29 SEPTEMBER 1995. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de in artikel 34, 12°, van dezelfde wet bedoelde verstrekkingen.
Art. 1-3
Artikel 1. De bepalingen van artikel 1, § 1, van het ministerieel besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 12 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de in artikel 34, 12°, van dezelfde wet bedoelde verstrekkingen, worden vervangen door de volgende bepalingen :
"§ 1. De tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor de verstrekkingen, bedoeld in artikel 34, 12°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt als volgt vastgesteld in de in hetzelfde artikel bedoelde inrichtingen die zijn toegetreden tot de overeenkomst tussen de rustoorden voor bejaarden en de verzekeringsinstellingen :
1° als de rechthebbende is opgenomen in een erkend rustoord voor bejaarden :
per dag per rechthebbende naargelang deze is gerangschikt in één van de afhankelijkheidscategoriën O, A, B of C die zijn bedoeld in artikel 153terdecies van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vanaf 1 oktober 1995 : 43 F (forfait 0), 129 F (forfait A), 706 F (forfait B) en 995 F (forfait C). Deze bedragen worden verhoogd met respectievelijk 1 F, 1 F, 7 F en 10 F tot 31 december 1995.
De tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt echter beperkt :
- tot het bedrag dat overeenstemt met de afhankelijkheidscategorie B voor de rechthebbenden die in de afhankelijkheidscategorieën B of C zijn gerangschikt, als de hiervoren bedoelde inrichting (met inbegrip van de RVT.-afdeling van diezelfde inrichting) minder dan vijftien patiënten, gerangschikt in de afhankelijkheidscategorieën B of C huisvest;
- tot het bedrag dat overeenstemt met de afhankelijkheidscategorie A voor de rechthebbenden die in de afhankelijkheidscategorieën B of C zijn gerangschikt, als de hiervoren bedoelde inrichting de continuïteit van de verzorging als bedoeld in artikel 2, § 3 van dit besluit, niet verzekert.
Indien voormelde inrichting ten opzichte van het totaal aantal erkende bedden (afgezien van de afdeling RVT. van die inrichting) 40 % of meer patiënten telt die zijn ondergebracht in de afhankelijkheidscategorieën B of C en daarenboven minstens 25 patiënten (met inbegrip van degenen die verblijven in de RVT.-afdeling van die inrichting) huisvest die eveneens zijn ondergebracht in de categorieën B of C, wordt, onverminderd de bepalingen van artikel 2, § 2, van dit besluit en op voorwaarde dat voormelde inrichting alle tegemoetkomingen van de verzekering voor geneeskundige verzorging geniet voor de bedragen die overeenstemmen met de afhankelijkheidscategorieën B en C, het bedrag dat overeenstemt met de afhankelijkheidscategorie C verhoogd (en wordt aldus het forfait C+).
Deze verhoging bedraagt 95 F vanaf 1 oktober 1995. Hieraan dient een inhaalbedrag te worden toegevoegd van 1 F dat geldt tot 31 december 1995.
2° als de rechthebbende is opgenomen in een inrichting die zonder als rustoord voor bejaarden te zijn erkend, de gemeenschappelijke woon- of verblijfplaats van bejaarden uitmaakt en is geregistreerd door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering :
per dag en per rechthebbende :
vanaf 1 oktober 1995 : 43 F. Aan dit bedrag moet een inhaalbedrag worden toegevoegd van 1 F hetgeen geldt tot 31 december 1995."
Art.2. Artikel 2, § 3, derde lid van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1995.
Brussel, 29 september 1995.
Mevr. M. DE GALAN