22 DECEMBER 1994. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot bepaling van de samenstelling en de werking van de "Commission consultative bruxelloise francophone" van de dienst voor leerlingenvervoer. (VERTALING)
Art. 1-12
Artikel 1. De bij de Dienst voor Leerlingenvervoer opgerichte "Commission consultative bruxelloise francophone" is als volgt samengesteld :
1° twee leden die het onderwijs vertegenwoordigen dat wordt ingericht door de Gemeenschap; zij worden verondersteld het niet-confessioneel onderwijs te vertegenwoordigen;
2° twee leden die het gesubsidieerd vrij onderwijs vertegenwoordigen; zij worden verondersteld het confessioneel onderwijs te vertegenwoordigen;
3° twee leden die het gesubsidieerd rijksonderwijs vertegenwoordigen; zij worden verondersteld het confessioneel en het niet-confessioneel onderwijs te vertegenwoordigen;
4° een lid dat verondersteld wordt niet-confessioneel te zijn en dat de "Fédération des Associations de Parents de l'Enseignement officiel" vertegenwoordigt;
5° een lid dat verondersteld wordt confessioneel te zijn en dat de "Confédération nationale des Associations de Parents" vertegenwoordigt;
6° een lid dat de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigt die bevoegd is voor Verkeerswezen ;
7° een lid dat het Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie vertegenwoordigt dat bevoegd is voor het leerlingenvervoer;
8° een lid dat de meest representatieve vereniging van beroepsvervoerders vertegenwoordigt;
9° de opdrachtgelastigde waarvan sprake in artikel 11 van de wet van 15 juli 1983 houdende oprichting van de Nationale Dienst voor Leerlingenvervoer die bevoegd is voor het vervoer dat wordt georganiseerd door de Franse Gemeenschapscommissie.
Elke commissie kan om het even welke persoon uitnodigen die informatie kan verstrekken die nuttig is voor haar beraadslagingen.
De in lid 1, 1° tot 5° bedoelde leden zijn stemgerechtigd.
Art.2. De leden worden door het College benoemd voor een duur van vier jaren, op voordracht van het Lid van het College dat bevoegd is voor het leerlingenvervoer.
De leden bedoeld in artikel 1, lid 1, 1°, 2° en 3°, worden voorgedragen door het onderwijsnet dat zij vertegenwoordigen.
De leden bedoeld in artikel 1 , lid 1 , 4°, 5° en 8°, worden voorgedragen door de vereniging die zij vertegenwoordigen.
Het lid bedoeld in artikel 1, lid 1, 6°, wordt voorgedragen door de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd is voor Verkeerswezen.
Het lid bedoeld in artikel 1, lid 1, 7° wordt voorgedragen door het Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat bevoegd is voor het leerlingenvervoer.
Art.3. Elk gewoon lid heeft een plaatsvervanger die terzelfder tijd en op dezelfde wijze wordt benoemd.
Het gewoon lid, dat niet kan deelnemen aan een vergadering, verwittigt zelf zijn plaatsvervanger.
De plaatsvervanger beëindigt het mandaat van het gewoon lid dat is overleden, zijn ontslag heeft gegeven of de hoedanigheid of titel heeft verloren die zijn benoeming rechtvaardigde. Er wordt een nieuwe plaatsvervanger benoemd om het lopend mandaat te beëindigen.
Er wordt op dezelfde wijze een nieuwe plaatsvervanger benoemd om de plaatsvervanger te vervangen die is overleden, , zijn ontslag heeft gegeven of de titel of hoedanigheid heeft verloren die zijn benoeming rechtvaardigde.
Art.4. Het Lid van het College dat bevoegd is voor het leerlingenvervoer benoemt de Voorzitter en de Vice- Voorzitter van de adviescommissie onder de leden die hem worden voorgedragen door de Commissie.
De Voorzitter wordt afwisselend benoemd onder de vertegenwoordigers van het niet-confessioneel onderwijs en de vertegenwoordigers van het confessioneel onderwijs.
Indien de Voorzitter het niet-confessioneel onderwijs vertegenwoordigt, dan vertegenwoordigt de Vice-Voorzitter het confessioneel onderwijs, en omgekeerd.
De omwisseling van deze beide functies vindt plaats na een mandaat van twee jaren.
Art.5. Het secretariaat van de "Commission consultative bruxelloise francophone" wordt verzekerd door de ambtenaar die de dienst voor leerlingenvervoer leidt, of door zijn afgevaardigde.
Art.6. De Voorzitter stelt in samenspraak met het secretariaat de agenda op van de bijeenkomsten en roept de commissie samen op verzoek van het Lid van het College dat bevoegd is voor het leerlingenvervoer, op verzoek van de Dienst voor Leerlingenvervoer, op gemotiveerd verzoek van minstens een vierde van de leden of op eigen initiatief.
De samenroepingen worden vijf volle dagen voor de datum van de bijeenkomst verstuurd naar de leden.
Art.7. Opdat een geldig advies kan worden verstrekt, moeten drie vierden van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.
Art.8. De adviezen van de "Commission consultative bruxelloise francophone" worden verstrekt met een meerderheid van drie vierden van de aanwezige leden en door tussenkomst van de dienst overgemaakt aan het Lid van het bevoegde College.
Indien de vereiste meerderheid niet wordt gehaald of indien de vertegenwoordiger van het Lid van het College dat bevoegd is voor het leerlingenvervoer zich verzet tegen het verstrekte advies, dan wordt het dossier door tussenkomst van de Dienst voor Leerlingenvervoer overgemaakt aan de centrale adviescommissie.
De centrale adviescommissie onderwerpt het dossier aan een nieuw onderzoek en laat haar advies toekomen aan het Lid van het bevoegde College.
De centrale adviescommissie zal de opdrachten vervullen die haar zijn toegewezen door bovengenoemde dat van 15 juli 1983 voor het leerlingenvervoer naar de Franstalige scholen, volgens de modaliteiten die zullen worden bepaald door een samenwerkingsakkoord dat moet worden gesloten tussen het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie.
Art.9. Deze adviezen worden verstrekt binnen de dertig dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag op de Dienst voor Leerlingenvervoer.
Art.10. De Dienst voor Leerlingenvervoer is gemachtigd om alle dringende maatregelen te nemen die zijn vereist om de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren.
Indien de "Commission consultative bruxelloise francophone" een ongunstig advies verstrekt voor een maatregel genomen door de Dienst voor Leerlingenvervoer, dan zal dit advies worden overgemaakt aan de centrale adviescommissie voor leerlingen-vervoer.
Indien het definitief advies dat is verstrekt door de centrale adviescommissie ongunstig is voor de genomen beslissing, dan worden de verbintenissen die reeds zijn aangegaan ingevolge deze beslissing toch nageleefd.
Art.11. Het mandaat van de leden van de commissie is gratis.
Krachtens het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene reglementering inzake verplaatsingskosten genieten de leden van de Commissie van de terugbetaling van hun verplaatsingskosten. Indien zij hun eigen voertuig gebruiken, dan genieten zij van een vergoeding die gelijk is aan het bedrag dat zou zijn betaald bij het gebruik van de middelen van openbaar vervoer, overeenkomstig artikel 17 van bovengenoemd koninklijk besluit.
Art. 12. Het Lid van het College belast met het leerlingenvervoer is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Brussel, 22 december 1994.
D. HARMEL,
Lid van het College, belast met Leerlingenvervoer
R. HOTYAT,
Lid van het College, belast met Begroting
Ch. PIQUE,
Voorzitter van het College