26 APRIL 1995. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van artikel 20 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 april 1993 tot regeling van de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor de uitvoering van stads- en dorpsherwaarderingsprojecten.
Art. 1-3
Artikel 1. De huidige tekst van artikel 20 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 april 1993 tot regeling van de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor de uitvoering van stads- en dorpsherwaarderingsprojecten wordt vervangen als volgt :
"§ 1. Voor verwervingen en werken in het kader van een beoogde operatie die de initiatiefnemers binnen een herwaarderingsgebied uitvoeren, kunnen alleen op grond van dit besluit subsidies verleend worden.
Bij de gebouwen die beschermd zijn als monument, kunnen enkel die werken worden gesubsidieerd die niet in aanmerking komen voor de onderhouds- en restauratiepremie, verleend met toepassing van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten, inzonderheid artikel 1, §§ 8 en 9.
§ 2. In afwijking van § 1 kunnen deze verwervingen en werken in het kader van de artikelen 94 en 95 van de Huisvestingscode of in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 2 augustus 1991 houdende de vaststelling van de voorwaarden voor subsidiëring van inbreidingsgerichte huisvestingsprojecten in kansarme buurten betoelaagd worden op voorwaarde dat de procedure bedoeld in artikelen 6 t.e.m. 10 en 12 gerespecteerd worden.
Indien toepassing wordt gemaakt van het eerste lid, worden de termijnen vermeld in artikelen 10 en 12 gehalveerd.
§ 3. De bepalingen van §§ 1 en 2 zijn niet van toepassing voor artikel 80 van de Huisvestingscode, noch op de subsidies aan de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij voor de financiering van haar investeringsprogramma.
§ 4. Indien de initiatiefnemer voor de verwervingen en de uitvoering der werken beroep doet op de tussenkomsten voorzien in het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1992 tot uitvoering van artikel 49 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, wordt de in artikel 2 vernoemde subsidie enkel verleend op het saldo van de kosten boven het basisbedrag verleend in toepassing van voormeld besluit per woongelegenheid."
Art.2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1995.
Art. 3. De Vlaamse minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 april 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden,
Th. KELCHTERMANS