10 MEI 1995. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 1993 houdende maatregelen ter uitvoering van het project "Geïntegreerde opvang van kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners" in het basisonderwijs.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993 houdende maatregelen ter uitvoering van het project "Geïntegreerde opvang van kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners" in het Basisonderwijs, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Artikel 2. Ten behoeve van het project "geïntegreerde opvang van kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners" wijst de Vlaamse voor het onderwijs, voor het schooljaar 1995-1996 drie scholen aan."
Art.2. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Artikel 4. De betrokken scholen slechts aanspraak maken op de in artikelen 5 en 7 toegekende voordelen op voorwaarde dat de directie van de school een aanwendingsplan voorlegt dat door het departement onderwijs moet worden goedgekeurd.
De minister beoordeelt het aanwendingsplan.
Het aanwendingsplan houdt de volgende verbintenissen in :
1° de school derwijze te organiseren dat de voor het project in aanmerking komende leerlingen stapsgewijze in het normale schoolleven geïntegreerd worden;
2° het onderwijs Nederlands voor alle leerlingen te geven uitgaande van de principes van het taalvaardigheidsonderwijs;
3° de principes van het intercultureel onderwijs systematisch door te voeren voor alle leerlingen;
4° begeleiding en evaluatie te aanvaarden die worden georganiseerd door de minister;
5° een samenwerkingsverband uit te bouwen met de gemeente en/of met het OCMW en met het "Vlaams overleg woonwagenbewoners" en desgevallend met een erkende socio-culturele of welzijnsinstelling, vastgelegd in een concrete overeenkomst;
6° het aantal kinderen van zigeuners of woonwagenbewoners dat lessen volgt, te vermelden in het aanwendingsplan;
7° een planning op te stellen voor de implementatie van de verzamelde know-how in het reguliere onderwijs van de school.
Indien één van deze verbintenissen ontbreekt, worden de voordelen vervat in de artikelen 5 en 7 van het besluit, niet toegekend."
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1995.
Art. 4. De Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs, is belast met uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 mei 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE