7 DECEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de presentiegelden en reiskosten toegekend aan de Voorzitter, de Ondervoorzitter en de leden van de Raad van bestuur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Art. 1-4
Artikel 1. Aan de Voorzitter, de Ondervoorzitter en de leden van de Raad van bestuur wordt een presentiegeld toegekend waarvan het bedrag op 2 000 frank per zitting is vastgesteld voor de Voorzitter en de Ondervoorzitter en op 1 000 frak per zitting voor de leden.
Art.2. De Voorzitter, de Ondervoorzitter en de leden van de Raad van bestuur hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten overeenkomstig de reglementering die voor het rijkspersoneel geldt.
In dit verband wordt het ambt van de Voorzitter geacht een ambt te zijn van rang 16 n de hiërarchie der graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen titularis kunnen zijn, en dit van Ondervoorzitter van rang 15.
Wanneer de leden van de Raad van bestuur niet tot een overheidsdienst behoren, of wanneer de graden die zij voeren niet in een rang zijn ingedeeld, worden voor de toepassing van het eerste lid, de betrokkenen gelijkgesteld met ambtenaren waarvan de graad tot rang 13 behoort.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 3 juni 1993.
Art. 4. Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 december 1993.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
J.-L. DEHAENE