19 APRIL 1995. - Besluit van de Regering houdende vastlegging van de procedure voor de erkenning en de sluiting van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-11-1995 en tekstbijwerking tot 08-03-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Voorlopige erkenning.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Erkenning.
Art. 5-8
HOOFDSTUK IV.
Art. 9-10
HOOFDSTUK IV.1. [1 - Erkenning in het kader van het klinische ziekenhuisnetwerk]1
Afdeling 1. [1 - Gemeenschappelijke bepalingen]1
Art. 10.1-10.2
Afdeling 2. [1 - Procedure voor aanvragen die hoofdzakelijk betrekking hebben op het Duitse taalgebied]1
Art. 10.3-10.7
Afdeling 3. [1 - Procedure voor aanvragen die niet hoofdzakelijk betrekking hebben op het Duitse taalgebied]1
Art. 10.8-10.9
HOOFDSTUK V. - Intrekking van de erkenning.
Art. 11
HOOFDSTUK VI. - Sluiting.
Art. 12-13
HOOFDSTUK VII. - Beroep.
Art. 14
HOOFDSTUK VIII. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
Art. 15-19
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
1° [1 de wet op de ziekenhuizen : de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen;]1
2° de Minister : de bevoegde Minister van de Duitstalige Gemeenschap;
3° [1 de Adviescommissie : de Adviescommissie voor de ziekenhuizen van de Duitstalige Gemeenschap;]1
4° de Commissie van beroep : de Commissie van beroep der ziekenhuizen opgericht door het koninklijk besluit van 19 november 1993 betreffende de samenstelling en de werking van het rechtscollege opgericht door artikel 76 van de wet op de ziekenhuizen;
[1 5° het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk : de in artikel 14/1 van de wet op de ziekenhuizen beschreven samenwerking in de vorm van een rechtspersoon tussen minstens twee afzonderlijk erkende ziekenhuizen die zich binnen een geografisch aansluitend gebied bevinden en die complementair en rationeel locoregionale zorgopdrachten aanbieden;
6° de administratie : het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.]1
----------
(1)<BDG 2020-07-16/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.2.Om [1 een ziekenhuis, een ziekenhuisdienst of een locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk]1 te mogen exploiteren is een erkenning verplicht welke door de Minister uitgereikt wordt.
----------
(1)<BDG 2020-07-16/38, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK II. - Voorlopige erkenning.
Art.3. § 1. Wie voor de eerste keer een aanvraag om erkenning indient voor een ziekenhuis of ziekenhuisdienst verkrijgt een voorlopige erkenning wanneer die aanvraag aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden opgenomen in artikel 4 voldoet. Zo niet wordt de voorlopige erkenning geweigerd.
De diensten die het voorwerp zijn geweest van een beslissing tot sluiting mogen een voorlopige erkenning niet verkrijgen.
§ 2. Binnen veertien dagen na de ontvangst van de aanvraag bedoeld in § 1, betekent de Minister de voorlopige erkenning aan de inrichtende macht. Een ziekenhuis of ziekenhuisdienst mag slechts na de ontvangst van die voorlopige erkenning in dienst worden genomen.
De voorlopige erkenning is voor zes maanden geldig maar mag voor dezelfde termijn verlengd worden.
