Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 NOVEMBER 1994. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap betreffende het ouderschapsverlof en het verlof om dringende familiale redenen die aan de personeelsleden toegekend worden op wie de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke en protestantse godsdienst der inrichtingen voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat toepasselijk zijn. (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-03-1995 en tekstbijwerking tot 13-09-2005).



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op :
  1° de tijdelijk aangestelde personeelsleden op wie het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke en protestantse godsdienst der inrichtingen voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat toepasselijk is.
  2° de vastbenoemde personeelsleden en de tot de stage toegelaten personeelsleden die in dienstactiviteit zijn en op de hetzelfde koninklijk besluit toepasselijk is.

Art.2. (Opgeheven) <DDG 2005-06-06/32, art. 36, 19°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2005>

Art.3. (Opgeheven) <DDG 2005-06-06/32, art. 36, 19°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2005>

Art.4. (Opgeheven) <DDG 2005-06-06/32, art. 36, 19°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2005>

Art.5. (Opgeheven) <DDG 2005-06-06/32, art. 36, 19°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2005>

Art.6. (Opgeheven) <DDG 2005-06-06/32, art. 36, 19°, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2005>

Art.7. Het in artikel 1, 1° bedoelde personeelslid kan, op zijn verzoek, gedurende zijn aanstelling, in de loop van elk schooljaar voor een maximale duur van één maand, een verlof om dringende familiale redenen genieten.
  Dit verlof wordt door de Minister of zijn gevolmachtigde toegekend.

Art.8. Het in artikel 7 bedoelde verlof wordt niet bezoldigd maar wordt met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld. Een toegekend verlof mag niet opgesplitst worden.

Art.9. Het personeelslid bedoeld in artikel 1 dat een verlof in de zin van de artikels 2, 3 en 7 wenst te genieten, stuurt langs de hiërarchische wet een schriftelijke, met redenen omklede aanvraag aan de bevoegde Minister.

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994.

Art. 11. De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Jeugd en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Eupen, 23 november 1994.
  Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
  De Minister-President, Minister van Financiën, Volksgezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport, Toerisme, Internationale Betrekkingen en Monumenten en Landschappen,
  J. MARAITE
  De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur, Jeugd en Wetenschappelijk Onderzoek,
  B. GENTGES