22 DECEMBER 1994. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie, hierna Reglement genoemd, bindend wordt verklaard, wordt vervangen door de drie volgende leden :
" De bepalingen van artikel 1 zijn van toepassing op de elektrische installaties en belangrijke wijzigingen en uitbreidingen waarvan de uitvoering ter plaatse nog niet is aangevangen op 1 oktober 1981.
De artikelen 5, 16 en 17, 142 tot 172, 182 tot 188, 192 tot 197, 261 tot 268 en 270 tot 274 van het AREI bedoeld bij artikel 2 zijn van toepassing op de elektrische installaties.
De andere artikelen van hetzelfde Algemeen Reglement bedoeld bij artikel 2 zijn van toepassing op de elektrische installaties en belangrijke wijzigingen en uitbreidingen waarvan de uitvoering ter plaatse nog niet is aangevangen op 1 januari 1983. "
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit moet onder Reglement worden verstaan, het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties dat het voorwerp is van het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de Elektrische Instalaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 2 september 1981, 13 september 1983, 29 mei 1985, 7 april 1986, 2 juli 1986, 20 en 28 juli 1987, 6 september 1988, 17 augustus 1989, 16 januari 1990, 24 januari 1991, 4, 20 en 21 juni 1991, 17 juli 1991, 15 november 1991, 1 juli 1992 en 30 maart 1993.
Art.3. A. In artikel 163, tweede lid, eerste streepje, van het Reglement, worden de woorden " + 75 °C voor de hoogspanningslijnen van tweede categorie " vervangen door de volgende woorden : " + 75 °C voor hoogspanningslijnen van tweede categorie geïnstalleerd na 1 januari 1983 ".
B. In artikel 164, punt 1, rubriek c, onder rubriek " als vertikale afstand ", van het Reglement, worden de woorden " 2,50 m boven balkons en terrassen voorzien voor een normale toegang "; vervangen door de volgende woorden " 2,50 m boven de balkons en terrassen voorzien voor een normale toegang en 2 m voor deze overspannen door lijnen geïnstalleerd vóór 1 januari 1983; "
C. In artikel 165 van het Reglement worden de woorden " volgens de regels van goed vakmanschap " vervangen door de woorden " volgens de regels van goed vakmanschap van toepassing op het ogenblik van hun uitvoering ".
D. In artikel 170, punt 2, rubriek a, vierde lid, van het Reglement worden de woorden " laagspanningslijn aan te leggen " vervangen door de volgende woorden : " laagspanningslijn geïnstalleerd vóór 1 januari 1983 of aan te leggen ".
E. Artikel 171, punt 1, rubriek a, wordt aangevuld met de volgende beschikking : " Voor de lijnen geïnstalleerd vóór 1 januari 1983 blijft de afstand " a ", die het veiligheidsprofiel bepaalt voor laagspanningslijnen van tweede categorie en voor hoogspanningslijnen van eerste categorie, behouden op 1,5 m ".
F. Artikel 187, punt 1, rubriek b, wordt aangevuld met de volgende alinea : " ingegraven hoogspanningsleidingen van tweede categorie, geplaatst vóór 1 januari 1983, mogen op een ingravingsdiepte van ten minste 0,60 m behouden blijven ".
Art.4. De artikelen 221 tot 229, 232 tot 236, 253 tot 260, 260bis en 261 tot 265 van het ARAB houden op van toepassing te zijn op de transport en verdeling van elektrische energie, behalve deze welke zich binnen de omheining bevinden, hetzij van een als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk geklasseerde inrichting zoals opgenoemd in titel I, hoofdstuk II, van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, hetzij van een bij artikel 28 van hetzelfde reglement bedoelde inrichting.
Art. 5. Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Economische Zaken,
M. WATHELET