15 MEI 1995. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het verlof om een functie uit te oefenen bij het kabinet van een Minister of Staatssecretaris van de federale Regering of van een Minister-President of Minister van een Gemeenschap of Gewest (VERTALING).
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 23 van het koninklijk besluit d.d. 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit d.d. 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Artikel 23. § 1. De personeelsleden bedoeld in de artikelen 1 en 20 van het koninklijk besluit d.d. 29 augustus 1966 houdende het statuut van de leden van het administratief personeel van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuter-, lager , buitengewoon, middelbaar , technisch, normaal- en kunstonderwijs, kunnen van de Minister verlof krijgen om een ambt in het kabinet van een federale Minister of Staatssecretaris of van de Minister-Voorzitter of een Minister van een Gemeenschap of een Gewest uit te oefenen, overeenkomstig de regeling tot vaststelling van de samenstelling van ministeriële kabinetten van de federale Staat, van een Gemeenschap of van een Gewest volgens het geval.
De personeelsleden die opgeroepen worden om van een kabinet deel uit te maken, kunnen niet in functie blijven in hun betrekking of de bevoegdheid ervan blijven uitoefenen.
§ 2. De toekenning van het in paragraaf 1, lid 1, bedoelde verlof is afhankelijk van de aanneming, door de Staat, de Gemeenschap of het Gewest, van bepalingen die het de Franse Gemeenschap mogelijk maken, bij het begin van elk kwartaal de terugbetaling te verkrijgen van de bezoldiging die ze in de loop van het voorafgaande kwartaal aan het betrokken personeelslid heeft betaald."
§ 3. De perioden tijdens welke de stagiair het in paragraaf 1, lid 1, bedoelde verlof heeft genoten, worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de duur van de volbrachte stage. "
Art.2. Artikel 28 van het koninklijk besluit d.d. 15 januari 1974 ter uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit d.d. 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het paramedisch personeel van de rijksinrichtingen voor kleuter-, lager , buitengewoon, kunst- en normaalonderwijs van de staat, van de internaten die van deze inrichtingen en van de leden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, wordt door de volgende vervangen :
" Artikel 28. § 1. De in artikel 1 bedoelde Personeelsleden kunnen van de Minister verlof krijgen om een ambt uit te oefenen in het kabinet van een Minister of Staatssecretaris van de federale Staat of van de Minister-Voorzitter of van een Minister van een Gewest of een Gemeenschap, overeenkomstig de regeling tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de ministeriële kabinetten van de federale Staat, van een Gemeenschap of een Gewest naar gelang van het geval.
De personeelsleden die opgeroepen worden om lid van een kabinet te worden, kunnen hun betrekking niet blijven uitoefenen of de bevoegdheid ervan blijven uitoefenen.
§ 2. De toekenning van het in paragraaf 1, lid 1, bedoelde verlof, is afhankelijk van de aanneming, door de Staat, de Gemeenschap of het Gewest, van bepalingen die het de Franse Gemeenschap mogelijk maken bij het begin van elk kwartaal de terugbetaling te verkrijgen van de bezoldiging die ze in de loop van het voorafgaande kwartaal aan het betrokken personeelslid heeft betaald. "
Art.3. Artikel 28 van het koninklijk besluit d.d. 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling voor de stagedoende of vastbenoemde leden van het technisch personeel van de PMS-centra en vormingscentra van de Staat en van de inspectiediensten, wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Artikel 28. § 1. De in artikel 1 bedoelde personeelsleden kunnen van de Minister verlof krijgen om een ambt uit te oefenen in het kabinet van een Minister of Staatssecretaris van de federale Staat of van de Minister-Voorzitter of van een Minister van een Gewest of een Gemeenschap, overeenkomstig de regeling tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de ministeriële kabinetten van de federale Staat, van een Gemeenschap of een Gewest naar gelang van het geval.
De personeelsleden die opgeroepen worden om lid van een kabinet te worden, kunnen hun betrekking niet blijven uitoefenen of de bevoegdheid ervan blijven uitoefenen.
§ 2. De toekenning van het in paragraaf 1, lid 1, bedoelde verlof, is afhankelijk van de aanneming, door de Staat, de Gemeenschap of het Gewest, van bepalingen die het de Franse Gemeenschap mogelijk maken bij het begin van elk kwartaal de terugbetaling te verkrijgen van de bezoldiging die ze in de loop van het voorafgaande kwartaal aan het betrokken personeelslid heeft betaald.
§ 3. De duur van dit verlof telt niet mee voor de duur van de stage, vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit d.d. 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap, van het vormingscentrum van de Franse Gemeenschap, alsmede van de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs, gewijzigd bij het koninklijk besluit d.d. 30 oktober 1981, bij het koninklijk besluit nr. 73 d.d. 20 juli 1982, bij het koninklijk besluit nr. 226 d.d. 7 december 1983, bij de koninklijke besluiten d.d. 29 augustus 1985 en 21 oktober 1985, bij de besluiten van de Executieve d.d. 7 november 1991 en 30 april 1993. "
Art.4. Artikel 2 van het koninklijk besluit d.d. 16 december 1981 betreffende het verlof van gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerde onderwijs voor de uitoefening van een functie in een ministerieel kabinet, wordt door de volgende bepaling vervangen :
" Artikel 2. § 1. Met de voorafgaande toestemming van hun inrichtende macht kunnen de in artikel 1 bedoelde personeelsleden van de Minister verlof krijgen om een ambt in het kabinet van een federale Minister of Staatssecretaris of van een Minister-Voorzitter of een Minister van een Gemeenschap of een Gewest uit te oefenen, overeenkomstig de regeling tot vaststelling van de samenstelling van ministeriële kabinetten van de federale Staat, van een Gemeenschap of van een Gewest, volgens het geval.
De personeelsleden die opgeroepen worden om van een kabinet deel uit te maken, kunnen hun functie niet blijven uitoefenen of de bevoegdheid ervan blijven uitoefenen.
§ 2. De toekenning van het in paragraaf 1, lid 1, bedoelde verlof is afhankelijk van de aanneming, door de Staat, de Gemeenschap of het Gewest, van bepalingen die het de Franse Gemeenschap mogelijk maken, bij het begin van elk kwartaal de van de bezoldiging die ze in de loop van het voorafgaande kwartaal aan het betrokken personeelslid heeft betaald. " .
Art. 5. De Minister van Hoger Onderwijs en de Minister van Onderwijs zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 mei 1995.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Onderwijs,
Ph. MAHOUX
De Minister van Hoger Onderwijs,
M. LEBRUN