12 JUNI 1995. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1992 houdende inrichting van het experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan voor sommige categorieën jongeren van 18 tot 25 jaar.
Art. 1-10
Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1992 houdende inrichting van het experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan voor sommige categorieën jongeren van 18 tot 25 jaar, wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Art. 2. Onverminderd de in artikel 16 bedoelde norm, kan een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs slechts gefinancierd of gesubsidieerd worden voor zover geopend voor leerplichtige leerlingen."
Art.2. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Art. 4. Kan in het experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan als regelmatige leerling worden toegelaten, de leerling die aan de volgende voorwaarden voldoet :
1) tussen 18 en 25 jaar is;
2) uiterlijk op 1 oktober van het betrokken schooljaar ingeschreven is;
3) opteert voor een onderverdeling van een graad of cyclus en onderwijsvorm waarvan hij nog geen bewijs van met vrucht beëindigde studie in het voltijds secundair onderwijs bezit."
Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Art. 5. De leerlingen die niet in het bezit zijn van één van onderstaande studiebewijzen, dienen te worden ingeschreven in de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs; de leerlingen die wél in het bezit zijn van één ervan, mogen worden ingeschreven in de derde graad van het beroepssecundair onderwijs :
1) een oriënteringsattest A of B van het vierde leerjaar van het secundair onderwijs;
2) een oriënteringsattest A of B van het tweede leerjaar van de tweede graad van het secundair onderwijs;
3) een getuigschrift van lager secundair onderwijs;
4) een kwalificatiegetuigschrift van het vierde leerjaar van het secundair onderwijs;
5) een kwalificatiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de tweede graad van het secundair onderwijs;
6) een studiegetuigschrift van de tweede graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs."
Art.4. In artikel 9, § 5, van hetzelfde besluit worden de woorden "1 maart 1995" vervangen door de woorden "1 maart van het betrokken schooljaar".
Art.5. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Art. 13. § 1. De omkadering in het experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan wordt berekend op basis van een aantal wekelijkse uren per regelmatige leerling op de vastgestelde tellingsdatum.
§ 2. Het aantal wekelijkse uren per leerling, bedoeld in § 1, bedraagt :
1) voor de schijf 1-49 leerlingen : 3,4;
2) vanaf de 50ste leerling : 2,45.
§ 3. Voor de toepassing van het in § 2 gestelde, worden de leerlingen van het experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan geteld bij de leerlingen van het deeltijds beroepssecundair onderwijs.
§ 4. Als tellingsdatum, bedoeld in § 1, van het aantal regelmatige leerlingen wordt vastgesteld :
1) 1 februari van het voorafgaande schooljaar : als in het voorafgaande schooljaar in het centrum gefinancierd of gesubsidieerd experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan werd georganiseerd;
2) 1 oktober van het betrokken schooljaar : als in het voorafgaande schooljaar in het centrum geen gefinancierd of gesubsidieerd experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan werd georganiseerd.
§ 5. Als regelmatige leerling, bedoeld in § 1, wordt beschouwd :
1) als als tellingsdatum 1 februari van het voorafgaand schooljaar geldt : de in artikel 4 bedoelde leerling voor zover ingeschreven in een opleiding verwant aan een door hem afgesloten overeenkomst tewerkstelling-opleiding of industriële leerovereenkomst die in elk geval op 1 februari desbetreffend lopende is;
2) als als tellingsdatum 1 oktober van het betrokken schooljaar geldt : de in artikel 4 bedoelde leerling voor zover ingeschreven in een opleiding verwant aan een door hem afgesloten overeenkomst tewerkstelling-opleiding of industriële leerovereenkomst die in elk geval op 1 oktober desbetreffend en/of 1 februari daaropvolgend lopende is."
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 14bis ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 14bis. De bepalingen van artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, zijn eveneens van toepassing op het experimenteel secundair onderwijs met beperkt leerplan, met inachtneming van de bepalingen van artikel 13, §§ 3, 4 en 5, van dit besluit."
Art.7. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.8. § 1. Artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
"De gedeeltelijke of volledige betrekkingen die toegekend worden op grond van het aantal in artikel 4 bedoelde jongeren, zijn niet vatbaar voor vaste benoeming."
§ 2. In artikel 20, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de in artikel 17 bedoelde centra, en" geschrapt.
Art.9. Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
"Art. 21. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1995 en houdt op van kracht te zijn op 1 september 1997."
Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 juni 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE