12 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot regeling van sommige operaties in verband met de verkiezingen van de federale Kamers, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.
HOOFDSTUK I. - Kandidaatstellingen en getuigen.
Afdeling 1. Federale parlementsverkiezingen.
Art. 1-7
Afdeling 2. Verkiezing van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad.
Art. 8-13
Afdeling 3. De verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Art. 14-18
Afdeling 4. Verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 19-23
HOOFDSTUK II. - Procedure voor de afdeling administratie van de Raad van State, ingeval van beroep zoals bedoeld in artikel 12quinquies van het Kieswetboek.
Art. 24-29
HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle verkiezingen.
Art. 30-34
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 35-36
HOOFDSTUK I. - Kandidaatstellingen en getuigen.
Afdeling 1. Federale parlementsverkiezingen.
Artikel 1. De kandidaatstellingen voor de parlementsverkiezingen moeten uiterlijk op donderdag 27 april 1995 worden voorgedragen.
Voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers moet de voordracht ondertekend worden, hetzij door ten minste vijfhonderd kiezers in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, ten minste vierhonderd kiezers in de kieskringen Antwerpen, Charleroi-Thuin, Kortrijk-Roeselare-Tielt, Gent-Eeklo, Hasselt-Tongeren-Maaseik, Luik en Mechelen-Turnhout, ten minste tweehonderd kiezers in de andere kieskringen, hetzij door ten minste drie aftredende leden.
Voor de verkiezing van de Senaat moet de voordracht ondertekend worden, hetzij door ten minste vijfduizend kiezers die zijn ingeschreven in de kiezerslijst van een gemeente van de Waalse kieskring of de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde wat de voordrachten betreft die bij het hoofdbureau van het Frans kiescollege zijn ingediend, hetzij door ten minste vijfduizend kiezers die zijn ingeschreven in de kiezerslijst van een gemeente van de Vlaamse kieskring of van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde wat de voordrachten betreft die bij het hoofdbureau van het Nederlands kiescollege zijn ingediend, hetzij door ten minste twee aftredende senatoren behorend tot de taalgroep die overeenstemt met de taal die in de taalverklaring van de kandidaten is vermeld.
Voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt de akte van voordracht overhandigd aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring; voor de verkiezing van de Senaat wordt ze overhandigd aan de voorzitter van het collegehoofdbureau.
Art.2. De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de voorzitter van het collegehoofdbureau voor de verkiezing van de Senaat laten via een bericht dat uiterlijk op zondag 23 april 1995 wordt bekendgemaakt, weten waar zij op woensdag 26 april 1995, van 14 tot 16 uur, en op donderdag 27 april 1995, van 9 tot 12 uur, de voordrachten van kandidaten in ontvangst zullen nemen, overeenkomstig artikel 115 van het Kieswetboek.
In het bericht moet worden herinnerd aan de bepalingen van artikel 117, artikel 118, eerste tot vierde lid, artikel 119, eerste tot derde lid, en van de artikelen 121 en 124 van dat Wetboek.
Het dient eraan te herinneren dat de voordrachten volledig gescheiden moeten zijn voor de twee Kamers.
Er moet in het bericht op worden gewezen :
1° dat zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers zich er in hun akte van bewilliging toe moeten verbinden de wetsbepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven in acht te nemen en hun verkiezingsuitgaven binnen dertig dagen na de verkiezingen aan te geven, overeenkomstig het model van verklaring dat bij het ministerieel besluit van 12 april 1995 is gevoegd;
2° dat indien de kandidaten voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers zich wensen aan te sluiten bij een bepaalde akte van lijsten-vereniging waarvan de indiening is geregeld door artikel 115bis, § 2, van het Kieswetboek, zij zulks in hun akte van bewilliging te kennen moeten geven;
3° dat de kandidaten, indien zij een lijstenverbinding wensen aan te gaan voor de zetelverdeling en daartoe op nuttige wijze een verklaring van lijstenverbinding indienen, overeenkomstig artikel 115, tweede lid, van het Kieswetboek, zich in hun akte van bewilliging van kandidaatstelling de mogelijkheid moeten hebben voorbehouden om gebruik te maken van dit recht, dat hun wordt verleend door artikel 132 van dat Wetboek, en dat zij daar in de akte van voordracht uitdrukkelijk toe gemachtigd moeten worden;
4° dat, indien de kandidaten voor de verkiezing van de Senaat wensen dat aan hun lijst een zelfde letterwoord en een zelfde gemeenschappelijk volgnummer wordt toegekend als die welke verleend zijn aan een voor de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgedragen lijst, zij daarom moeten vragen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling.
Het moet de datum vermelden waarop en de plaats waar de voorzitter van het provinciaal centraal bureau de verklaringen van lijstenverbinding bedoeld in artikel 132 van het Kieswetboek, in ontvangst zal nemen.
Art.3. De voorzitter van ieder kantonhoofdbureau A maakt uiter- lijk op zaterdag 6 mei 1995 een bericht bekend waarin de plaats wordt bepaald waar hij op dinsdag 16 mei 1995, van 14 tot 16 uur, de aanwijzingen van getuigen in ontvangst zal nemen, overeenkomstig artikel 115 van het Kieswetboek.
Art.4. Het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers en het collegehoofdbureau voor de verkiezing van de Senaat stellen de kandidatenlijsten voorlopig vast op zaterdag 29 april 1995 om 16 uur.
De voorzitters van de in het vorige lid bedoelde hoofdbureaus nemen op dinsdag 2 mei 1995, tussen 13 en 15 uur, de met redenen omklede bezwaarschriften tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen in ontvangst en op donderdag 4 mei 1995, van 14 tot 16 uur, de memories en verbeterings- of aanvullingsakten.
Het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers en het collegehoofdbureau voor de verkiezing van de Senaat komen bijeen op donderdag 4 mei 1995 om 16 uur, om de kandidatenlijst definitief vast te stellen en het stembiljet op te maken.
Indien echter beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van het bureau in verband met de verkiesbaarheid van een kandidaat, wordt de definitieve beslissing betreffende het opmaken van het stembiljet voor de betrokken Kamer verdaagd tot 8 mei 1995, om 18 uur, het tijdstip waarop het hoofdbureau van de kieskring of het collegehoofdbureau opnieuw bijeenkomt om kennis te nemen van de beslissingen van het Hof van beroep.
Art.5. Het collegehoofdbureau stelt het stembiljet vast voor de verkiezing van de Senaat. Daartoe houdt het rekening met de volgorde van de nummers die zijn toegekend bij de loting bedoeld in artikel 115bis, § 2, negende lid, van het Kieswetboek, wanneer gebruik werd gemaakt van de mogelijkheid waarin is voorzien in artikel 2, vierde lid, 4°, van dit besluit. Vervolgens kent het bij loting een volgnummer toe aan de lijsten die er op dat ogenblik geen hebben, beginnend met de volledige lijsten.
Het deelt onverwijld het resultaat van die loting mede aan de voorzitters van de hoofdbureaus van de kieskringen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers die, naargelang van het geval, in het Vlaamse of het Waalse Gewest gelegen zijn, en aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
De voorzitter van dit bureau stuurt onmiddellijk, met het oog op het drukken ervan, een afschrift van het model van stembiljet voor de verkiezing van de Senaat aan de voorzitters van de provinciehoofdbureaus van zijn ambtsgebied alsook aan de voorzitter van het kantonhoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde.
Art.6. Het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers stelt het stembiljet vast voor de verkiezing van de leden van deze vergadering. Daartoe houdt het rekening met de volgorde van de nummers die zijn toegekend bij de loting bedoeld in artikel 115bis, § 2, negende lid, van het Kieswetboek, en met de volgorde die hem wordt toegestuurd door de voorzitter van het collegehoofdbureau voor de verkiezing van de Senaat.
Het kent vervolgens bij loting een volgnummer toe aan de lijsten die er op dat ogenblik nog geen hebben, beginnend met de volledige lijsten vanaf het nummer dat onmiddellijk volgt op het hoogste nummer dat door het hoofdbureau van het betrokken kiescollege is toegekend. Voor de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde geschiedt de nummering door te beginnen met het nummer dat onmiddellijk volgt op het hoogste nummer dat door één van beide collegehoofdbureaus is toegekend.
Art.7. De verklaringen van lijstenverbinding bedoeld in de arti- kelen 132 tot 137 van het Kieswetboek moeten op donderdag 11 mei 1995, tussen 14 en 16 uur, worden overhandigd aan de voorzitter van het provinciaal centraal bureau, op de plaats die is aangegeven in het bericht bedoeld in artikel 2 van dit besluit.
Voor de kieskringen Brussel-Halle-Vilvoorde, Leuven en Nijvel kunnen deze verklaringen betrekking hebben, hetzij op lijstenverbindingen in de kieskringen Brussel-Halle-Vilvoorde en Leuven, hetzij op de lijstenverbindingen in de kieskringen Brussel-HalleVilvoorde en Nijvel.
Afdeling 2. Verkiezing van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad.
Art.8. De kandidaturen voor de verkiezing van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad moeten uiterlijk op zondag 23 april 1995 worden voorgedragen.
De voordracht moet worden ondertekend, hetzij door ten minste 500 kiezers in de kieskring Antwerpen, ten minste 400 kiezers in de kieskringen Charleroi, Kortrijk-Roeselare-Tielt, Gent-Eeklo, Leuven en Mechelen-Turnhout, hetzij door ten minste twee leden van de Wetgevende Kamers die respectievelijk tot de Nederlandse en de Franse taalgroep van die Kamers behoren.
De akte van voordracht wordt overhandigd aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring.
Art.9. De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring laat via een bericht dat uiterlijk op dinsdag 18 april 1995 wordt bekendgemaakt, weten waar hij op zaterdag 22 april 1995 en op zondag 23 april 1995, van 13 tot 16 uur, de voordrachten van kandidaten in ontvangst zal nemen, overeenkomstig artikel 11 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur.
In het bericht moet worden herinnerd aan de bepalingen van artikel 14 van de voormelde gewone wet van 16 juli 1993 alsook aan die van de artikelen 28 en 28bis van de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur.
Er moet in het bericht op worden gewezen :
1° dat zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers zich er in hun akte van bewilliging toe moeten verbinden de wetsbepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven in acht te nemen en hun verkiezingsuitgaven binnen dertig dagen na de verkiezingen aan te geven, overeenkomstig het model van verklaring dat bij het ministerieel besluit van 12 april 1995 is gevoegd;
2° dat de kandidaten, indién zij een lijstenverbinding wensen aan te gaan voor de zetelverdeling en daartoe op nuttige wijze een verklaring van lijstenverbinding indienen, zich in hun akte van bewilliging van kandidaatstelling de mogelijkheid moeten hebben voorbehouden om gebruik te maken van dit recht, dat hun wordt verleend door artikel 24 van de voormelde gewone wet van 16 juli 1993, en dat zij daar in de akte van voordracht uitdrukkelijk toe gemachtigd moeten worden;
3° dat, indien de kandidaten wensen dat aan hun lijst een zelfde letterwoord en een zelfde volgnummer wordt toegekend als die welke verleend zijn aan een voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgedragen lijst, zij daarom moeten vragen in de akte van bewilliging van hun kandidatuur.
Het moet de datum vermelden waarop en de plaats waar de voorzitter van het provinciaal centraal bureau de verklaringen van lijstenverbinding bedoeld in artikel 24 van de voormelde wet in ontvangst zal nemen.
Art.10. De voorzitter van ieder kantonhoofdbureau B maakt uiter- lijk op dinsdag 18 april 1995 een bericht bekend waar hij op dinsdag 16 mei 1995, tussen 14 en 16 uur, de aanwijzingen van getuigen in ontvangst zal nemen, overeenkomstig artikel 11, tweede lid, van de voormelde gewone wet van 16 juli 1993.
Art.11. Het hoofdbureau van de kieskring stelt de kandidatenlijst voorlopig vast op maandag 24 april 1995 om 16 uur.
De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring neemt op dinsdag 25 april 1995, tussen 13 en 15 uur, de met redenen omklede bezwaarschriften tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen in ontvangst en op donderdag 27 april 1995, van 14 tot 16 uur, de memories en verbeterings- of aanvullingsakten.
Het hoofdbureau van de kieskring komt bijeen op donderdag 27 april 1995, om 16 uur, om de kandidatenlijst definitief vast te stellen.
Indien echter beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van het bureau in verband met de verkiesbaarheid van een kandidaat, wordt de beslissing betreffende de definitieve vaststelling van de kandidatenlijsten verdaagd tot maandag 1 mei 1995, om 18 uur, het tijdstip waarop het hoofdbureau van de kieskring opnieuw bijeenkomt om kennis te nemen van de beslissingen van het Hof van beroep.
Art.12. De kandidaten kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstelling vragen dat aan hun lijst hetzelfde letterwoord en hetzelfde volgnummer wordt toegekend als die welke zijn verleend aan lijsten die voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers zijn voorgedragen.
De voorzitter van ieder hoofdbureau van een kieskring stelt uiterlijk op maandag 1 mei 1995 vóór 15 uur, de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers in kennis van de aldus geformuleerde aanvragen.
Deze voorzitter verwittigt op zijn beurt per fax of per bode de indieners van de kandidatenlij sten voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers in zijn kieskring.
Om te worden ingewilligd, moet de aanvraag de instemming krijgen van ten minste twee van de eerste drie kandidaat-titularissen van de lijst waarvan het letterwoord en het volgnummer worden gevraagd. Deze instemming wordt betuigd in een door deze kandidaten ondertekende verklaring die op woensdag 3 mei 1995, tussen 13 en 15 uur, of op donderdag 4 mei 1995, tussen 14 en 16 uur, wordt overhandigd aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Als de aanvraag regelmatig is bevonden, moeten de lijsten voor de verkiezing van de Raad in de bedoelde kieskring het gevraagde letterwoord en nummer krijgen.
De voorzitter van ieder hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers stelt uiterlijk op donderdag 4 mei 1995, vóór 18 uur, per fax of per bode de voorzitter van het overeenkomstig hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Raad in kennis van de aanvragen die een regelmatige instemming hebben verkregen, de volgnummers die zijn toegekend aan de lijsten waarop ze betrekking hebben alsook het hoogste nummer dat is toegekend in de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Het hoofdbureau van de kieskring voor de verkiezing van de Raad maakt vervolgens het stembiljet op, na in voorkomend geval de loting te hebben verricht bepaald in artikel 38, laatste lid, van de voormelde gewone wet van 16 juli 1993.
Art.13. De verklaringen van lijstenverbinding bedoeld in artikel 24 van de voormelde gewone wet van 16 juli 1993 moeten op donderdag 4 mei 1995, tussen 14 en 16 uur, worden overhandigd aan de voorzitter van het provinciaal centraal bureau, op de plaats die is aangegeven in het bericht bedoeld in artikel 9 van dit besluit.
Afdeling 3. De verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Art.14. De kandidaatstellingen voor de verkiezing van de Brus- selse Hoofdstedelijke Raad moeten uiterlijk op zondag 23 april 1995 worden voorgedragen.
De voordracht moet worden ondertekend, hetzij door 500 kiezers die tot dezelfde taalgroep behoren als de voorgedragen kandidaten, hetzij door ten minste één aftredend Raadslid dat tot dezelfde taalgroep als de voorgedragen kandidaten behoort.
De akte van voordracht wordt aan de voorzitter van het gewestbureau voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad overhandigd.
Art.15. De voorzitter van het gewestbureau laat via een bericht dat uiterlijk op dinsdag 18 april 1995 wordt bekendgemaakt, weten waar hij op zaterdag 22 april 1995 en op zondag 23 april 1995, van 13 tot 16 uur, de voordrachten van de kandidaten in ontvangst zal nemen.
In het bericht moet worden herinnerd aan de bepalingen van artikel 11 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen alsook die van artikel 17 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen.
Er moet in het bericht op worden gewezen :
1° dat zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers zich er in hun akte van bewilliging van kandidaatstelling toe moeten verbinden de wetsbepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven in acht te nemen en hun verkiezingsuitgaven binnen dertig dagen na de verkiezingen aan te geven, overeenkomstig het model van verklaring dat bij het ministerieel besluit van 12 april 1995 is gevoegd;
2° dat, indien de kandidaten wensen dat aan hun lijst hetzelfde letterwoord en hetzelfde volgnummer wordt toegekend als die welke verleend zijn aan de lijsten die voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers in de kieskring Brussel-HalleVilvoorde zijn voorgedragen, zij daarom moeten vragen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling.
Art.16. De voorzitter van het kantonhoofdbureau B maakt uiter- lijk op dinsdag 18 april 1995 een bericht bekend waarin de plaats wordt bepaald waar hij op dinsdag 16 mei 1995, tussen 14 en 16 uur, de aanwijzingen van getuigen in ontvangst zal nemen.
Art.17. Het gewestbureau stelt de kandidatenlijsten voorlopig vast op maandag 24 april 1995 om 16 uur.
De voorzitter van het gewestbureau neemt op dinsdag 25 april 1995, van 13 tot 15 uur, de met redenen omklede bezwaarschriften tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen in ontvangst, en op donderdag 27 april 1995, van 14 tot 16 uur, de memories en de verbeterings- en aanvullingsakten.
Het gewestbureau komt op donderdag 27 april 1995 om 16 uur bijeen om de kandidatenlijsten definitief vast te stellen.
Indien echter beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van het bureau in verband met de verkiesbaarheid van een kandidaat, wordt de beslissing met betrekking tot de definitieve vaststelling van de kandidatenlijsten verdaagd tot maandag 1 mei 1995, om 18 uur, het tijdstip waarop het gewestbureau bijeenkomt om kennis te nemen van de beslissingen van het Hof van Beroep.
Art.18. De kandidaten kunnen in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstelling vragen dat aan hun lijst hetzelfde letterwoord en hetzelfde volgnummer wordt toegekend als die welke zijn verleend aan lijsten die voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers zijn voorgedragen.
De voorzitter van het gewestbureau stelt op maandag 1 mei 1995, vóór 15 uur, de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers in kennis van de aldus geformuleerde aanvragen.
Deze voorzitter verwittigt op zijn beurt, per fax of per bode, de indieners van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers in zijn kieskring.
Om te worden ingewilligd, moet de aanvraag de instemming krijgen van tenminste twee van de eerste drie kandidaat-titularissen van de lijst waarvan het letterwoord en het volgnummer worden gevraagd. Deze instemming wordt betuigd in een door deze kandidaten ondertekende verklaring die op woensdag 3 mei 1995 tussen 13 en 15 uur, of op donderdag 4 mei 1995, tussen 14 en 16 uur, wordt overhandigd aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Als de aanvraag regelmatig is bevonden, moeten de lijsten voor de verkiezing van de Raad het gevraagde letterwoord en nummer krijgen.
De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring BrusselHalle-Vilvoorde voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers stelt uiterlijk op donderdag 4 mei 1995, vóór 18 uur, per fax of per bode de voorzitter van het gewestbureau in kennis van de aanvragen die een regelmatige instemming hebben verkregen, de volgnummers die zijn toegekend aan de lijsten waarop ze betrekking hebben alsook het hoogste nummer dat in zijn kieskring is toegekend.
Het gewestbureau maakt vervolgens het stembiljet op na, in voorkomend geval de loting te hebben verricht bepaald in artikel 31, laatste lid, van de voormelde wet van 12 januari 1989.
Afdeling 4. Verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.
Art.19. De kandidaatstellingen voor de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap moeten uiterlijk op zondag 23 april 1995 worden voorgedragen.
De voordracht moet worden ondertekend hetzij door ten minste honderd kiezers van de kieskring, hetzij door ten minste drie aftredende leden van de Raad.
De akte van voordracht wordt aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring overhandigd.
Art.20. De voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring laat via een bericht dat uiterlijk op dinsdag 18 april 1995 wordt bekendgemaakt, weten waar hij op zaterdag 22 april 1995 en op zondag 23 april 1995, van 13 tot 16 uur, de voordrachten van kandidaten in ontvangst zal nemen.
In het bericht moet worden herinnerd aan de bepalingen van de artikelen 22 en 23 van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop de Raad van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen.
Er moet in het bericht op worden gewezen :
1° dat de kandidaten zich er in hun akte van bewilliging van kandidaatstelling toe moeten verbinden de wetsbepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven in acht te nemen en hun verkiezingsuitgaven binnen dertig dagen na de verkiezingen aan te geven, overeenkomstig het model van verklaring dat bij het ministerieel besluit van 12 april 1995 is gevoegd;
2° dat, indien de kandidaten wensen dat aan hun lijst hetzelfde letterwoord en hetzelfde volgnummer wordt toegekend als die welke verleend zijn aan lijsten die, in de kieskring Verviers, zijn voorgedragen voor de verkiezing van de Kamers van volksvertegenwoordigers of voor de Waalse Gewestraad, zij daarom moeten vragen in de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling.
Art.21. De voorzitter van het hoofdbureau van het kiesgebied voor wat het kanton Eupen betreft en de voorzitter van het kantonhoofdbureau van Sankt Vith maken uiterlijk op dinsdag 18 april 1995 een bericht bekend waarin de plaats wordt bepaald waar zij op dinsdag 16 mei 1995, tussen 14 en 16 uur, de aanwijzingen van getuigen in ontvangst zullen nemen.
Art.22. Het hoofdbureau van het kiesgebied stelt de kandidaten- lijst voorlopig vast op maandag 24 april 1995 om 16 uur.
De voorzitter van het hoofdbureau van het kiesgebied neemt op dinsdag 25 april 1995, tussen 13 en 15 uur, de met redenen omklede bezwaarschriften tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen in ontvangst en op donderdag 27 april 1995, van 14 tot 16 uur, de memories en verbeterings- of aanvullingsakten.
Het hoofdbureau van het kiesgebied komt bijeen op donderdag 27 april 1995 om 16 uur, om de kandidatenlijsten definitief vast te stellen.
