Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 MEI 1995. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 oktober 1993 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten.



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993016154 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 7 oktober 1993 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 3 december 1993 en 20 april 1994, wordt aangevuld als volgt :
  " 3. Landbouwer in hoofdberoep :
  1° hetzij de natuurlijke persoon die zelf het landbouwbedrijf uitbaat, die uit het bedrijf een belastbaar inkomen verwerft dat meer dan 50 % bedraagt van het netto belastbaar bedrag van zijn globaal inkomen en die aan werkzaamheden buiten het bedrijf minder dan 50 % van zijn totale arbeidsduur besteedt;
  2° hetzij de rechtspersoon waarvan de statuten de uitbating van een landbouwbedrijf en de verhandeling hoofdzakelijk van de op het bedrijf voortgebrachte produkten tot voorwerp hebben, en die daarenboven voldoet aan volgende voorwaarden :
  1. opgericht zijn in de vorm van een landbouwvennootschap bedoeld bij de wet van 12 juli 1979 tot instelling van de landbouwvennootschap, ofwel
  2. opgericht zijn in één der vormen bedoeld bij het Wetboek van koophandel, boek I, titel IX, sectie I, artikel 2, en bovendien de volgende voorwaarden vervullen :
  a) opgericht zijn voor een duur van ten minste twintig jaar;
  b) de aandelen of de deelbewijzen van de vennootschap moeten op naam zijn;
  c) de aandelen of deelbewijzen van de vennootschap moeten voor ten minste 51 % toebehoren aan de bestuurders of zaakvoerders;
  d) de bestuurders of zaakvoerders moeten onder de vennoten worden aangewezen;
  e) de bestuurders of zaakvoerders van de vennootschap moeten meer dan 50 % van hun tijd besteden aan landbouwwerkzaamheden in de vennootschap en meer dan 50 % van het netto belastbaar bedrag van hun globaal inkomen uit die activiteit halen.
  3° hetzij de groepering van natuurlijke of rechtspersonen of van beide waarin al de natuurlijke personen meer dan 50 % van hun totale arbeidsduur aan landbouwwerkzaamheden in de groepering besteden en uit die werkzaamheden meer dan 50 % van het netto belastbaar bedrag van hun globaal inkomen halen, en waarin al de rechtspersonen de onder punt 2° vermelde voorwaarden vervullen en meer dan 50 % van hun activiteit aan de landbouwwerkzaamheden van de groepering besteden."

Art.2. In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " bij de Nationale Zuiveldienst" en " deze Dienst" respectievelijk vervangen door de woorden " bij de Directeur-generaal van het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie" en " het Ministerie".

Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden volgende wijzi- gingen aangebracht :
  A. In § 1, 2de lid, worden de woorden " de Nationale Zuiveldienst" vervangen door de woorden " het Ministerie
  B. In § 1 worden het 3de en 4de streepje vervangen door de volgende tekst :
  " - de producent-overlater moet het bewijs leveren dat hij tijdens de 2 voorgaande tijdvakken melk heeft geleverd en/of rechtstreeks verkocht, behoudens gevallen van overmacht of wanneer de overdracht geen cumul van referentiehoeveelheden meebrengt voor de producent-overnemer en wanneer deze laatste landbouwer in hoofdberoep is;
  - de producent-overnemer mag gedurende het lopende tijdvak en de 2 volgende tijdvakken geen referentiehoeveelheid overdragen als overlater, behoudens gevallen van overmacht en in geval van verkoop of vererving van de gronden dienstig voor de melkproduktie of wanneer de overlater en de overnemer bloed- of aanverwant zijn in de eerste graad of wanneer de overdracht geen cumul van referentiehoeveelheden meebrengt voor de producent-overnemer en wanneer deze laatste landbouwer in hoofdberoep is".
  C. In § 1, wordt een 5de streepje, luidend als volgt, ingevoegd :
  " - de producent-overlater mag gedurende het lopende tijdvak en de 2 volgende tijdvakken geen referentiehoeveelheid overnemen".
  D. In § 1, laatste lid, worden de woorden " behalve wanneer de overlater en de overnemer bloed- of aanverwanten in de eerste graad zijn" na de woorden " in deze zone" ingevoegd.
  E. In § 2, worden de woorden " de Nationale Zuiveldienst" vervangen door de woorden " Directeur-generaal van het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie."

