31 MEI 1995. - Ministerieel besluit houdende ambtelijke erkenning en indeling van een springstof.
Art. 1
Artikel1. Enig artikel. Het randnummer C-24 van de lijst der ambtelijke erkende springstoffen wordt gewijzigd als volgt :
1.
a) Stoffen gekorreld of in poedervorm, die rook ontwikkelen ten dienste van land- en bosbouw;
b) Patronen of geperste tabletten van voormelde stoffen die rook ontwikkelen ten dienste van land- en bosbouw, of ter bestrijding van schadelijke insekten;
c) rooktuigen voor welbepaalde technische doeleinden.
2. Deze stoffen en/of voorwerpen moeten verpakt zijn in houten kisten, voorzien van een binnenbekleding van pakpapier, geolied papier of golfkarton. Deze binnenbekleding is niet nodig, indien de voorwerpen afzonderlijk in papier of karton verpakt zijn. Een collo mag niet meer wegen dan 100 kg.
Rooktuigen onder 1b en 1c mogen, indien zij gewikkeld zijn in papier of karton, ook verpakt zijn :
a) in dozen van golfkarton of van sterk karton : een collo mag niet meer wegen dan 20 kg;
b) in dozen van gewoon karton : een collo mag niet meer wegen dan 5 kg.
3. C.
Ic, 27°.
4. Neen.
5. -
6. De rookmengsels van de bovenvermelde voorwerpen onder 1b en 1c mogen alkalische chloraten bevatten, tot ten hoogste 30 % in gewicht, mits ze vervat zijn in een stevig en waterdicht omhulsel, ze tenminste 40 % inerte stoffen bevatten welke aan de pyrotechnische ontleding van het mengsel geen werkzaam aandeel hebben en ze geen bromaat, zwavel, fosfor of ammoniakale zouten bevatten.
7 a) Voor de rooktuigen onder 1b of 1c die chloraten bevatten en die niet aan de eisen onder punt 6 voldoen, alsmede voor deze die van een springlading of van een ontplofbare ontstekingssas voorzien zijn, zie rookverwekkende, brandstichtende of chemische munitie van de klasse B, categorieën 2 en 3.
b) Bij afwijking van artikel 138 van het reglement mogen de onder 1 hierboven bedoelde stoffen en voorwerpen aan boord van de schepen samen met rookverwekkende, brandstichtende of chemische munitie in eenzelfde ruim geladen worden.
c) Rookontwikkelaars ten belope van ten hoogste 500 g pyrothechnisch mengsel erin vervat, worden voor wat het vervoer betreft, niet als springstoffen beschouwd als ze derwijze met onbrandbare, rookabsorberende stoffen verpakt zijn dat aan de criteria van de internationale gevaarsklasse UN 1.4.S. is voldaan en dat bij ontijdige activatie geen rookontwikkeling buiten de verpakking optreedt.
De wijze van verpakking moet door de Dienst der Springstoffen zijn goedgekeurd.
De colli moeten niet voorzien zijn van het opschrift " Vuurwerk, Artifices ".
8. Rookontwikkelende stoffen en tuigen van alle herkomst.
Brussel, 31 mei 1995.
M. WATHELET