16 MEI 1995. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 7, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 1. Op het einde van elk schooljaar krijgt de regelmatige leerling een attest van de verworven bekwaamheden, tenzij hem een kwalificatiegetuigschrift wordt toegekend, zoals in artikel 8, § 1. ".
Art.2. Artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
"§ 1. Op basis van de evaluatie die de klasseraad maakt van hun vorderingen en op basis van het slagen voor een praktijkproef, krijgen de leerlingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs naargelang van het niveau volgende getuigschriften toegekend :
1. op het niveau van de tweede graad : een studiegetuigschrift van de tweede graad- van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, en eventueel een kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs;
2. op het niveau van de derde graad : een studiegetuigschrift van de derde graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs en een kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs. "
Art.3. § 1. Artikel 10, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
"en met de vaststelling van de benamingen die kunnen worden vermeld op het in artikel 8, § 1, bedoeld kwalificatiegetuigschrift. "
§ 2. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de §§ 2 en 3 opgeheven.
Art.4. Een artikel 11bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
"Art. 11bis. § 1. Als een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs ontstaat door samenvoeging van bestaande centra, dan wordt voor de berekening van de omkadering voor dit centrum, de samenvoeging geacht te hebben plaatsgevonden op 1 februari voorafgaand aan het schooljaar van de daadwerkelijke samenvoeging.
§ 2. Als een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs ontstaat door afsplitsing van één of meer vestigingsplaatsen van een bestaand centrum, dan wordt voor de berekening van de omkadering voor deze centra, de afsplitsing geacht te hebben plaatsgevonden op 1 februari voorafgaand aan het schooljaar van de daadwerkelijke afsplitsing. "
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1994.
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 mei 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken,
L. VAN DEN BOSSCHE