Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

11 MEI 1995. - Huishoudelijke reglementen van de "Office régional de Promotion de l'Agriculture et de l'Horticulture" (O.R.P.A.H.) (Gewestelijke Dienst voor de Promotie van de Land- en Tuinbouw) (VERTALING). - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-09-1995 en tekstbijwerking tot 12-02-2002.)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Werking van de raad van bestuur van de O.R.P.A.H.
HOOFDSTUK I. - Bijeenroepingen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Vergaderplaats.
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Bijwonen van de vergaderingen.
Art. 5-6
HOOFDSTUK IV. - Beraadslaging en stemming.
Art. 7-16
HOOFDSTUK V. - Verslagen.
Art. 17-23
HOOFDSTUK VI. - Uitvoering en bekendmaking van de beslissingen.
Art. 24-25
HOOFDSTUK VII. - Rechten en plichten van de raadsleden.
Art. 26-30
HOOFDSTUK VIII. - De werkgroepen.
Art. 31
HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen.
Art. 32-34
TITEL II. - De werking van het bestendig comité.
HOOFDSTUK X. - Bijeenroepingen.
Art. 35-36
HOOFDSTUK XI. - Dagorde.
Art. 37
HOOFDSTUK XII. - Vergaderplaats.
Art. 38
HOOFDSTUK XIII. - Bijwonen van de vergaderingen.
Art. 39-40
HOOFDSTUK XIV. - Beraadslaging en stemming.
Art. 41-50
HOOFDSTUK XV. - Verslagen.
Art. 51-56
HOOFDSTUK XVI. - Uitvoering en bekendmaking van de beslissingen genomen in het raam van de door de raad van bestuur toegekende delegaties.
Art. 57-58
HOOFDSTUK XVII. - Rechten en plichten van de raadsleden.
Art. 59-62
HOOFDSTUK XVIII. - Wettelijke bepalingen.
Art. 63
HOOFDSTUK XIX. - Opdrachten van het permanent comité.
Art. 64-65
TITEL III. - De overheidsopdrachten.
HOOFDSTUK XX. - Werking van de beheersorganen.
Art. 66
HOOFDSTUK XXI. - Personeel.
Art. 67
HOOFDSTUK XXII. - Begroting.
Art. 68
HOOFDSTUK XXIII. - Vastlegging en ordonnancering van de uitgaven.
Art. 69-70
HOOFDSTUK XXIV. - Financiële verrichtingen.
Art. 71
TITEL IV. - De bevoegdheden van de directeur-generaal en van de inspecteur-generaal.
HOOFDSTUK XXV.
Art. 72
HOOFDSTUK XXVI.
Art. 73



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

TITEL I. - Werking van de raad van bestuur van de O.R.P.A.H.
HOOFDSTUK I. - Bijeenroepingen.
Artikel 1. De leden van de raad van bestuur, alsmede de personen die de vergaderingen van rechtswege bijwonen met raadgevende stem, worden door de voorzitter bijeengeroepen.
  De voorzitter handelt :
  1. hetzij op verzoek van de Minister van Landbouw;
  2. hetzij uit eigen beweging;
  3. hetzij bij toepassing van een vorige beslissing van de raad;
  4. hetzij op schriftelijk verzoek van de ondervoorzitter, de directeur-generaal, de inspecteur-generaal, van ten minste drie leden of van de door de Minister van Landbouw afgevaardigd Regeringscommissaris.
  De voorzitter bepaalt de datum van de vergadering binnen vijftien dagen na de ontvangst van het verzoek. Deze termijn wordt echter geschorst van 15 juli tot 15 augustus.
  Bij ontstentenis van bijeenroeping binnen de voorziene termijnen kan de raad van bestuur door voormelde personen of groeperingen bijeengeroepen worden.

Art.2. Behalve dringende en onvoorziene gevallen gebeurt de bijeenroeping ten minste vijf vrije dagen voor de vergadering. Zij vermeldt de dagorde van de vergadering. De bijeenroepingen worden verstuurd naar het adres dat de leden aan de voorzitter hebben bekendgemaakt. Zij vermelden de plaats en het uur van de vergadering.

Art.3. § 1. De dagorde wordt door de voorzitter opgesteld. Die handelt :
  1. hetzij op verzoek van de Minister van Landbouw;
  2. hetzij uit eigen beweging;
  3. hetzij bij toepassing van een vorige beslissing van de raad;
  4. hetzij op schriftelijk verzoek van de ondervoorzitter, de directeur-generaal, de inspecteur-generaal, van ten minste drie leden of van de door de Minister van Landbouw afgevaardigd Regeringscommissaris.
  Na de opening van de vergadering en voor de behandeling van het eerste punt wordt de dagorde goedgekeurd. Zij kan gewijzigd of aangevuld worden op verzoek van een van de leden bij beslissing van de meerderheid van tweederde van de aanwezige stemgerechtigde leden.
  § 2. Bij de dagorde wordt een toelichtingsnota gevoegd voor ieder punt waarin het behandeld onderwerp, de antecedenten en, in voorkomend geval, de vereiste adviezen of voorstellen, alsook de door berekeningen gestaafde financiële weerslag vermeld zijn. Telkens als het mogelijk is en voor elk punt wordt een beslissingsontwerp voorgesteld.
  § 3. De dagorde wordt ter kennis van de agenten van de Dienst gebracht bij wijze van bekendmaking ad valvas, ten minste vier vrije dagen voor de vergadering.

HOOFDSTUK II. - Vergaderplaats.
Art.4. De raad komt bijeen in een lokaal bepaald door de voorzitter naar gelang van de beschikbare lokalen en van de omstandigheden.

HOOFDSTUK III. - Bijwonen van de vergaderingen.
Art.5. De leden van de raad van bestuur wonen de vergaderingen ambtshalve bij. Zij worden ook bijgewoond met raadgevende stem door :
  a) de twee Regeringscommissarissen;
  b) de directeur-generaal;
  c) de inspecteur-generaal;
  d) de voorzitters van de raadgevende secties;
  e) de personen uitgenodigd door de voorzitter op verzoek van het bestendig comité.
  De secretaris woont ze eveneens bij. Indien hij verhinderd is, wordt hij vervangen door zijn adjunct en indien deze ook verhinderd is wordt hij vervangen door een personeelslid van de Dienst aangewezen door het bestendig comité.

Art.6. De raad vergadert met gesloten deuren. De leden kunnen aan de voorzitter voorstellen dat de personen die al dan niet tot de Dienst behoren, uitgenodigd worden om de raad te belichten over vraagstukken die tot hun bevoegdheid behoren in de hoedanigheid van expert en zonder stemgerechtigd te zijn. De voorzitter vraagt het bestendig comité om advies. Bij de aanvang van de vergadering wordt de aanwezigheid van de experten door de raad van bestuur aanvaard of geweigerd.

HOOFDSTUK IV. - Beraadslaging en stemming.
Art.7. De leden van de raad van bestuur, de commissarissen en de genodigden tekenen een aanwezigheidslijst vooraleer de vergadering begint. De vergadering wordt geopend door de voorzitter op het uur bepaald in de uitnodiging en voor zover de raad voldoende vertegenwoordigd is om geldig te beslissen, hetgeen vereist dat tien stemgerechtigde leden aanwezig zijn.
  In voorkomend geval stelt de voorzitter vast dat het aantal aanwezigen niet voldoende is en bepaalt hij de datum van een nieuwe vergadering om over dezelfde dagorde te beslissen. Zelfs indien het aantal leden opnieuw niet voldoende is, is de raad dan geldig samengesteld om over de uitgestelde agenda van de vorige zitting te beslissen zoals de uitnodiging het benadrukt.
  De beslissingen van de raad van bestuur en de bescheiden van de zitting zijn vertrouwelijk. De voorzitter leidt en sluit de beraadslagingen af; hij beschikt daartoe over de nodige bevoegdheden.

Art.8. De verschillende punten van de dagorde worden behandeld volgens hun volgorde op de uitnodiging, tenzij de raad er anders over beslist krachtens een beslissing genomen bij meerderheid van ten minste tweederde.

Art.9. De voorzitter brengt verslag uit over elk punt van de dagorde, volgens zijn behandeling.

Art.10. Na de inleidende toespraak verleent de voorzitter het woord aan de eventuele verslaggever, daarna aan hen die erom vragen in de volgorde van de aanvragen. Hij kan deelnemen aan de beraadslagingen zonder afstand te doen van zijn voorzitterschap; hij brengt echter zijn advies uit wanneer niemand meer het woord vraagt.

Art.11. Ieder lid heeft het recht amendementen voor te stellen op de ontwerpen van beslissing die aan de raad worden voorgelegd; indien mogelijk worden zij schriftelijk ingediend en aan de voorzitter overhandigd voor de vergadering. De Regeringscommissarissen kunnen ook gebruik maken van dit recht.

Art.12. Het terugroepen tot de dagorde en tot het huishoudelijk reglement heeft de voorkeur op de besproken vraag en schorst steeds de bespreking ervan.

Art.13. § 1. Wanneer niemand meer het woord vraagt of wanneer de raad het bij meerderheid beslist, verklaart de voorzitter de beraadslagingen gesloten. Hij stelt de vragen waarop de raad zich moet uitspreken. Telkens als het mogelijk is, zorgt hij ervoor dat met "ja" of "nee" erop kan geantwoord worden. Hij zamelt de stemmen in en maakt de uitslagen bekend.
  § 2. Op verzoek van een lid kan de raad van bestuur bij gewone meerderheid der leden een schorsing van de vergadering van hoogstens één kwartier toekennen.

Art.14. De voorafgaande vraag, het uitstel en de amendementen worden gestemd voor het hoofdvoorstel; de onderamendementen voor de amendementen.

Art.15. Wat de ingewikkelde vraagstukken betreft, gebeurt de puntsgewijze behandeling ervan van rechtswege wanneer erom gevraagd wordt.

Art.16. § 1. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid der aanwezige leden; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de vergadering doorslaggevend, behalve in geval van verkiezingen. Nochtans, wanneer een voorstel tot beslissing als gevolg heeft een vorige beslissing te wijzigen die niet ouder dan één jaar is en die nooit toegepast werd, is het noodzakelijk dat er met een meerderheid van tweederde der stemmen gestemd wordt.
  § 2. Het stemmen gebeurt bij opgestoken hand. Het lid dat zich onthoudt kan zijn onthouding schriftelijk motiveren bij de voorzitter. Dit zal bij het verslag worden gevoegd.
  § 3. Behalve andersluidende wettelijke of reglementaire bepaling kan de raad, op de voordracht van een vierde van de aanwezige leden, beslissen dat de stemming geheim is. Het stemmen is steeds geheim wanneer het problemen zijn in verband met privé-aangelegenheden van personen.

HOOFDSTUK V. - Verslagen.
Art.17. De secretaris van de raad van bestuur en zijn adjunct worden op de voordracht van de voorzitter door de raad van bestuur aangesteld. De secretaris stelt een verslagontwerp van elke vergadering op. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezige leden en de namen van de leden die zich hebben laten verontschuldigen of die de werkzaamheden tijdens de vergadering hebben verlaten.
  Dit ontwerp wordt ten laatste tien dagen voor de volgende vergadering verstuurd aan de leden, aan de Regeringscommissarissen, alsook aan iedere persoon die aan de vergadering heeft deelgenomen, dan wel voor de punten die hem betreffen. De leden en de betrokken personen worden uitgenodigd hun eventuele opmerkingen schriftelijke aan de secretaris te laten geworden. Dit ontwerp is vertrouwelijk.

Art.18. Tijdens de volgende vergadering deelt de voorzitter de opmerkingen aan de raad mee. De raad beslist over de verschillende opmerkingen na de secretaris te hebben gehoord. Daarna gaat hij over tot de goedkeuring van het eventueel gewijzigd ontwerp.
  De verslagen van de raad van bestuur en van het bestendig comité zijn vertrouwelijk. De raad van bestuur alleen, bij meerderheid van zijn leden, kan de afgifte machtigen van afschriften of uittreksels aan de personen die erom vragen.

Art.19. Ieder lid of iedere persoon die aan de vergadering deelneemt, heeft het recht te eisen dat de verklaringen die hij aan de raad heeft gedaan tijdens de bespreking van een punt van de dagorde in het verslag worden opgenomen.

Art.20. Het goedgekeurd verslag bestaat in twee originele exemplaren ondertekend door de voorzitter en de secretaris. De doorhalingen en de verwijzingen worden goedgekeurd en getekend zoals de akte zelf. Voor zover mogelijk wordt er niets geschreven in het beschikkende gedeelte onder de vorm van afkortingen of cijfers. Het verslag mag geenszins gewijzigd worden na zijn goedkeuring.

Art.21. De verslagen worden origineel verzameld in een tweevoudig register. Een duplicaat blijft op het secretariaat van de raad; het ander wordt op het einde van elk jaar neergelegd in een ander gebouw dan dat waarin het secretariaat gevestigd is.

Art.22. De raadsleden, alsook de Regeringscommissarissen hebben te allen tijde het recht om het register van de verslagen te raadplegen.

Art.23. De uittreksels van de verslagen worden door de secretaris voor eensluidend verklaard.

HOOFDSTUK VI. - Uitvoering en bekendmaking van de beslissingen.
Art.24. De beslissingen van de raad van bestuur worden uitgevoerd door daartoe bij het bestendig comité gemachtigde personen.
  De beslissingen van de raad worden uitgevoerd zonder op de goedkeuring van het ontwerp van het verslag te wachten, uitgezonderd de punten waarvan de raad besloten heeft de uitvoering uit te stellen tot na hun goedkeuring.

Art.25. Binnen tien dagen na de vergadering van de raad van bestuur wordt, op initiatief van de secretaris en met goedkeuring van de directeur-generaal, een samenvatting van de onmiddellijk uitvoerbare beslissingen ter kennis gebracht van de agenten van de Dienst bij wijze van bekendmaking ad valvas.
  De aan de hogere overheid onderworpen voorstellen en adviezen van de raad worden enkel bekendgemaakt met de uitdrukkelijke machtiging van de raad.

HOOFDSTUK VII. - Rechten en plichten van de raadsleden.
Art.26. De leden hebben het recht de administratieve dossiers betreffende de punten van de dagorde van een vergadering te raadplegen ten zetel van het secretariaat : deze dokumenten moeten beschikbaar zijn twee werkdagen voor de vergadering van de raad van bestuur. Zij kunnen de mededeling van de volledige tekst van de in de toelichtingsnota vermelde adviezen en verslagen eisen.

Art.27. De secretaris stelt een verzameling van de wet- en reglementaire teksten in verband met de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de raad behoren, ter beschikking van ieder lid. Hij houdt deze verzameling bij.

Art.28. De aanwezigheid op de vergaderingen is verplicht. Bij verhindering brengt het lid de voorzitter hiervan op de hoogte.

Art.29. Het lid voor wie de oplossing van een vraagstuk een belang van persoonlijke aard vertegenwoordigt, hetzij voor hemzelf, hetzij voor een bloed- of aanverwant tot de vierde graad inclusief, trekt zich terug zodra dit vraagstuk behandeld wordt. In geval van betwisting van het bestaan van het belang van persoonlijke aard neemt de raad van bestuur een beslissing bij gewone meerderheid.

Art.30. De leden en de personen die de vergaderingen bijgewoond hebben, zijn gehouden tot de geheimhouding van de beraadslagingen.

HOOFDSTUK VIII. - De werkgroepen.
Art.31. Onverminderd de bepalingen betreffende de raadgevende secties en de geest van hun opdracht kan de raad van bestuur werkgroepen belast met de studie van bepaalde vraagstukken oprichten. Hij bepaalt de samenstelling en eventueel de duur ervan en laat zich regelmatig hun verslagen en besluiten uiteenzetten.

HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen.
Art.32. Dit reglement kan enkel herzien worden op de voordracht van hetzij de voorzitter, hetzij ten minste drie leden van de raad van bestuur.

Art.33. Onder voorbehoud van de naleving van wettelijke en reglementaire bepalingen beslist de raad bij een meerderheid van ten minste tweederde over de niet bij dit reglement voorziene gevallen.

Art.34. De voorzitter staat borg voor de goede toepassing van dit reglement.

