Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

31 AUGUSTUS 1994. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende instelling van het brevet van ziekenhuisassistent en ziekenhuisassistente en vaststelling van de voorwaarden waaronder het wordt toegekend.(VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1957081701 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Lid 2 van artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende instelling van het brevet van ziekenhuisassistent en ziekenhuisassistente en vaststelling van de voorwaarden waaronder het wordt toegekend, wordt vervangen door volgende bepaling :
  "Het brevet van ziekenhuisassistent of van ziekenhuisassistente verkrijgen ook de kandidaten die geslaagd zijn voor de eerste twee examens tot verkrijging van het diploma van vroedvrouw, van verpleger of verpleegster en die met vrucht een stage van ten minste 1 400 uren hebben volbracht."

Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : "Artikel 3. § 1. Om toegelaten te worden tot het eerste leerjaar moet de kandidaat volgende bescheiden overleggen :
  1° een attest van lichamelijke geschiktheid, afgeleverd hetzij door een geneesheer van de bezochte onderwijsinrichting, hetzij door een geneesheer van de Administratieve Gezondheidsdienst;
  2° een getuigschrift van goed zedelijk gedrag dat niet ouder is dan drie maanden;
  3° één van de volgende studiegetuigschriften :
  a) het gehomologeerd eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs;
  b) het studiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het secundair beroepsonderwijs;
  c) het brevet van kinderverzorgster;
  d) het diploma van verpleegaspirant(e);
  e) een studiegetuigschrift dat gelijkgesteld is met één van de getuigschriften bedoeld onder a, b, c en d, overeenkomstig de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en getuigschriften;
  f) een bewijs waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor het voorexamen waarin hoofdstuk 2 van dit besluit voorziet;
  g) een bewijs waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor het voorexamen waarin Hoofdstuk 2 van het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het diploma van vroedvrouw, verpleger of verpleegster wordt toegekend, voorziet.
  § 2. Om toegelaten te worden tot de examens van het eerste leerjaar die afgenomen worden door de examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap, opgericht door artikel 19 van dit besluit, moeten de in § 1, 3°, bedoelde studiegetuigschriften sinds ten minste één jaar behaald zijn.
  § 3. Om toegelaten te worden tot de examens van het eerste leerjaar moet de kandidaat een stageboek voorleggen waaruit blijkt dat hij een stage van ten minste 650 uren met vrucht heeft volbracht, waarbij het aantal van de gepresteerde uren de helft van het totaal aantal uren stage vastgelegd voor beide leerjaren niet. mag overschrijden.

Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt door volgende bepaling vervangen : "Artikel 4. Om toegelaten te worden tot de examens van het tweede leerjaar moet de kandidaat een stageboek voorleggen waaruit blijkt dat hij voor beide jaren een stage van ten minste 1 600 uren met vrucht heeft volbracht.".

Art.4. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling. "Artikel 8. Vooraleer de brevetten aan de kandidaten worden uitgereikt, worden ze door de Ministers bevoegd inzake Secundair onderwijs en Gezondheid geviseerd en daarna ingeschreven overeenkomstig de bepalingen vastgelegd door de federale Minister bevoegd inzake Gezondheid."

Art.5. Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Artikel 22. § 1. De examencommissie bestaat uit :
  1° een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter gekozen onder de ambtenaren die bevoegd zijn voor de inspectie van de verplegingsscholen van het aanvullend secundair beroepsonderwijs;
  2° leden gekozen onder de nog in dienst zijnde of sinds minder dan vijf jaar gepensioneerde leraars van de door de Duitstalige Gemeenschap en desgevallend de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde verplegingsscholen.
  Is het niet mogelijk de examencommissie helemaal met bovenvermelde leraars samen te stellen, kan men een beroep doen op leraars die houders zijn van het diploma van gegradueerde verpleger of verpleegster en die werkzaam zijn in de hogere cyclus van het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd secundair technisch of beroepsonderwijs, afdeling "sociale en gezinsdiensten";
  3° een secretaris en een plaatsvervangende secretaris, gekozen onder de personeelsleden van het Ministerie Afdeling "Organisatie van het Onderwijs" van de Duitstalige Gemeenschap;
  § 2. De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter, de secretaris, de plaatsvervangende secretaris en de leden worden benoemd voor twee jaar door de Minister bevoegd inzake onderwijs."

Art.6. Artikel 22bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 1979, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Artikel 22bis. § 1. Bij de examens voor de examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap, opgericht door artikel 19 van dit besluit, gaan het schriftelijk en het praktisch gedeelte vooraf aan het mondeling gedeelte.
  § 2. Tot het praktisch examengedeelte worden slechts de kandidaten toegelaten die bij het schriftelijk gedeelte 50 % van de punten behaald hebben en bovendien aan de voorwaarde voldoen die in artikel 3, § 3 resp. in artikel 4 van dit besluit vastgelegd is.
  § 3. Tot het mondeling gedeelte worden slechts de kandidaten toegelaten die 60 % van het geheel van de punten toegekend aan het schriftelijk gedeelte, aan de stage en aan het praktisch gedeelte hebben behaald."

Art.7. Artikel 22bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 september 1982, wordt opgeheven.

Art.8. De bepalingen van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 januari 1993 voor de kandidaten die de examens met het oog op het verkrijgen van het brevet van ziekenhuisassistent(e) voor de examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap afleggen.
  De bepalingen van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 september 1993 voor de onderwijsinrichtingen die het aanvullend secundair beroepsonderwijs met volledig leerplan organiseren.

Art. 9. De Minister van Financiën, Volksgezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport, Toerisme, Internationale Betrekkingen en Monumenten en Landschappen, en de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Jeugd en Wetenschappelijk Onderzoek zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 31 augustus 1994.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  De Minister-President, Minister van Financiën, Volksgezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport, Toerisme, Internationale Betrekkingen en Monumenten en Landschappen,
  J. MARAITE
  De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Jeugd en Wetenschappelijk Onderzoek,
  B. GENTGES