Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en het koninklijk besluit van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 6, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1984022120  1985022286 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 april 1984 tot uitvoering van de artikelen 42bis en 56, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juni 1984, 24 augustus 1987, 7 mei 1991 en 25 november 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de inleidende zin van het eerste lid worden de woorden "derde lid" vervangen door de woorden "vierde lid";
  2° het derde lid wordt vervangen door het volgende lid :
  "Voor de toepassing van het tweede lid wordt evenwel niet als beroepsactiviteit beschouwd:
  a) de tewerkstelling in een onvrijwillige deeltijdse betrekking bedoeld in artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;
  Het gedeelte van het uit deze activiteit verworven brutoloon dat 6 780 frank per maand overschrijdt wordt gevoegd bij het vervangingsinkomen bedoeld in artikel 3;
  b) de deeltijdse tewerkstelling bedoeld in artikel 29, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
  Het gedeelte van het uit deze activiteit verworven brutoloon dat 6 780 frank per maand overschrijdt wordt gevoegd bij het vervangingsinkomen bedoeld in artikel 3;
  c) de winstgevende activiteit waarvan het brutoloon niet meer bedraagt dan 6 780 frank per maand. Dit bedrag wordt niet gevoegd bij het vervangingsinkomen in artikel 3.";
  3° in het vijfde lid worden de woorden "gedeeltelijke werkloosheid" vervangen door de woorden "tijdelijke werkloosheid".

Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 november 1991, worden de woorden "artikel 1, zevende lid " vervangen door de woorden "artikel 1, zesde lid".

Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 november 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de 5° worden de woorden "koninklijk besluit van 13 januari 1989 betreffende de toekenning van een anciënniteitstoeslag aan oudere werklozen" vervangen door de woorden "koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering";
  2° het enig lid wordt aangevuld als volgt :
  "7° de sociale uitkeringen die samen niet meer bedragen dan 6 780 frank bruto per maand en worden toegekend aan de personen bedoeld in artikel 1, tweede lid. Artikel 1, vierde lid, is op dit bedrag van toepassing.".

Art.4. In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 6, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, worden de woorden "artikel 124 van het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid" vervangen door de woorden "artikel 36, § 1, eerste lid, 2°,a) en b), van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering".

Art.5. In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 124 van het reeds vermeld koninklijk besluit van 20 december 1963" vervangen door de woorden "artikel 36, § 1, eerste lid, 2°, c), van het koninklijk besluit van 25 november 1991".

Art.6. In artikel 2bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het konink- lijk besluit van 5 juni 1990, worden de woorden "artikel 124bis van voormeld koninklijk besluit van 20 december 1963" telkens vervangen door de woorden "artikel 36, § 1, eerste lid, 2°, e) tot g), van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991".

Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1992, met uitzondering van artikel 1, 2°, in zoverre het een derde lid, b) invoert, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juni 1993 en artikel 3, 2°, dat in werking treedt de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 6 april 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN