7 APRIL 1995. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap ter uitvoering van het decreet d.d. 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs met volledig leerplan. (VERTALING)
Art. 1-11
Artikel 1. De vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties bedoeld in artikel 7, § 1, 2° van voormeld decreet van 27 oktober 1994 omvatten 4 leden aangewezen door de voor het secundair onderwijs bevoegde Minister op de voordracht van de "Union wallonne des Entreprises", 1 lid aangewezen op de voordracht van de "Union wallonne des Classes moyennes" en 1 lid aangewezen op de voordracht van de "Union des Entreprises de Bruxelles".
Art.2. De in artikel 7, § 1 van het decreet bedoelde vertegenwoordigers houden op lid van de Gemeenschapscommissie voor beroepen en kwalificaties te zijn zodra zij de hoedanigheid verliezen op grond waarvan zij werden aangesteld.
Art.3. De Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort, stelt de voorzitter van de Gemeenschapscommissie voor beroepen en kwalificaties onder de in artikel 7, § 1, 2° van het decreet d.d. 27 oktober 1994 bedoelde leden aan.
Art.4. Op de voordracht van de Algemene Raad opgericht bij toepassing van artikel 1 van bovenvermeld decreet, stelt de Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort, twee ondervoorzitters aan die de voorzitter van de Gemeenschapscommissie voor beroepen en kwalificaties bijstaan.
Art.5. De Gemeenschapscommissie voor beroepen en kwalificaties vergadert op gezamenlijk initiatief van de voorzitter en de ondervoorzitters.
Art.6. De Gemeenschapscommissie voor beroepen en kwalificaties legt haar huishoudelijk reglement vast en legt het, via de Algemene Raad, aan de Minister ter goedkeuring voor.
Art.7. De mandaten van de leden van de Gemeenschapscommissie voor beroepen en kwalificaties zijn onbezoldigd.
De commissieleden gemeten de terugbetaling van hun reiskosten onder dezelfde voorwaarden als de personeelsleden van de diensten van de Gemeenschapsregering.
Voor de toepassing van lid 2 worden de commissieleden die niet van de diensten van de Gemeenschapsregering deel uitmaken, gelijkgesteld met ambtenaren met de graad van directeur.
De deskundigen op wier samenwerking een beroep zou worden gedaan overeenkomstig artikel 7, § 1, laatste lid van bovenvermeld decreet, worden voor hun reiskosten vergoed onder de voor de commissieleden vastgestelde voorwaarden.
Art.8. De werkingskosten van de Commissie komen ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming.
Art.9. Artikel 18 van voormeld decreet treedt in werking op 7 april 1995.
Art.10. Dit besluit treedt in werking op 7 april 1995.
Art. 11. De Minister tot wiens bevoegdheid het secundair onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 april 1995.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Onderwijs en Audiovisuele Media,
Ph. MAHOUX