22 DECEMBER 1994. - Besluit van de Waalse Regering houdende toepassing van het decreet van 22 december 1994 tot oprichting van de "Office régional de promotion de l'agriculture et de l'horticulture" (Gewestelijke Dienst voor de promotie van de land- en tuinbouw) en tot organisatie van zijn beheer. (VERTALING). - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-03-1995 en tekstbijwerking tot 23-10-1996.)
Art. 1-9
1996027198 1996027199 1996027200 1996027201 1996027202 1996027203 1996027591 1996027625 1996027694 1998027711 2002027141 2009204147 2016201293 2017204460 2017206216 2018205573
Artikel 1. De bevoegdheden van de raad van bestuur.
De raad van bestuur zorgt voor het beheer van de Dienst en beschikt daartoe over alle nodige machten.
De raad van bestuur kan voorstellen doen aan de Regering om teksten die hij moet toepassen te wijzigen. Hij dient er de eventuele weerslag op de begroting bij te voegen. Hij kan ook adviezen geven over elk voorstel of ontwerp van tekst betreffende de wetgeving die hij moet toepassen.
De raad van bestuur stelt aan de Regering de samenstelling en de werkingswijze van de consultatieve afdelingen voor. Jaarlijks legt hij het algemeen promotieprogramma aan de goedkeuring van de Regering voor. Dit programma wordt voorgesteld voor de maand die het kalenderjaar voorafgaat, waarop het betrekking heeft.
De raad van bestuur machtigt alle rechtsgedingen. De raad van bestuur organiseert zijn diensten, hij houdt toezicht op en controleert de verrichtingen en overboeking. Hij doet een voorstel aan de Regering betreffende zijn bevoegdheden die hij wil overdragen aan het vast comité voor het dagelijksbeheer van de Dienst.
Art.2. De werking van de raad van bestuur.
Op de voordracht van het vast comité stelt de raad van bestuur zijn huishoudelijk reglement op dat onder meer voorziet in :
1° de regels betreffende de bijeenroeping van de raad op het verzoek van de Minister van Landbouw of van zijn commissaris, van de voorzitter of van de persoon belast met het beheer van de Dienst of van vijf leden;
2° de regels in verband met het voorzitterschap indien de voorzitter en de ondervoorzitter afwezig of verhinderd zijn;
3° de aanwezigheid van ten minste de helft van de leden om geldig te beraadslagen, alsook de stemmingswijze in de raad;
4° de medeondertekening van de financiële verrichtingen, de bepaling van de handelingen van dagelijks beheer van de raad van bestuur toevertrouwd aan het vast comité en de voorwaarden van het houden, de vaststelling en de ondertekening van het bijzonder inschrijvingsregister van de verslagen van de vergaderingen zowel van de raad als van het vast comité, met inbegrip van de afschriften en uittreksels;
5° de voorwaarden waaronder de raad beroep kan doén op bijzonder bevoegde personen voor het onderzoek van specifieke vragen.
Dit huishoudelijk reglement en iedere wijziging worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.
De raad van bestuur vergadert ten minste één keer per maand. Hij duidt onder de personeelsleden van de Dienst de persoon aan, die belast wordt met zijn secretariaat, alsmede zijn adjunct.
Het bedrag van de aan de voorzitter en ondervoorzitter toe te kennen vergoeding, alsook het bedrag van het aan de leden van de raad van bestuur, de commissarissen, de leden met raadgevende stem en uitgenodigden inbegrepen toe te kennen presentiegeld, worden door de Regering vastgesteld en geïndexeerd. Het bedrag van de reis- en verblijfkosten is dat dat toegepast wordt op de opperambtenaren van het Waalse Gewest.
Deze vergoedingen, presentiegelden en kosten zijn ten laste van de Dienst.
Art.3. De leden van de raad van bestuur.
De voorzitter en de ondervoorzitter worden door de Regering benoemd.
Op de voordracht van de betrokken Minister, benoemt de Regering :
- een vertegenwoordiger van de Minister van Landbouw;
- een vertegenwoordiger van de Minister van Economie.
