemde openbare besturen verstrekken het Fonds op eenvoudige aanvraag, al de nodige inlichtingen en gegevens die deze nodig heeft voor de toepasing van dit besluit :
de diensten van het Ministerie van Landbouw;
de diensten van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin;
de diensten van het Ministerie van Economishce Zaken;
de diensten van het Ministerie van Financiën.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 december 1994.
Art. 7. De Vlaamse minister bevoegd voor landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 november 1994.
De minister-president,
Vlaams minister van Economie, KMO, Wetenschapsbeleid, Energie en externe Betrekkingen,
L. VAN DEN BRANDE