22 DECEMBER 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van titel III van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. (NOTA : besluit bevestigd door de W 1996-02-09/31)
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 68, 7° van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 7° eindapparaat : apparatuur die bestemd is om te worden aangesloten op de openbare telecommunicatie-infrastructuur, dat wil zeggen :
a) om rechtstreeks te worden aangesloten op een aansluitpunt of
b) voor interactie met de openbare telecommunicatie-infrastructuur via rechtstreekse of onrechtstreekse aansluiting op een aansluitpunt, ten behoeve van de overbrenging, verwerking of ontvangst van informatie, ongeacht of het verbindingssysteem bestaat uit metaaldraden, radioverbindingen, optische systemen of andere elektromagnetische systemen."
Art.2. Artikel 88 van dezelfde wet wordt aangevuld door het volgende lid : " De Koning bepaalt de voorwaarden waaronder er gebruik mag worden gemaakt van satellietdiensten, in afwijking van lid 1 ".
Art.3. In artikel 92, § 1 van dezelfde wet wordt het volgende lid tussen de leden 1 en 2 ingevoegd : " De Koning bepaalt de voorwaarden waaronder er gebruik mag worden gemaakt van satellietdiensten, in afwijking van lid 1. "
Art.4. Artikel 94, § 1 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. De eindapparaten moeten goedgekeurd zijn door de Minister op voorstel van het Instituut voorzover zij niet op hun conformiteit zijn geëvalueerd en voorzien zijn van het CE-merkteken van conformiteit voorgeschreven in richtlijn 91/263/EEG van de Raad van 29 april 1991 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende eindapparatuur voor communicatie en de onderlinge erkenning van de conformiteit van de apparatuur, gewijzigd door richtlijn 93/68/EEG van de raad van 22 juli 1993 of in richtlijn 93/97/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 houdende aanvulling van richtlijn 91/263/EEG wat de apparatuur voor satellietgrondstations betreft.
Alle apparatuur die op de openbare telecommunicatie-infrastructuur kan worden aangesloten, maar niet voor dit doel is bestemd, moet bij de Minister worden aangegeven door de fabrikant of door de leverancier, overeenkomstig het door de Minister vastgelegde model, wanneer de eerste in de handel brenging van de apparatuur binnen de Europese Unie, in België gebeurt. "
Art.5. In artikel 96 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A. de 1° wordt door de volgende bepaling vervangen :
" 1° reclame te voeren voor een eindapparaat, zonder melding te maken van zijn goedkeuring en het gebruik waarvoor het is goedgekeurd, of voor een apparatuur die op de openbare telecommunicatie-infrastructuur kan worden aangesloten, maar niet voor dit doel is bestemd, zonder melding te maken van het gebrek aan goedkeuring. "
B. in 2° worden de woorden " of gebrek aan goedkeuring " geschrapt.
C. het artikel wordt aangevuld als volgt :
" 3° een uitrusting die op de openbare telecommunicatie-infrastructuur kan worden aangesloten, maar niet voor dit doel is bestemd, op het Belgische grondgebied of bestemd voor dit gebied, te verkopen, te verhuren, in leen te geven of op een andere wijze ter beschikking te stellen, te koop of ter verhuring aan te bieden, als die uitrusting niet vergezeld gaat van een verklaring van de fabrikant of van de leverancier volgens het model dat door de Minister op voorstel van het Instituut is vastgesteld en zonder dat het gebrek aan goedkeuring is vermeld op de wijze bepaald door de Minister op voorstel van het Instituut. "
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 31 december 1994.
Art. 7. Onze Minister tot wiens bevoegdheid het verkeerswezen en de overheidsbedrijven behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven,
E. DI RUPO