Op de voordracht van de betrokken organisaties en verenigingen, benoemt de Regering :
- drie vertegenwoordigers van de "Entente syndicale wallonne UPA-UDEF";
- drie vertegenwoordigers van de "Alliance agricole belge" (Belgische Boerenbond);
- een vertegenwoordiger van de Duitstalige leden van de provinciale landbouwkamer van Luik;
- drie leden van de "Entente wallonne des Classes moyennes", onder wie een vertegenwoordiger van de agrovoedingssector en van de distributiesector;
- drie leden van de "Union wallonne des Entreprises", onder wie een vertegenwoordiger van de agrovoedingssector en van de distributiesector;
- een vertegenwoordiger van de verbruikers;
- een vertegenwoordiger van de afdeling agrovoeding van de Commissie van de keurmerken.
Deze leden hebben raadgevende stem; er zijn geen plaatsvervangers.
De Regering kan een lid ontslaan dat meer dan drie opeenvolgende vergaderingen niet bijwoont, behalve in geval van overmacht. Zij voorziet in zijn vervanging binnen de maand na haar beslissing.
Indien een mandaat vakant is wegens een overlijden, een ontslag of een andere reden wordt de ver vanger benoemd om het mandaat van het lid dat hij opvolgt te beëindigen, onder dezelfde voorwaarden dan de eerste benoeming.
Op uitdrukkelijke beslissing van de Regering kunnen de functies van een lid eindigen door het verlies van de hoedanigheid waarbij hij benoemd werd.
De voorzitters van de in artikel 5 bedoelde consultatieve afdelingen, een vertegenwoordiger van de "Office des produits wallons" (Dienst van de Waalse Produkten), een ambtenaar van de Directie Landbouw van de "Agence wallonne a l'Exportation" (Waals Exportagentschap), alsmede een vertegenwoordiger van de interprovinciale van de landbouwdiensten zetelen met raadgevende stem.
Art.4. Het dagelijks beheer van de Dienst.
(Het vast comité is belast met de promotie van de reputatie van de Waalse landbouw, alsook met alle taken van dagelijks beheer en met de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.) Het bepaalt de taken van dagelijks beheer die het aan de directeur-generaal en aan de inspecteur-generaal overdraagt. Het vast comité stelt de agenda van de raad van bestuur op. De bevoegdheden en de werking van het vast comité zijn voorzien in het huishoudelijk reglement. <BWG 1996-09-12/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 23-10-1996>
De directeur-generaal en de inspecteur-generaal wonen de vergaderingen van de raad van bestuur bij met raadgevende stem; zij verschaffen het alle inlichtingen en leggen het alle voorstellen voor die nuttig zijn voor de goede werking van de Dienst.
De directeur-generaal houdt de boeken van de gelden en waarden van de Dienst; hij hoeft geen borg tocht te stellen. Maandelijks legt hij de boekhouding van de Dienst voor aan de raad van bestuur.
Hij verzekert de bevoegdheden van de opperambtenaar in de uitvoering van de wet betreffende de openbare opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.
Op de Voordracht van het vast comité kan de raad van bestuur de directeur-generaal en de inspecteur-generaal machtigen een deel van de hun toegekende bevoegdheden, alsook de ondertekening van de bescheiden en de briefwisseling over te dragen. De directeur-generaal vertegenwoordigt de Dienst in de openbare, gerechtelijke en buitengerechtelijke, alsook onderhandse akten. Hij handelt op een geldige wijze in zijn naam en voor zijn rekening, zonder een beslissing van de raad van bestuur hoe ven te rechtvaardigen. Nochtans, wat betreft handelingen die de Dienst verbinden boven een door de raad van bestuur te bepalen bedrag, is de handtekening van de voorzitter van de raad van bestuur eveneens geëist. In overeenstemming met de raad kan de directeur-generaal zijn bevoegdheid de Dienst te vertegenwoor digen voor de burgerlijke en administratieve gerechten aan één of meerdere personeelsleden overdragen.
Indien de directeur-generaal verhinderd is worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de inspecteur-generaal. Indien deze verhinderd is, wordt een personeelslid van de Dienst met de rang van directeur door het vast comité aangewezen om de functies waar te nemen.
Art.5. De consultatieve afdelingen.
Op de voordracht van de raad van bestuur legt de Minister van Landbouw het ontwerp van de samenstelling van de consultatieve afdelingen voor aan de Waalse Regering die de leden ervan benoemt.
De voorwaarden die de termijn en de vernieuwing van de leden van de raad van bestuur regelen zijn toepasselijk op de leden van de consultatieve afdelingen. Zij zorgen onder meer voor de vertegenwoordiging van de sectoren grote teelten, tuinbouw, fokkerij en vlees, zuivel en zuivelprodukten, alsook kleinvee en visteelt.
Elke afdeling onderzoekt alle problemen verbonden aan de promotie van de produkten van haar bevoegdheid. (De opdrachten van de afdeling "reputatie van de landbouw" zijn :
- valorisatie van de reputatie van de Waalse landbouw en ondersteuning van de sectoriële acties;
- promotie van verschillende activiteiten, de diversiteit en de rol van de landbouw en van de landbouwers in al hun functies door o.m. de aandacht te vestigen op deze nieuwe eigenschappen;
- de promotie van de scheidslijn tussen landbouw en leefmilieu, tussen landbouw en maatschappij;
- de promotie van de sociale, kulturele en milieugebonden functies van de landbouw;
- quantificatie van de verschillende doelgroepen, van hun gedrag en hun reacties t.o.v. het verbruik.
Haar eigen begroting is gelijk aan eenderde van het saldo van de dotatie van de Waalse Regering.) Elke afdeling kan vragen dat een verplichte bijdrage per produkt of per groep produkten die tot haar bevoegdheid behoren, ingesteld wordt. Daartoe doet zij een voorstel voor het bedrag, de ontvangstwijze en de duur van genoemde bijdragen. Zij maakt ook een voorstel voor het gebruik van de zodanig geïnde fondsen. <BWG 1996-09-12/38, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 23-10-1996>
Deze voorstellen en adviezen worden door toedoen van het vast comité aan de raad van bestuur overgemaakt.
Op de voordracht van de Minister van Landbouw en op advies van de raad van bestuur bepaalt de Waalse Regering het bedrag, de ontvangstwijze van genoemde bijdragen.
Art.6. Het toezicht op en het financieel stelsel van de Dienst.
Buiten het jaarlijks activiteitenverslag doet de Dienst ook elk verslag van de raad van bestuur en van het vast comité toekomen aan de Ministers tot wiens bevoegdheden de Landbouw en de Begroting behoren.
Het boekjaar van de Dienst stemt overeen met het kalenderjaar.
De Dienst houdt een dubbele boekhouding. De financiële verrichtingen van de Dienst moeten door de directeur-generaal of door de inspecteur-generaal ondertekend zijn en medeondertekend door de voorzitter van de raad van bestuur of, bij gebreke, van de ondervoorzitter.
Indien deze verhinderd zijn worden zij medeondertekend door de leden van de raad van bestuur die door de raad daarvoor aangewezen zijn.
Art.7. De bijdragen.
De bepalingen van de koninklijke besluiten van 31 juli 1989, 22 mei 1990, 2 januari 1991, 28 november 1991, 4 mei 1992, 15 juni 1993 en van de besluiten van de Waalse Regering van 16 december 1993, 24 maart 1994 en 24 november 1994 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdelingen opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten worden toegepast door de "Office régional de promotion de l'agriculture et de l'horticulture".
Art.8. Uitvoering.
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Begroting en de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw zij n belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9. Inkrachttreding.
De datum van inkrachttreding van het decreet van 22 december 1994 tot oprichting van de "Office régional de promotion de l'agriculture et de l'horticulture" (Gewestelijke Dienst voor de promotie van de land- en tuinbouw) is vastgesteld op 31 december 1994.
Dit besluit wordt van kracht op dezelfde datum.
Namen, 22 december 1994,
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, KMO's, Externe Betrekkingen en Toerisme,
R. COLLIGNON
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Begroting,
B. ANSELME
De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
G. LUTGEN