Indien echter beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van het bureau in verband met de verkiesbaarheid van een kandidaat, wordt de beslissing betreffende de definitieve vaststelling van de kandidatenlijsten verdaagd tot maandag 1 mei 1995, om 18 uur, het tijdstip waarop het hoofdbureau van de kieskring bijeenkomt om kennis te nemen van de beslissingen van het Hof van beroep.
Art.23. De kandidaten kunnen, in de verklaring van bewilliging van hun kandidaatstelling vragen dat aan hun lijst hetzelfde letterwoord en hetzelfde volgnummer wordt toegekend als die welke verleend zijn aan lijsten die in de kieskring Verviers zijn voorgedragen voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers of van de Waalse Gewestraad.
De voorzitter van het hoofdbureau van het kiesgebied stelt, naargelang van het geval, de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Verviers voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Verviers voor de verkiezing van de Gewestraad, uiterlijk op maandag 1 mei 1995, vóór 15 uur, in kennis van de aldus geformuleerde aanvragen.
Deze voorzitters verwittigen op hun beurt per fax of per bode de indieners van de kandidatenlijsten die, naargelang van het geval, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers of van de Waalse Gewestraad, in de kieskring Verviers werden voorgedragen.
Om te worden ingewilligd, moet de aanvraag de instemming krijgen van ten minste twee van de eerste drie kandidaat-titularissen van de lijst waarvan het letterwoord en het volgnummer worden gevraagd. Deze instemming wordt betuigd in een door deze kandidaten ondertekende verklaring die op woensdag 3 mei 1995, tussen 13 en 15 uur, of op donderdag 4 mei 1995, tussen 14 en 16 uur, naargelang van het geval, wordt overhandigd aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Verviers voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers of van de Waalse Gewestraad.
Als de aanvraag regelmatig is bevonden, moeten de lijsten voor de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap het gevraagde letterwoord en volgnummer krijgen.
De voorzitters van de hoofdbureaus van de kieskring Verviers voor de verkiezing van Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Waalse Gewestraad stellen uiterlijk op donderdag 4 mei 1995, vóór 18 uur, per fax of per bode de voorzitter van het hoofdbureau van het kiesgebied voor de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap in kennis van de aanvragen die een regelmatige instemming hebben verkregen, de letterwoorden en volgnummers die zijn toegekend aan de lijsten waarop ze betrekking hebben alsook het hoogste nummer dat in de kieskring Verviers is toegekend, voor de verkiezing, naargelang van het geval, van de Kamer van volksvertegenwoordigers of van de Waalse Gewestraad.
Het hoofdbureau van het kiesgebied maakt vervolgens het stembiljet op, na in voorkomend geval de loting te hebben verricht bepaald in artikel 59, laatste lid, van de voormelde wet van 6 juli 1990.
HOOFDSTUK II. - Procedure voor de afdeling administratie van de Raad van State, ingeval van beroep zoals bedoeld in artikel 12quinquies van het Kieswetboek.
Art.24. Zodra de kandidatenlijsten definitief zijn vastgesteld en uiterlijk op vrijdag 5 mei 1995, overhandigen de voorzitters van de collegehoofdbureaus, persoonlijk of per bode, aan de hoofdgriffier een uitgifte van de processen-verbaal van de beslissingen van die bureaus, met alle documenten die van belang zijn voor het geschil.
Deze stukken kunnen per fax naar de Raad van State worden gestuurd.
Art.25. De kandidaten die zijn afgewezen, omdat zij niet hebben voldaan aan de bepalingen van artikel 116, § 4, vijfde lid, tweede zin van het Kieswetboek, moeten uiterlijk op zaterdag 6 mei 1995 tegen ontvangstbewijs aan de hoofdgriffier, een verzoekschrift in de gewone vormen ter hand stellen, indien zij geen schriftelijke verklaring van beroep hebben afgelegd voor het collegehoofdbureau.
Terzelfder tijd leggen zij de originele of door hen eensluidend verklaarde stukken neer die zij van plan zijn in het geding over te leggen.
Art.26. De stukken worden onverwijld bezorgd aan het door de auditeur-generaal aangewezen lid van het auditoraat.
Art.27. De voorzitter bepaalt als rechtsdag uiterlijk maandag 8 mei 1995, om 10 uur 's morgens.
De verzoeker en de personen die voor het collegehoofdbureau de in artikel 116, § 4, vijfde lid, tweede volzin, van het Kieswetboek bedoelde verklaring hebben betwist, worden met alle middelen opgeroepen voor de terechtzitting.
De datum van terechtzitting wordt aan de auditeur-generaal medegedeeld.
Art.28. De verzoeker moet aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de terechtzitting; zo niet wordt zijn beroep verworpen.
Het lid van het auditoraat leest de overgelegde stukken voor of vat samen; hij stelt de vragen die nodig zijn voor zijn advies.
De verzoeker en de in artikel 24, tweede lid, vermelde personen brengen hun opmerkingen mondeling naar voren.
Aan het eind van de debatten geeft het lid van het auditoraat zijn advies.
De voorzitter verklaart de debatten voor gesloten en neemt de zaak in beraad.
Art.29. Het arrest wordt dadelijk aan de verzoekers en aan de personen vermeld in artikel 24, tweede lid, alsook aan de griffier van de Senaat, ter kennis gesteld.
HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle verkiezingen.
Art.30. § 1. De voorzitter van het kantonhoofdbureau verschaft kopies van de lijst met de samenstelling van het kantonhoofdbureau en de stem- en stemopnemingsbureaus van zijn kanton tegen betaling van :
1° 50 F per exemplaar, in de kieskantons die minder dan 25 000 ingeschreven kiezers tellen;
2° 75 F per exemplaar, in de kieskantons die 25 000 tot 100 000 ingeschreven kiezers tellen;
3° 100 F per exemplaar, in de kieskantons die meer dan 100 000 ingeschreven kiezers tellen.
Als het aantal kiezers bij de aanvraag niet bekend is, wordt het aantal kiezers die bij de jongste parlementsverkiezingen waren ingeschreven, als basis genomen.
§ 2. De voorzitter van het kantonhoofdbureau verschaft slechts kopieën op voorlegging van een ontvangstbewijs van storting op P.C.R. 000-2005791-25 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Verkiezingen, Pachecolaan 19, bus 20, 1010 Brussel, met de vermelding "... ex. lijst samenstelling kiesbureaus/kanton ...".
§ 3. In afwijking van § 1 worden de kopieën van de lijst met de samenstelling van de kiesbureaus voor de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap afgegeven door de voorzitter van het hoofdbureau van het kiesgebied of door de voorzitter van het kantonbureau van Sankt Vith ten belope van honderd frank per exemplaar.
Art.31. § 1. De Minister van Binnenlandse Zaken neemt bij een verzekeringsmaatschappij een polis om de lichamelijke schade te dekken die voortvloeit uit ongevallen die de leden van de kiesbureaus bij de verkiezingen van 21 mei 1995 zouden overkomen in de uitoefening van hun ambt of op de heen- of terugweg van hun woonplaats naar de vergaderplaats van hun bureau.
§ 2. Behalve de dekking van de lichamelijke schade bedoeld in § 1, dekt deze verzekeringspolis de burgerlijke aansprakelijkheid die voortvloeit uit schade die de leden van de kiesbureaus door hun toedoen of schuld aan derden berokkenen in de uitoefening van hun ambt of op de heen- of terugweg van hun woonplaats naar de vergaderplaats van hun bureau.
Ten opzichte van elkaar worden de verzekerden als derden beschouwd.
Onder heen- en terugweg van de woonplaats van de verzekerde en de vergaderplaats van zijn bureau wordt verstaan de weg naar en van het werk in de zin van artikel 8 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd door de wet van 12 juli 1991.
§ 3. Onder verzekerden dient te worden verstaan :
1° de leden van de collegehoofdbureaus, de provinciehoofdbureaus, het gewestbureau, de hoofdbureaus van de kieskringen, de kantonhoofdbureaus alsook de stem- en stemopnemingsbureaus, met uitsluiting van de getuigen, maar met inbegrip van de plaatsvervangende bijzitters die speciaal opgeroepen worden door de voorzitter van het bureau waarvoor ze aangewezen werden.
2° voor de dekking van het in § 2, eerste lid, beschreven risico, de personen bedoeld in 1° hierboven alsook de Belgische Staat vertegenwoordigd door de Minister van Binnenlandse Zaken, in zijn hoedanigheid van organisator van de verkiezingen.
De leden van de kiesbureaus die onderworpen zijn aan het regime ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, worden uitgesloten van de dekking bedoeld in § 1.
Ingeval van het bestaan van een of meerdere verzekeringen die geheel of gedeeltelijk dezelfde risico's dekken als degene die door dit besluit worden gedekt, vormt de in § 2 bedoelde verzekeringspolis slechts een aanvulling, na uitputting van deze verzekeringen.
§ 4. De kosten van deze verzekeringspremie worden gedragen door een krediet dat op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is ingeschreven.
§ 5. De verzekeringspolis die wordt, genomen in uitvoering van dit besluit begint, naargelang van de categorieën van kiesbureaus, op de data die voor hun eerste vergadering zijn vastgesteld, te lopen.
Ze verstrijkt op de datum waarop deze bureaus al hun verrichtingen hebben uitgevoerd.
§ 6. De premie die de Belgische Staat aan zijn medecontractant stort met toepassing van de verzekeringsovereenkomst die in uitvoering van § 1 wordt gesloten, is het voorwerp van een terugbetaling die de helft bedraagt van het verschil tussen vijfentachtig procent van het bedrag van de premie en het bedrag van de lasten.
Onder lasten moeten de bedragen worden verstaan die in geval van schade worden betaald in geval van en de reserves voor schade die eventueel nog moet worden vergoed.
Art.32. § 1. Het koninklijk besluit van 27 augustus 1982 betref- fende de terugbetaling van reiskosten aan sommige kiezers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 1995 is van toepassing op de kiezers die zijn ingeschreven op de kiezerslijst voor de verkiezingen van 21 mei 1995.
§ 2. De kiezers die voor hun verplaatsing de lijnen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen gebruiken, kunnen, in plaats van de terugbetaling van hun kosten te vragen, een vrijbiljet tweede klasse krijgen door in het station van vertrek hun oproepingsbrief voor de verkiezing alsook hun identiteitskaart voor te leggen.
Behalve die documenten dienen zij, naargelang het geval voor te leggen :
a) een getuigschrift van inschrijving in de bevolkingsregisters als het kiezers betreft die niet meer in de gemeente verblijven waar ze moeten stemmen;
b) een getuigschrift van de werkgever waaruit blijkt dat zij door hem bezoldigd worden, als het bezoldigde kiezers betreft die op zending naar het buitenland zijn of hun beroep uitoefenen in een andere gemeente dan die waar ze moeten stemmen;
c) een getuigschrift van de directie van de onderwijsinrichting waaruit blijkt dat ze er regelmatig zijn ingeschreven, als het kiezers betreft die op grond van hun studies in een andere gemeente verblijven dan die waar ze moeten stemmen;
d) een getuigschrift van de directie van het opvangcentrum, de verplegingsinrichting of de gezondheidsinstelling waaruit blijkt dat ze opgenomen zijn of zich in behandeling bevinden, als het kiezers betreft die, om medische of gezondheidsredenen, in een andere gemeente verblijven dan die waar ze moeten stemmen.
Het afgegeven vervoerbewijs is geldig van de vrijdag voor de dag van de verkiezing tot de maandag daarop. Het mag enkel voor de terugreis dienen op overlegging van de door het stembureau behoorlijk afgestempelde oproepingsbrief.
Art.33. § 1. Op de gelijktijdige verkiezingen van 21 mei 1995 zijn van toepassing :
1° het koninklijk besluit van 9 augustus 1894 betreffende het kiesmaterieel, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 10 mei 1963 en 16 juli 1976;
de artikelen 5 en 8 moeten echter als volgt worden gelezen :
"Art. 5. In geval van gelijktijdige verkiezingen van de federale Kamers en, hetzij van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad, hetzij van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, wordt gebruik gemaakt van drie stembussen. Boven op de stembus wordt een strook papier gekleefd. Deze strook is :
- wit voor de stembus die voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers bestemd is;
- rose voor die welke voor de verkiezing van de Senaat bestemd is;
- beige voor die welke voor de verkiezing van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad bestemd is;
- groen voor die welke voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad bestemd is.
In voorkomend geval kunnen meerdere stembussen worden gebruikt om de stembiljetten van eenzelfde vergadering te verzamelen. Ze worden genummerd en er wordt melding van gemaakt in het proces-verbaal van het stembureau.";
"Art. 8. De omslagen die bestemd zijn voor de stembiljetten voor de Senaat zijn rose, die voor de Kamer van volksvertegenwoordigers wit, die voor de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad beige en die voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad groen. Er is in duidelijke letters op vermeld op de verkiezing van welke federale Kamer of welke Raad de stembiljetten die ze moeten bevatten, betrekking hebben";
2° het ministerieel besluit van 10 augustus 1894 betreffende het kiesmaterieel, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 13 mei 1963 en 6 mei 1980.
§ 2. In de kieskantons waar gebruik wordt gemaakt van een geautomatiseerd stemsysteem kan de Minister van Binnenlandse Zaken de installatie van de stembureaus en het gebruik van het stemmaterieel regelen via onderrichtingen.
Art.34. De uitslagen van de verkiezingen mogen niet vóór 15 uur worden verspreid.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.35. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 36. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gedaan te Châteauneuf-de-Grasse, 12 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE