29 MAART 1995. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 9 oktober 1991 tot vaststelling van de presentiegelden en vergoedingen van de voorzitters en van de leden van de provinciale evaluatiecommissie en van de beroepscommissie bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap.
Art. 1-4
Artikel 1. Een artikel 1bis, luidend als volgt, wordt in het besluit van de Vlaamse regering van 9 oktober 1991 tot vaststelling van de presentiegelden en vergoedingen van de voorzitters en van de leden van de provinciale evaluatiecommissies en van de beroepscommissie bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, ingevoegd:
"Art. 1bis. Bovenop de bij artikel 1 bedoelde toelagen, presentiegelden en vergoedingen voor reis- en verblijfkosten, krijgt de voorzitter van de in dat artikel bedoelde beroepscommissie, of zijn plaatsvervanger, een vergoeding voor reiskosten als zij zich buiten de zittingen naar de griffie van het Fonds verplaatsen om de voorgelegde dossiers te behandelen of te consulteren.
Deze vergoeding voor reiskosten is gelijk aan die bedoeld bij artikel 11 van voormeld besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988.
Het aantal krachtens de bepalingen van dit artikel jaarlijks ten laste genomen verplaatsingen mag niet hoger liggen dan het aantal zittingen."
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "in artikel 1" en "bedoelde toelage" de woorden "en artikel 1bis" ingevoegd.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 maart 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Gezondheidsinstellingen, Welzijn en Gezin,
Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER