20 FEBRUARI 1995. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de berekeningswijze van de vergoeding die verschuldigd is aan de leerlingen in de ondernemingen die tot het ressort van het Paritair Subcomité voor het koetswerk behoren.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de patroons en de leerlingen die in toepassing van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst, een leerovereenkomst hebben gesloten in de ondernemingen die tot het ressort van het Paritair Subcomité voor het koetswerk behoren.
Art.2. De in artikel 1 bedoelde leerling heeft recht op een vergoe- ding waarvan het bedrag overeenstemt met een bepaald percentage van het minimumloon van hulpwerkman, zoals bepaald voor de ondernemingen die tot het ressort van het Paritair Subcomité voor het koetswerk behoren.
Het in het eerste lid bedoelde percentage wordt als volgt vastgesteld :
- 60 % wanneer de leerling 15 of 16 jaar is;
- 70 % wanneer de leerling 17 jaar is;
- 80 % wanneer de leerling 18 jaar of ouder is.
Art.3. De in artikel 2 bedoelde vergoeding wordt uitgekeerd voor alle uren die als leertijd in de onderneming worden doorgebracht.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1994.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 februari 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET