27 APRIL 1995. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot vastlegging van overgangsmaatregelen inzake uitbetaling van de kinderbijslag van vastbenoemde leerkrachten van het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs. (VERTALING)
Art. 1-4
Artikel 1. In afwijking van artikel 5 van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 betreffende de kinderbijslag voor bepaalde categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel is volgende regeling van toepassing op de personeelsleden, bedoeld in artikel 101, lid 3, 8°, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, die voor 1 juli 1984 een stelsel van vooruitbetaling van hun maandwedde genoten hebben en rechthebbenden waren op kinderbijslagen welke vooraf werden uitbetaald :
- de kinderbijslag voor februari 1995 wordt ten laatste op 10 februari 1995 uitbetaald;
- de kinderbijslag voor maart 1995 wordt ten laatste op 20 maart 1995 uitbetaald;
- de kinderbijslag voor april 1995 wordt ten laatste op 30 april 1995 uitbetaald;
- de kinderbijslag voor de volgende maanden wordt uitbetaald met de maandwedde. Deze overgangsmaatregel blijft van toepassing tot de inwerkingtreding van artikel 41 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen.
Art.2. In afwijking van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders wordt de kinderbijslag voor de personeelsleden bedoeld in artikel 101, lid 3, 8°, van deze samengeordende wetten, vanaf de inwerkingtreding van artikel 41 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen en tijdens een overgangsperiode van ten hoogste twaalf maanden aan de rechthebbende uitbetaald, behalve wanneer een beroep overeenkomstig de bepalingen van artikel 69 van deze wetten wordt ingediend.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 1995.
Art. 4. De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Jeugd en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 27 april 1995.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Financiën, Volksgezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport, Toerisme, Internationale Betrekkingen en Monumenten en Landschappen,
J. MARAITE
De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Jeugd en Wetenschappelijk Onderzoek,
B. GENTGES