22 FEBRUARI 1995. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 augustus 1984 houdende rationalisatie en programmatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1954 worden de volgende definities toegevoegd :
19° non-discriminatiebeleid : het geheel van maatregelen waardoor de school zich bewuster gaat opstellen om discriminatie te voorkomen en tegen te gaan en waardoor een meer evenredige aanwezigheid van doelgroepleerlingen over de scholen bevorderd wordt;
20° overeenkomst inzake toelatingsbeleid : netoverschrijdende overeenkomst tussen de inrichtende machten van alle kleuter-, lagere en basisscholen met vestigingsplaatsen in eenzelfde gemeente of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ten minste alle inrichtende machten van gemeenschapsonderwijs, het gesubsidieerd officieel onderwijs en het gesubsidieerd katholiek onderwijs dienen aan de overeenkomst deel te nemen. Daarbij gaan ze de verbintenis aan de toegang van tot alle scholen en vestigingsplaatsen in de gemeente te maximaliseren zodat er een evenredige aanwezigheid tot stand komt. De overeenkomst gaat in bij het begin van het schooljaar dat volgt op het sluiten van de overeenkomst en geldt voor een duur van vijf opeenvolgende jaren;
21° actieplan : plan, opgesteld door de inrichtende macht van een school of vestigingsplaats, gelegen in een gemeente waarin een overeenkomst inzake toelatingsbeleid is gesloten.
Het beschrijft alle middelen die de school ter beschikking heeft en alle acties die voor de duur van de overeenkomst worden ondernomen om andere leerlingen dan doelgroepleerlingen aan te trekken. De acties zijn erop gericht het aandeel van deze andere leerlingen op meer dan 50 % te brengen;
22° doelgroepleerling : leerling in het kleuteronderwijs of leerling in het lager onderwijs van wie :
- de grootmoeder van moederszijde niet in België geboren is en niet in het bezit is van de Belgische of de Nederlandse nationaliteit door geboorte, en
- de moeder ten hoogste tot het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 18 jaar bereikte, onderwijs heeft gevolgd;
23° concentratieschool of - vestigingsplaats : school of vestigingsplaats waar meer dan de helft van de kinderen, op de teldatum voor de vaststelling van het lestijdenpakket, doelgroepleerlingen zijn.
Art.2. Aan hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 3. - Non-discriminatie toegevoegd, luidend als volgt :
"Afdeling 3. - Non-discriminatie.
Art. 14bis. § 1. Op verzoek van de inrichtende macht kan de Vlaamse regering in uitzonderlijke omstandigheden afwijkingen toestaan op de bepalingen van artikel 12 van dit besluit voor concentratiescholen of - vestigingsplaatsen die aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° de school of vestigingsplaats moet deel uitmaken van een overeenkomst inzake toelatingsbeleid;
2° ze moeten een actieplan indienen.
§ 2. De aanvraag en het actieplan worden geadviseerd door de Vlaamse Onderwijsraad en door de inspectie.
§ 3. De Vlaamse regering motiveert haar beslissing indien die afwijkt van het advies van de inspectie."
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1994.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 februari 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE