27 APRIL 1995. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 juli 1991 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Executieve.
Art. 1-4
Artikel 1. Punt j van artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 juli 1991 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Executieve wordt vervangen door de volgende bepaling :
"j) inzake de opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen en diensten ;
1. De keuze van de wijze van sluiting en de sluiting van de opdrachten waarvan de raming of het bedrag zonder BTW kleiner is dan :
- 50 000 000 frank in geval van een openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag;
- 25 000 000 frank in geval van een beperkte aanbesteding en beperkte offerteaanvraag;
- 5 000 000 frank in geval van een onderhandse opdracht.
2. Het treffen van de maatregelen en beslissingen in verband met de uitvoering van de gegunde opdrachten, ongeacht het bedrag ervan."
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5ter ingevoegd dat luidt als volgt :
"Artikel 5ter. § 1. Met uitzondering van de procedures voor het Arbitragehof worden alle rechtsgedingen waarin het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest optreedt als eiser of als verweerder met betrekking tot de aangelegenheden die tot de uitsluitende bevoegdheid behoren van een lid van de Hoofdstedelijke Regering, gevoerd ten verzoeke of door tussenkomst van dat lid van de Regering.
Aan dat lid wordt delegatie verleend om alle uitgaven goed te keuren die voortvloeien uit deze rechtsgedingen, met inbegrip van deze die met name voortvloeien uit een desbetreffende inwilliging, afstand of transactie.
§ 2. Voor de materies, waarvoor verschillende leden van de Regering bevoegd zijn, worden de in paragraaf 1 gedefinieerde bevoegdheden na overleg uitgeoefend ten verzoeke of door tussenkomst van een van hen.
Bij gebrek aan een akkoord worden deze bevoegdheden uitgeoefend ten verzoeke of door tussenkomst van het lid dat is aangeduid door de Regering."
Art.3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5quater opgenomen dat luidt als volgt :
"Artikel 5quater. Het lid van de Regering dat bevoegd is voor openbare werken, is gemachtigd om de bevoegdheden uit te oefenen die worden verleend door de wetgeving tot organisatie van de erkenning van aannemers van werken."
Art. 4. 0nderhavig besluit wordt van kracht op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 27 april 1995.
Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter en Minister van Ruimtelijke Ordening, Ondergeschikte Besturen en Tewerkstelling,
Ch. PICQUE
De Minister van Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
J. CHABERT
De Minister van Huisvesting, Leefmilieu, Natuurbehoud, Waterbeleid en Monumenten en Landschappen,
D. GOSUIN
De Minister van Economie,
R. GRIJP
De Minister van Openbare Werken, Verkeerswezen en de Vernieuwing van afgedankte bedrijfsruimten,
D. HARMEL