TITEL II. - De werking van het bestendig comité.
HOOFDSTUK X. - Bijeenroepingen.
Art.35. De voorzitter roept de leden van het bestendig comité, de personen die de vergaderingen van rechtswege bijwonen bijeen, alsook de personen die een bijdrage tot de werkzaamheden van het bestendig comité zouden kunnen leveren.
  De voorzitter handelt :
  1. hetzij uit eigen beweging;
  2. hetzij bij toepassing van een vorige beslissing van de raad;
  3. hetzij op verzoek van de ondervoorzitter, de directeur-generaal, de inspecteur-generaal of van een van de twee Regeringscommissarissen.
  Wat betreft de gevallen vermeld sub punt 3, bepaalt de voorzitter de datum van de vergadering binnen tien dagen na de ontvangst van het verzoek. Deze termijn wordt echter geschorst van 15 juli tot 15 augustus.
  Bij ontstentenis van bijeenroeping binnen de voorziene termijnen kan het bestendig comité door voormelde personen bijeengeroepen worden.

Art.36. Behalve dringende en onvoorziene gevallen gebeurt de bijeenroeping ten minste vijf vrije dagen voor de vergadering. Zij vermeldt de dagorde van de vergadering. De bijeenroepingen worden verstuurd naar het adres dat de leden aan de voorzitter hebben bekendgemaakt. Zij vermelden de plaats en het uur van de vergadering.

HOOFDSTUK XI. - Dagorde.
Art.37. § 1. De dagorde wordt door de voorzitter opgesteld. Die handelt :
  1. hetzij uit eigen beweging;
  2. hetzij bij toepassing van een vorige beslissing van de raad;
  3. hetzij op schriftelijk verzoek ingediend ten laatste tien dagen voor de vergadering door de ondervoorzitter, de directeur-generaal, de inspecteur-generaal of door een van de twee Regeringscommissarissen.
  Na de opening van de vergadering en voor de behandeling van het eerste punt wordt de dagorde goedgekeurd. Zij kan enkel gewijzigd of aangevuld worden krachtens een beslissing van de meerderheid.
  § 2. Bij de dagorde wordt een toelichtingsnota gevoegd voor ieder punt waarin het behandeld onderwerp, de antecedenten en, in voorkomend geval, de vereiste adviezen of voorstellen, alsook de door berekeningen gestaafde financiële weerslag vermeld zijn. Telkens als het mogelijk is en voor elk punt wordt een beslissingsontwerp voorgesteld.

HOOFDSTUK XII. - Vergaderplaats.
Art.38. De raad komt bijeen in een lokaal van de maatschappelijke zetel van de Dienst of op elke andere door de voorzitter bepaalde plaats.

HOOFDSTUK XIII. - Bijwonen van de vergaderingen.
Art.39. De leden van het bestendig comité zijn : de voorzitter en ondervoorzitter van de raad van bestuur, de directeur-generaal en de inspecteur-generaal. De twee Regeringscommissarissen wonen de vergaderingen bij van rechtswege en met raadgevende stem.
  De secretaris woont de vergaderingen ook bij. Indien hij verhinderd is, wordt hij vervangen door zijn adjunct en indien deze ook verhinderd is wordt hij vervangen door een personeelslid van de Dienst aangewezen door het bestendig comité, op de voordracht van de voorzitter.

Art.40. Op de voordracht van de voorzitter of op verzoek van een lid van het bestendig comité kunnen personen die al dan niet tot de Dienst behoren, uitgenodigd worden om de raad te belichten over vraagstukken die tot hun bevoegdheid behoren.

HOOFDSTUK XIV. - Beraadslaging en stemming.
Art.41. De vergadering wordt geopend en gesloten door de voorzitter. Het comité kan enkel geldig beslissen indien ten miste drie stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

Art.42. De verschillende punten van de dagorde worden behandeld volgens hun volgorde op de uitnodiging, tenzij de raad er anders over beslist.

Art.43. De voorzitter brengt verslag uit over elk punt van de dagorde, volgens zijn behandeling.

Art.44. Na de inleidende toespraak verleent de voorzitter het woord aan de ambtenaar of aan de eventuele verslaggever, daarna aan hen die erom vragen in de volgorde van de aanvragen.
  Hij kan deelnemen aan de beraadslagingen zonder afstand te doen van zijn voorzitterschap; hij brengt echter zijn advies uit wanneer niemand meer het woord vraagt.

Art.45. Ieder lid heeft het recht amendementen voor te stellen op de ontwerpen van beslissing die aan het comité worden voorgelegd; indien mogelijk worden zij schriftelijk ingediend en aan de voorzitter voor de vergadering overhandigd.
  De Regeringscommissarissen kunnen ook gebruik maken van dit recht.

Art.46. Het terugroepen tot de dagorde en tot het huishoudelijk reglement heeft de voorkeur op de besproken vraag en schorst steeds de bespreking ervan.

Art.47. § 1. Wanneer niemand meer het woord vraagt of wanneer het bestendig comité het bij meerderheid beslist, verklaart de voorzitter de beraadslagingen gesloten. Hij stelt de vragen waarop het comité zich moet uitspreken. Telkens als het mogelijk is zorgt hij ervoor dat met "ja" of "nee" erop kan geantwoord worden. Hij zamelt de stemmen in en maakt de uitslagen bekend.

Art.48. De voorafgaande vraag, het uitstel en de amendementen worden gestemd voor het hoofdvoorstel; de onderamendementen voor de amendementen.

Art.49. Wat de ingewikkelde vraagstukken betreft, gebeurt de puntsgewijze behandeling ervan van rechtswege wanneer erom gevraagd wordt.

Art.50. § 1. De beslissingen genomen krachtens overheidsdelegaties of de aan de raad van bestuur voor te leggen voorstellen worden genomen bij gewone meerderheid der aanwezige leden; bij staking van stemmen worden de verschillende voorstellen aan de raad van bestuur voorgedragen.
  § 2. Het stemmen gebeurt bij opgestoken hand. Indien twee leden van het comité het verzoeken, wordt er overgegaan tot de geheime stemming. Het stemmen is steeds geheim wanneer het problemen zijn in verband met privé-aangelegenheden van personen.
  Het lid dat zich onthoudt, kan zijn onthouding schriftelijk motiveren bij de voorzitter. Deze reden wordt bij het verslag gevoegd.

HOOFDSTUK XV. - Verslagen.
Art.51. Het ontwerp van verslag wordt verstuurd binnen vijf dagen aan de leden van het comité, aan de Regeringscommissarissen, alsook aan iedere persoon die aan de vergadering heeft deelgenomen, dan wel voor de punten die hem betreffen. De leden en de betrokken personen worden uitgenodigd hun eventuele opmerkingen schriftelijk aan de secretaris te laten geworden.

Art.52. Tijdens de volgende vergadering deelt de voorzitter de opmerkingen aan het comité mee. Het comité neemt een beslissing over de verschillende opmerkingen. Daarna gaat hij over tot de goedkeuring van het eventueel gewijzigd ontwerp.
  De beslissingen en voorstellen van het bestendig comité worden ter kennis gebracht van de raad van bestuur.

Art.53. Ieder lid of iedere persoon die aan de vergadering deelneemt, heeft het recht te eisen dat de verklaringen die hij aan het bestendig comité heeft gedaan tijdens de bespreking van een punt van de dagorde in het verslag worden opgenomen.

Art.54. Het goedgekeurd verslag bestaat in twee originele exemplaren, ondertekend door de voorzitter en de secretaris. De doorhalingen en de verwijzingen worden goedgekeurd en getekend zoals de akte zelf. Voor zover mogelijk wordt er niets geschreven onder de vorm van afkortingen of cijfers in het beschikkende gedeelte. Het verslag mag geenszins gewijzigd worden na zijn goedkeuring.

Art.55. De verslagen worden origineel verzameld in een tweevoudig register. Een duplicaat blijft op het secretariaat van het comité; het andere wordt op het einde van elk jaar neergelegd in een ander gebouw dan dat waarin het secretariaat van de Dienst gevestigd is.

Art.56. De leden van de raad van bestuur, alsook de directeur-generaal, de inspecteur-generaal, de Regeringscommissarissen, de secretaris van de raad van bestuur en zijn adjunct hebben te allen tijde het recht om het register van de verslagen te raadplegen.

HOOFDSTUK XVI. - Uitvoering en bekendmaking van de beslissingen genomen in het raam van de door de raad van bestuur toegekende delegaties.
Art.57. De beslissingen van het bestendig comité worden uitgevoerd, door daartoe bij het bestendig comité gemachtigde personen. De beslissingen van het bestendig comité worden onmiddellijk uitgevoerd, behalve indien een uitgestelde uitvoering uitdrukkelijk gevraagd is. De secretaris is belast met het als echt verklaren van uittreksels uit het goedgekeurd verslag en met de afgifte ervan.

Art.58. Binnen vijftien dagen na de vergadering wordt, op initiatief van de secretaris en met goedkeuring van de directeur-generaal, een samenvatting van de onmiddellijk uitvoerbare beslissingen ter kennis gebracht van de agenten van de Dienst bij wijze van bekendmaking ad valvas.
  De al dan niet aan de raad van bestuur onderworpen voorstellen, opmerkingen, studies en adviezen van de raad worden enkel bekendgemaakt met de uitdrukkelijke machtiging van de raad van bestuur.

HOOFDSTUK XVII. - Rechten en plichten van de raadsleden.
Art.59. De leden hebben het recht de administratieve dossiers betreffende de punten van de dagorde van een vergadering te raadplegen ten zetel van het secretariaat : deze dokumenten moeten beschikbaar zijn twee werkdagen voor de vergadering. Zij kunnen de mededeling van de volledige tekst van de in de toelichtingsnota vermelde adviezen en verslagen eisen.

Art.60. De aanwezigheid op de vergaderingen is verplicht. Bij verhindering brengt het lid de voorzitter hiervan op de hoogte. Wat betreft de leden, agenten van de Dienst, heeft de aanwezigheid op de vergaderingen voorrang op alle andere verplichtingen.

Art.61. Het lid voor wie de oplossing van een vraagstuk een belang van persoonlijke aard vertegenwoordigt, hetzij voor hemzelf, hetzij voor een bloed- of aanverwant tot de vierde graad inclusief, trekt zich terug zodra dit vraagstuk behandeld wordt. In geval van betwisting van het bestaan van het belang van persoonlijke aard neemt het bestendig comité een beslissing bij gewone meerderheid.

Art.62. De leden en de personen die de vergaderingen bijgewoond hebben, zijn gehouden tot de geheimhouding van de beraadslagingen. Zij tekenen de aanwezigheidslijst.

HOOFDSTUK XVIII. - Wettelijke bepalingen.
Art.63. Dit reglement kan enkel herzien worden door de raad van bestuur krachtens een beslissing genomen bij een meerderheid van ten minste tweederde, op de voordracht van hetzij de voorzitter, hetzij het bestendig comité of van ten minste drie leden.

HOOFDSTUK XIX. - Opdrachten van het permanent comité.
Art.64. De opdrachten vermeld in het decreet tot oprichting van de O.R.P.A.H. (22/12/94) - artikelen 11 en 14, alsook in artikel 4 van het toepassingsbesluit - zijn voorzien in de opdrachten van het bestendig comité.
  Bovendien wordt de boekhouding maandelijks opgesteld en aan de raad van bestuur voorgelegd.

Art.65. De voorzitter is belast met de toepassing van dit reglement.

TITEL III. - De overheidsopdrachten.
HOOFDSTUK XX. - Werking van de beheersorganen.
Art.66. Zijn bevoegd voor :
  - de voorafgaande voorbereiding van de aangelegenheden betreffende in het bijzonder het administratief, budgettair en financieel beheer, alsook de controle en het onderhoud van de gebouwen : de directeur-generaal of de inspecteur-generaal overeenkomstig de door het bestendig comité toegekende bevoegdheden of delegaties;
  - de uitvoering van de beslissingen : het bestendig comité of de personen die daartoe door het bestendig comité gemachtigd zijn.

HOOFDSTUK XXI. - Personeel.
Art.67. Zijn bevoegd voor :
  - de indienstneming van personeel, de verandering van categorie, de bevorderingen : de raad van bestuur op de voordracht van het bestendig comité;
  - de samenstelling van de jury's voor de wervingsexamens, de overgangsexamens bij bevordering en verhoging van graad : de raad van bestuur op de voordracht van het bestendig comité;
  - de verhoging van graad, het stellen in stand disponibiliteit wegens ziekte, de machtiging tot cumulatie, de toekenning van een verlof zonder wedde, de machtiging tot deeltijds werk en tot onderbreking van de loopbaan : het bestendig comité op de voordracht van de directeur-generaal.

HOOFDSTUK XXII. - Begroting.
Art.68. De raad van bestuur is uitsluitend bevoegd voor het opmaken van de begroting en de goedkeuring van de actieprogramma's.

HOOFDSTUK XXIII. - Vastlegging en ordonnancering van de uitgaven.
Art.69. Alle uitgaven moeten voorafgaand het onderwerp zijn van een bestelbon ondertekend door de boekhouder (directeur-generaal) en door de ordonnateur (inspecteur-generaal) die zowel de opportuniteit als de beschikbaarheid van de begrotings- en financiële middelen controleren.
  Indien de boekhouder (directeur-generaal) verhinderd is, wordt hij vervangen door de directeur.
  Indien de ordonnateur (inspecteur-generaal) verhinderd is, wordt hij vervangen door een agent van niveau I, verantwoordelijk voor het bijhouden van de begroting betreffende de betrokken uitgave.

Art.70. Binnen de perken van de door de raad van bestuur of door het bestendig comité vastgestelde begrotingen gebeurt de ordonnancering en de vastlegging van de uitgaven als volgt :
  - van (0 tot 5.000 euro) (BTW excl.) : door de boekhouder (°) en de ordonnateur (°); <BWG 2002-01-17/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  - van (5.000 tot 31.000 euro) (BTW excl.) : door de boekhouder (°) en de ordonnateur (°), met het visum van de door de Minister van Begroting afgevaardigde commissaris; <BWG 2002-01-17/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  - van (31.000 tot 124.000 euro) (BTW excl.) : door de boekhouder (°) en de ordonnateur (°), met het visum van de voorzitter en de visum van de door de Minister van Begroting afgevaardigde commissaris; <BWG 2002-01-17/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  - meer dan (124.000 euro) (BTW excl.) : door de boekhouder (°) en de ordonnateur (°), na instemming van de raad van bestuur en met het visum van de door de Minister van Begroting afgevaardigde Regeringscommissaris. <BWG 2002-01-17/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  (°) of zijn plaatsvervanger.

HOOFDSTUK XXIV. - Financiële verrichtingen.
Art.71. Alle uitgaven, financiële verrichtingen (borgstellingen, betalingen, beleggingen) moeten dubbel ondertekend worden, met name door een persoon van groep A en door een andere uit groep B (contraseign), volgens de hiernavermelde volgorde :
  Groep A :
  1. de boekhouder - directeur-generaal (hoofdboekhouder);
  2. de directeur (adjunct-boekhouder);
  3. de onderboekhouder (door de directeur-generaal aan te stellen persoon).
  Groep B :
  1. de voorzitter;
  2. de ondervoorzitter;
  3. een lid van de raad van bestuur die door deze wordt aangesteld.

TITEL IV. - De bevoegdheden van de directeur-generaal en van de inspecteur-generaal.
HOOFDSTUK XXV.
Art.72. De directeur-generaal is bevoegd voor :
  - de afdeling "Grote teelten";
  - de afdeling "Zuivelprodukten";
  - de afdeling "Fokkerij en Vlees";
  - de afdeling "Klein vee en diversen";
  - de bevordering in het Vlaamse Gewest en voor de betrekkingen met de VLAM;
  - de samenwerking met de O.P.W.
  - het personeelbeheer;
  - het economaat;
  - de boekhouding.

HOOFDSTUK XXVI.
Art. 73. De inspecteur-generaal is bevoegd voor :
  - de afdeling "Tuinbouw";
  - de afdeling "Image";
  - de afdeling "Agrovoeding";,- de samenwerking met de DARE-AWEX;
  - de bevordering in het Brusselse Gewest en voor de betrekkingen met de instelling verantwoordelijke voor de bevordering in Brussel-Hoofdstad;
  - de informatica;
  - de ordonnancering.
  Gezien om te gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de huishoudelijke reglementen, de delegaties en de bevoegdheden van de beheersorganen van de "Office régional de Promotion de l'Agriculture et de l'Horticulture" (O.R.P.A.H.) (Gewestelijke Dienst voor de Promotie van de Land- en Tuinbouw).
  Namen, 11 mei 1995.
  De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, K.M.O.'s, Externe Betrekkingen en Toerisme,
  R. COLLIGNON
  De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Begroting,
  B. ANSELME
  De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
  G. LUTGEN