Art.4. Een artikel 4bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
  " Artikel 4bis. In geval van gehele of gedeeltelijk overdracht van een bedrijf niet bedoeld in artikel 4 aan een persoon die geen producent is, bedraagt de afname voor de reserve 90 % van de over te dragen referentiehoeveelheid die 20 000 liter overtreft per ha grond dienstig voor de melkproduktie en door de overlater behouden op het grondgebied van de oude gemeente waar de installaties van de produktie-eenheid gelegen zijn/waren waarvan zij deel uitmaken en van waaruit per 31 maart 1993 de leveringen en/of rechtstreekse verkopen gebeurden die door het Ministerie geboekt worden op de bedoelde referentiehoeveelheid, of op het grondgebied van een naburige oude gemeente."

Art.5. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzi- gingen aangebracht :
  A. In § 1 wordt het derde lid door het volgende lid vervangen:
  " Indien de producent-overnemer een groepering van natuurlijke personen, landbouwers in hoofdberoep, is van wie er ten minste twee bloed- of aanverwant zijn in de eerste graad, of bloedverwant in de tweede graad, wordt het plafond van 520 000 liter verhoogd tot 720 000 liter; indien de producent-overnemer een rechtspersoon landbouwer in hoofdberoep is waarvan ten minste twee zaakvoerders of bestuurders bloed- of aanverwant zijn in de eerste graad, of bloedverwant in de tweede graad, wordt het plafond van 520 000 liter eveneens verhoogd tot 720 000 liter."
  B. § 2 wordt als volgt vervangen door die volgende bepaling :
  " § 2. De afname bedoeld in § 1 wordt evenwel verhoogd tot 90 %, van de overgedragen referentiehoeveelheid, indien de producentovernemer in gebreke blijft om het bewijs te leveren van zijn hoedanigheid als landbouwer in hoofdberoep gedurende heel de duur van het jaar van de uitwerking van de overdracht of, in geval van beginnende werkzaamheid, gedurende heel de duur van het volgende burgerlijk jaar.
  De producent-overnemer verbindt er zich onherroepelijk toe aan het Ministerie, op dezes eerste vraag, de aanslagbiljetten, samen met de berekeningsnota en de landbouwbijlage van de belastingaangifte, over te leggen m.b.t. zijn inkomen en dat van zijn bestuurders, zaakvoerders of vennoten, van het jaar van uitwerking van de overdracht alsook, in voorkomend geval, van het volgende burgerlijk jaar.".
  C. In §. 3, lid 1 en 2, worden de woorden " Nationale Zuiveldienst" vervangen door de woorden " het Ministerie".
  D. In § 7 worden de woorden " De afnames voor de reserve voorzien in §§ 1,3 en 5" vervangen door de woorden " De afnames voor de reserve bedoeld in §§ 1 en 5".

Art.6. In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 6. § 1. De overdrachten van referentiehoeveelheden bedoeld in de artikelen 3 en 4 worden geregistreerd ofwel ambtshalve, ofwel op aanvraag gericht aan de Directeur-generaal van het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie aan de hand van een typeformulier beschikbaar bij het Ministerie."

Art.7. Art. 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 7. Het Ministerie, Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer, verifieert of de voorwaarden van overdracht vervuld zijn en past artikel 5 toe. De Directeur-generaal van het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie, deelt zijn beslissing mee aan de betrokken partijen die een beroep kunnen indienen bij de Secretaris-generaal van het Ministerie gedurende de maand die volgt op de mededeling van de beslissing."

Art.8. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzi- gingen aangebracht .
  A. De woorden " aan de Nationale Zuiveldienst" en " deze Dienst" worden respectievelijk vervangen door de woorden " aan de Directeur-generaal van het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie" en " dit Ministerie".
  B. Punt 4° wordt vervangen door de volgende bepaling:
  " 4° een producent kan geen referentiehoeveelheid tijdelijk overdragen, indien hij reeds tijdelijk een of meer referentiehoeveelheden gedurende meer dan één van de vier vorige tijdvakken heeft overgedragen."

Art.9. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  A. Er wordt een § 1ter met de volgende tekst toegevoegd
  " § 1ter. Voor het tijdvak van 1 april 1990 tot 31 maart 1995 worden de bijkomende referentiehoeveelheden bedoeld in artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit verdeeld per zone in verhouding tot de referentiehoeveelheden die per zone aan de reserve gevoegd werden, aan de producenten die op 31 maart 1995 voldoen aan de volgende voorwaarden :
  - jonger zijn dan 40 jaar.
  - beschikken over een totale referentiehoeveelheid " leveringen en rechtstreekse verkopen " van minimum 60 000 liter;
  - zich in de periode van 1 april 1990 tot 31 maart 1995 voor de eerste maal gevestigd hebben als landbouwer in hoofdberoep; de producenten verbinden er zich onherroepelijk toe aan het Ministerie, op dezes eerste vraag, de aanslagbiljetten, samen met de berekingsnota en de landbouwbijlage van de belastingsaangifte, over te leggen m.b.t. hun inkomen en dit van hun bestuurders, zaakvoerders of vennoten, van het jaar van hun eerste vestiging, alsook van alle volgende jaren."
  B. Er wordt een § 3bis met de volgende tekst ingevoegd :
  " § 3bis. De producenten bedoeld in § 1ter moeten voor 1 juli 1995 een aanvraag indienen per aangetekende brief bij de Directeurgeneraal van het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie, op een typeformulier beschikbaar bij het Ministerie. Bij de aanvraag dienen volgende documenten te worden gevoegd :
  - uittreksel uit de geboorteakte;
  - kopie van de akte van overname van een eerste bedrijf;
  - kopie van de identificatiekaart van het bedrijf op naam van de producent.
  Indien deze laatste twee documenten niet kunnen worden voorgelegd, kan het bewijs geleverd worden door alle rechtsmiddelen dat de producent de voorwaarden vervult.
  De producenten die tijdens het vorige tijdvak een bijkomende referentiehoeveelheid hebben verkregen, hoeven evenwel geen nieuwe aanvraag meer in te, dienen."
  C. In § 4 worden de woorden " in §§ 1, 1bis en 1ter" tussen de woorden " bedoeld" en " wordt rekening gehouden" ingevoegd. "

Art.10. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden " aan de nationale zuiveldienst " vervangen door de woorden " aan de Directeur-generaal van het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie".

Art.11. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden volgende wijzi- gingen aangebracht :
  A. In § 2 worden de woorden " aan de Nationale Zuiveldienst" en " deze Dienst" respectievelijk vervangen door de woorden " aan het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie" en " het Ministerie ".
  B. § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. De producent die tijdens het betrokken tijdvak melk of zuivelprodukten rechtstreeks heeft verkocht of die beschikte over een referentiehoeveelheid voor rechtstreekse verkopen, moet conform het bepaalde in de artikelen 4 en 7 van verordening (EEG) nr. 536/93 :
  - 1° in het register hem ter beschikking gesteld door het Ministerie een produktboekhouding, alsook een permanente inventaris van de melkkoeien bijhouden.
  Dit register en de daarbij horende bewijsstukken dienen gedurende 5 jaar ter beschikking van het Ministerie te worden gehouden ;
  - 2° voor het einde van de maand die volgt op de betrokken maand, aan het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie de maandelijkse verklaring van de verkopen van melk en zuivelprodukten, ingevoegd in het register bedoeld in 1°, toesturen;
  - 3° het verklaringsformulier, per tijdvak, van de verkopen van melk en zuivelprodukten, eveneens ingevoegd in het register bedoeld in 1°, invullen.
  - 4° dit formulier aan de provinciale bureaus van het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie, per aangetekende brief en ten laatste op 30 april van het volgende tijdvak, opsturen, eventueel vergezeld van de aanvraag tot tijdelijke wijziging of tot tijdelijke vaststelling van de referentiehoeveelheid, bepaald bij art. 2, § 1."
  C. In § 4 worden de woorden " §§ 2 en 3 " vervangen door de woorden " § § 2 en 3, 4° ".

Art.12. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden " De Nationale Zuiveldienst kan nemen" vervangen door de woorden " Het Ministerie neemt".

Art. 13. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1995.
  Brussel, 19 mei 1995.
  A. BOURGEOIS