Art.4.§ 1. Opdat een aanvraag om erkenning ontvankelijk is, moet zij ten minste volgende documenten omvatten :
1° een door de Minister, bij toepassing van [1 artikel 39]1 van de wet op de ziekenhuizen uitgereikte vergunning waaruit blijkt dat het ziekenhuis of de ziekenhuisdienst in het raam van het ziekenhuisprogramma past;
2° een bijzondere vergunning uitgereikt door de Minister bij toepassing van [1 artikel 42]1 van de wet op de ziekenhuizen, overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 oktober 1992 tot vaststelling van de procedure voor de toekenning van een vergunning voor de indienstneming en de exploitatie van ziekenhuisdiensten werkzaam in het Duitse taalgebied;
3° een nota met vermelding van de samenstelling van de inrichtende macht van het ziekenhuis, namen en onderschriften van de directeur en van de hoofdgeneesheer;
4° een document met de samenstelling van de Medische Raad;
5° een lijst van de geneesheren, van het verpleegkundig en verplegend personeel per dienst, alsmede van het paramedisch personeel met kwalificatie, inschrijvingsnummer en tewerkstellingsduur;
6° een plan dat de bestemming der lokalen en het aantal bedden in de kamers voor de ziekenhuisverpleging alsmede de interne verbindingswegen van de inrichting aanduidt;
7° een beschrijvende nota die aanduidt of de normen inzake technische uitrusting al dan niet worden nageleefd en, desgevallend, op welke wijze;
8° in voorkomend geval een afschrift van de overeenkomst tussen het betrokken ziekenhuis en de instellingen waarmee een functionele binding moet verzekerd worden overeenkomstig de geldende erkenningsnormen;
9° een attest uitgereikt door de bevoegde burgemeester op basis van een verslag van de bevoegde brandweerdienst en waaruit blijkt dat de inrichting aan de normen inzake brandveiligheid voldoet. Het attest en het verslag mogen bij het indienen van de aanvraag niet ouder zijn dan één jaar.
§ 2. Wanneer het dossier niet volledig is moet het gebrek aan documenten uitdrukkelijk met redenen omkleed zijn. De ontbrekende documenten moeten ten laatste binnen veertien dagen ingediend worden.
----------
(1)<BDG 2020-07-16/38, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK III. - Erkenning.
Art.5. In de loop van de termijn van de voorlopige erkenning gaan de ambtenaren belast met het toezicht op de ziekenhuizen na of het ziekenhuis of de ziekenhuisdienst aan de normen voldoet.
De Minister kan de inrichtende macht om aanvullende documenten of inlichtingen verzoeken. Hij kan haar een termijn geven om zich naar de voormelde normen te schikken.
Art.6. § 1. De Minister zendt de aanvraag om erkenning alsmede alle documenten over aan de Adviescommissie.
Tegelijkertijd deelt de Minister de resultaten van het onderzoek aan de aanvrager mede.
Die beschikt over een termijn van veertien dagen om zijn opmerkingen aan de Adviescommissie en aan de Minister te laten toekomen.
§ 2. Binnen één maand na het verstrijken van de termijn bedoeld in § 1, tweede lid zendt de Adviescommissie haar advies over aan de Minister. Na het verstrijken van die termijn wordt het advies geacht uitgebracht te zijn.
Bij een negatief advies deelt de Minister de opmerkingen van de Adviescommissie aan de inrichtende macht mede en verzoekt haar om binnen veertien dagen haar stelling daaromtrent aan de Minister te laten kennen.
Art.7.De Minister verleent of weigert de erkenning voor het verstrijken van de termijn van de voorlopige erkenning. Hij deelt de inrichtende macht zijn met redenen omklede beslissing mede.
[1 De erkenning wordt verleend voor onbepaalde tijd." Daarbij wordt het aantal bedden vermeld, in voorkomend geval per betrokken dienst.]1
----------
(1)<BDG 2023-07-13/43, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 13-07-2023>
Art.8. De inrichtende macht deelt de Minister onmiddellijk mede elke wijziging omtrent de in artikel 4 bedoelde gegevens.
De beslissing om het ziekenhuis of de ziekenhuisdienst geheel of gedeeltelijk te sluiten of de directie ervan aan een andere inrichtende macht over te dragen wordt aan de Minister zes maanden voor de sluiting of overdracht medegedeeld.
HOOFDSTUK IV.
Art.9.
<Opgeheven bij BDG 2023-07-13/43, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 13-07-2023>
Art.10.
<Opgeheven bij BDG 2023-07-13/43, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 13-07-2023>
HOOFDSTUK IV.1. [1 - Erkenning in het kader van het klinische ziekenhuisnetwerk]1
----------
(1)
Afdeling 1. [1 - Gemeenschappelijke bepalingen]1
----------
(1)
Art. 10.1. [1 De aanvrager die een erkenning wenst als locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk dat zich uitstrekt over het Duitse taalgebied, dient daartoe een aanvraag in bij de administratie.
De aanvrager die reeds over een erkenning vermeld in het eerste lid beschikt en de verdeling van het medisch aanbod wenst te wijzigen, heeft een nieuwe erkenning nodig. Hij dient daartoe een aanvraag in bij de administratie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 10.2. [1 Opdat de aanvraag vermeld in artikel 10.1 ontvankelijk is, moet ze volgende documenten omvatten :
1° een lijst van de reeds erkende ziekenhuizen die deel uitmaken van het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk;
2° een plan met een concept voor het beheer en de structuur van het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk;
3° een lijst van de ziekenhuisdiensten, ziekenhuisfuncties en zorgprogramma's van de ziekenhuizen die deel uitmaken van het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk, opgesplitst op basis van de verdeling van die diensten, functies en zorgprogramma's per ziekenhuiscampus.
Binnen een termijn van veertien dagen die ingaat vanaf de ontvangst van de aanvraag vermeld in het eerste lid, beslist de Minister of die aanvraag volledig is en stelt hij de aanvrager over de ontvankelijkheid van de aanvraag in kennis.
Als de aanvraag onvolledig is, kan de aanvrager, nadat hij daartoe door de administratie is aangemaand, zijn aanvraag vervolledigen. Nadat de aanvraag vervolledigd is, stelt de Minister de aanvrager over de ontvankelijkheid in kennis.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Afdeling 2. [1 - Procedure voor aanvragen die hoofdzakelijk betrekking hebben op het Duitse taalgebied]1
----------
(1)
Art. 10.3. [1 De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op erkenningsaanvragen als locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk als :
1° de meerderheid van de ziekenhuizen die deel uitmaken van het netwerk in het Duitse taalgebied ligt, of;
2° de ziekenhuizen die deel uitmaken van het netwerk in gelijke mate over verschillende deelstaten verspreid zijn en de meerderheid van het aantal ziekenhuisbedden zich op het grondgebied van de Duitstalige Gemeenschap bevindt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 10.4. [1 De erkenningen vermeld in artikel 10.1 kunnen alleen worden toegekend als de volgende voorwaarden vervuld zijn :
1° het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk stemt overeen met de programmatie bepaald in artikel 14/2, § 2, eerste lid, 2°, en tweede lid, van de wet op de ziekenhuizen;
2° uit de ingediende documenten blijkt dat het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk de voorschriften vervat in titel I, hoofdstuk II, afdeling 4, en vervat in artikel 22/1 van de wet op de ziekenhuizen naleeft;
3° het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk voldoet aan de eventuele bijzondere normen vastgelegd overeenkomstig artikel 67, eerste lid, 5°, van de wet op de ziekenhuizen;
4° de verdeling van het medisch aanbod tussen de ziekenhuizen die deel uitmaken van het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk is door de aanvrager vastgelegd per ziekenhuiscampus.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 10.5. [1 Na ontvangst van de volledige aanvraag onderzoekt de administratie of de erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 10.4 vervuld zijn.
De administratie kan de aanvrager om aanvullende documenten of inlichtingen verzoeken. Ze kan hem een termijn toekennen om de voorwaarden bepaald in artikel 10.4 te vervullen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 10.6. [1 § 1 - De administratie zendt de aanvraag om erkenning met alle documenten over aan de Adviescommissie.
Tegelijkertijd deelt de administratie de resultaten van haar onderzoek mee aan de aanvrager. Die beschikt over een termijn van veertien dagen om zijn opmerkingen aan de Adviescommissie en aan de administratie te laten toekomen.
§ 2 - Binnen één maand na het verstrijken van de termijn vermeld in § 1, tweede lid, zendt de Adviescommissie haar advies over aan de Minister.
Als binnen de termijn gesteld in het eerste lid geen advies is ingediend, wordt het advies als gunstig beschouwd.
Bij een negatief advies deelt de administratie de opmerkingen van de Adviescommissie mee aan de aanvrager en vraagt de administratie aan de aanvrager om haar binnen veertien dagen zijn standpunt daaromtrent mee te delen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 10.7. [1 De Minister verleent of weigert de erkenning als locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk of de erkenning voor de wijziging van de verdeling van het medisch aanbod binnen een maand nadat de volgende gebeurtenissen zich het laatst hebben voorgedaan :
1° de Adviescommissie verstrekt haar advies overeenkomstig artikel 10.6, § 2, eerste lid;
2° de termijn waarbinnen een advies moet worden verstrekt, verstrijkt overeenkomstig artikel 10.6, § 2, tweede lid;
3° het overleg tussen de bevoegde deelstaten vindt plaats overeenkomstig artikel 8 van het protocolakkoord van 30 december 2019 tussen het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de erkenning van locoregionale klinische ziekenhuisnetwerken die bestaan uit ziekenhuizen die onder verschillende deelstaten ressorteren.
De Minister deelt zijn beslissing over de erkenning als locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk resp. over de erkenning voor de wijziging van de verdeling van het medisch aanbod mee aan de aanvrager en in eerstgenoemd geval neemt hij het netwerk in geval van een gunstige beslissing op in de overeenkomstig artikel 14/2, § 2, tweede lid, van de wet vastgelegde programmatie." Hij zendt de beslissing tegelijkertijd toe aan de bevoegde overheid van de deelstaat die bevoegd is voor de andere ziekenhuizen van het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk.
Bij een positieve beslissing van de Minister treedt de erkenning pas in werking als de bevoegde overheid van de andere deelstaat vermeld in het eerste lid ook een positieve beslissing heeft genomen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Afdeling 3. [1 - Procedure voor aanvragen die niet hoofdzakelijk betrekking hebben op het Duitse taalgebied]1
----------
(1)
Art. 10.8. [1 De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op erkenningsaanvragen als locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk dat zich uitstrekt over het Duitse taalgebied als :
1° de meerderheid van de ziekenhuizen die deel uitmaken van het netwerk buiten het Duitse taalgebied ligt, of;
2° de ziekenhuizen die deel uitmaken van het netwerk in gelijke mate over verschillende deelstaten verspreid zijn, maar de meerderheid van het aantal ziekenhuisbedden zich buiten het grondgebied van de Duitstalige Gemeenschap bevindt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art. 10.9. [1 Na het overleg overeenkomstig artikel 11 van het samenwerkingsakkoord dat wordt vermeld in artikel 10.7, eerste lid, 3°, wordt de erkenning als locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk door de Minister verleend of geweigerd binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de ontvangst van de beslissing over de erkenning als locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk van de bevoegde overheid van de deelstaat die bevoegd is voor de meerderheid van de ziekenhuizen of de meerderheid van de ziekenhuisbedden.
De Minister deelt zijn beslissing over de erkenning als locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk resp. over de erkenning voor de wijziging van de verdeling van het medisch aanbod mee aan de aanvrager.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BDG 2020-07-16/38, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK V. - Intrekking van de erkenning.
Art.11.Wanneer [1 een ziekenhuis, een ziekenhuisdienst of een locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk]1 de normen en voorwaarden niet meer vervult die voor de erkenning opgelegd zijn, kan de Minister de inrichtende macht een termijn geven om zich naar de normen te schikken en haar om aanvullende documenten ter zake of inlichtingen verzoeken.
Wanneer de Minister wenst de erkenning in te trekken, zendt hij een met redenen omklede intentieverklaring over aan de inrichtende macht en aan de Adviescommissie.
De inrichtende macht beschikt over een termijn van veertien dagen om aan de Adviescommissie en aan de Minister haar stelling schriftelijk te laten kennen.
Binnen één maand na het verstrijken van de termijn bedoeld in het derde lid zendt de Adviescommissie haar advies over aan de Minister. Na het verstrijken van die termijn wordt het advies geacht uitgebracht te zijn.
De Minister deelt schriftelijk aan de inrichtende macht de opmerkingen van de Adviescommissie mede en verzoekt haar om binnen veertien dagen stelling te nemen.
De Minister beslist binnen veertien dagen na die tweede meningsuiting zijdens de inrichtende macht of na het verstrijken van de termijn bedoeld in het voorafgaande lid en deelt zijn met redenen omklede beslissing mede aan de inrichtende macht.
----------
(1)<BDG 2020-07-16/38, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK VI. - Sluiting.
Art.12. Tenzij beroep overeenkomstig artikel 14 heeft de beslissing van de Minister om de erkenning te weigeren of in te trekken de sluiting van het ziekenhuis of van de ziekenhuisdienst tot gevolg.
De beslissing van de Minister heeft uitwerking vanaf de elfde dag van haar kennisgeving.
Na die dag mogen geen nieuwe patiënten meer in het ziekenhuis of de ziekenhuisdienst worden opgenomen.
De inrichtende macht dient ervoor te zorgen dat de gehospitaliseerde patiënten binnen de drie maanden de dienst verlaten hebben.
Art.13. § 1. Wanneer uit een oogpunt van volksgezondheid dringende redenen zulks wettigen, kan de Minister in een met redenen omklede beslissing onmiddellijk de voorlopige sluiting van een ziekenhuis of ziekenhuisdienst bevelen. Hij geeft hiervan kennis aan de Adviescommissie en aan de inrichtende macht. Die moet voor de onmiddellijke evacuatie van de patiënten zorgen.
§ 2. De Adviescommissie deelt de inrichtende macht de datum mede waarop de zaak zal worden onderzocht en nodigt haar uit om haar opmerkingen te doen gelden en te verschijnen.
De Adviescommissie beraadslaagt, ongeacht het gevolg gegeven aan de uitnodiging tot verschijnen; zij maakt onverwijld haar advies over aan de Minister die op die basis een definitieve beslissing omtrent de sluiting neemt.
HOOFDSTUK VII. - Beroep.
Art.14. De inrichtende macht kan bij de Commissie van beroep een beroep indienen tegen een beslissing tot sluiting of tegen een beslissing tot weigering of intrekking van de erkenning.
Behoudens het geval bedoeld in artikel 13 schort het beroep de beslissing op.
HOOFDSTUK VIII. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen.
Art.15. Het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 betreffende de procedure van erkenning en sluiting van de ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 januari 1980, is opgeheven wat de Duitstalige Gemeenschap betreft.
Art.16. De definitieve beslissing tot weigering of intrekking van de erkenning of de beslissing tot sluiting wordt als bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
In het bericht moet de datum van de effectieve sluiting van het ziekenhuis of van de ziekenhuisdienst vermeld worden.
Art.17. De aanvraag om erkenning, de bewijsstukken alsmede alle documenten betreffende de procedure worden per aangetekende brief toegezonden.
De artikelen 84 en 88 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling Administratie van de Raad van State, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 juli 1987, resp. 31 december 1968, zijn van toepassing wat de in dit besluit vastgelegde termijnen betreft.
Art.18. Dit besluit treedt in werking op 15 april 1995.
Art. 19. De Minister-President, Minister van Financiën, Volksgezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport, Toerisme, Internationale Betrekkingen en Monumenten en Landschappen, is belast met de uitvoering van dit besluit.