13 APRIL 1995. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 tot bepaling van de handelingen en werken die vrijgesteld zijn van een stedebouwkundige vergunning, een eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar of de medewerking van een architect.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 tot bepaling van de handelingen en werken die vrijgesteld zijn van een stedebouwkundige vergunning, een eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar of de medewerking van een architect wordt aangevuld als volgt :
" 7° het gedeeltelijk gebruik van een woning voor kantoren voor zover dat:
a) de kantoren een aanhorigheid zijn van de effectieve woning van de persoon die de activiteit uitoefent waarvoor een kantoor nodig is;
b) de aan deze bijkomstige bestemming bestede vloeroppervlakte 75 m?
niet overschrijdt;
c) deze bestemming 45 pct. van de totale vloeroppervlakte van de woning niet overschrijdt;
8° het gedeeltelijk gebruik van een woning voor een handelsactiviteit of een ambachtelijke activiteit voor zover dat :
a) de handelsactiviteit of de ambachtelijke activiteit een aanhorigheid is van de effectieve woning van de persoon die deze activiteit uitoefent;
b) de aan deze bijkomstige bestemming bestede vloeroppervlakte 75 m?
niet overschrijdt;
c) deze bestemming 45 pct. van de totale vloeroppervlakte van de woning niet overschrijdt;
d) dat voor deze activiteit (geen milieuvergunning) vereist is.(Erratum, zie B.St. 21-06-1995, p. 17788) "
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzi- gingen aangebracht :
1° in de eerste zin worden de woorden "en ze op grond van" vervangen door de woorden "of ze op grond van";
2° in 3°, f, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 23 juli 1992, worden de woorden "alsmede de wachthuisjes op voorwaarde dat de bodemoppervlakte en de hoogte van deze laatste respectievelijk 8 m? en 2,50 meter niet overschrijdt en dat zij niet méér dan twee reclame-inrichtingen van elk maximum 2 m? dragen" geschrapt;
3° het 3° wordt aangevuld als volgt :
" h) de wachthuisjes voor reizigers aan de halten van het openbaar vervoer voor zover hun hoogte 2,50 meter niet overschrijdt en zij per module van 8 m? bodemoppervlakte, niet méér dan twee reclame-inrichtingen van elk maximum 2 m? bevatten. ".
Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : " 13° het plaatsen van uithangborden en het plaatsen van reclameinrichtingen op gebouwen met handels- of industriële bestemming en die uitsluitend betrekking hebben op de in deze gebouwen uitgeoefende activiteit, onder volgende voorwaarden :
a) wanneer zij loodrecht geplaatst zijn op het vlak van de gevels waarop zij steunen, of parallel ermee, bevinden zij zich onder de vensterbank van de vensteropeningen van de eerste verdieping en zijn er per gebouw slechts twee in aantal;
b) wanneer zij niet op de gevels geplaatst zijn, bevinden zij zich in de achteruitbouwstroken of de tuingebieden, zijn er per gebouw twee in aantal en mag hun respectievelijke oppervlakte 1 m? niet overschrijden;
14° het gedeeltelijk gebruik van een woning voor een handelsactiviteit of een ambachtelijke activiteit voor zover dat :
a) de handelsactiviteit of de ambachtelijke activiteit een aanhorigheid is van de effectieve woning van de persoon die deze activiteit uitoefent;
b) de aan deze bijkomstige bestemming bestede vloeroppervlakte 75 m?
niet overschrijdt;
c) deze bestemming 45 pct. van de totale vloeroppervlakte van de woning niet overschrijdt;
d) dat voor deze activiteit (een vergunning) van klasse II vereist is in de zin van de ordonnantie van 30 juli 1992 betreffende de milieuvergunning. (Erratum, zie B.St. 21-06-1995, p. 17788) "
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. De Minister tot wiens bevoegdheid stedebouw behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 april 1995.
Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter belast met Ruimtelijke Ordening, Plaatselijke Besturen en Tewerkstelling,
Ch. PICQUE
De Staatssecretaris,
R. HOTYAT