28 DECEMBER 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 op de openbaarmaking van akten en stukken van vennootschappen en ondernemingen.
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 7, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 op de openbaarmaking van akten en stukken van vennootschappen en ondernemingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht.
A) Het 2° wordt aangevuld met het volgende :
"in geval van een coöperatieve vennootschap, moet worden verduidelijkt dat het een coöperatieve vennootschap met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid betreft;";
B) In het 5° worden de woorden " Bij het Bestuur der Postcheques, of bij een in België gevestigde bankinstelling, of bij een instelling vermeld in artikel 1, tweede lid, punt 1°, van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, of bij één der ondernemingen vermeld in artikel 1, tweede lid, punt 3°, van hetzelfde koninklijk besluit, of bij een door de Nationale kas voor het beroepskrediet erkende kredietvereniging, of bij een door het Nationaal Instituut voor landbouwkrediet erkend kredietfonds vervangen door de woorden "bij de Post (Postchèque) of bij een kredietinstelling bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 56 van 10 november 1967 tot bevordering van het gebruik van giraal geld."
Art.2. In artikel 8, § 1, lid 3, 4° van hetzelfde besluit, worden de woorden "bij het Bestuur der Postcheques, of bij een in België gevestigde bankinstelling, of bij een instelling vermeld in artikel 1, tweede lid, punt 1°, van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, of bij één der ondernemingen vermeld in artikel 1, tweede lid, 3°, van hetzelfde koninklijk besluit, of bij een door de Nationale voor het beroepskrediet erkende kredietvereniging, of bij een door het Nationaal Instituut voor landbouwkrediet erkend kredietfonds" vervangen door de woorden "bij de Post (Postchèque) of bij een kredietinstelling bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 56 van 10 november 1967 tot bevordering van het gebruik van giraal geld".
Art.3. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzi- gingen aangebracht :
A) Paragraaf 2, vierde lid, 2° wordt aangevuld met wat volgt :
"in geval van een coöperatieve vennootschap, moet worden verduidelijkt dat het een coöperatieve vennootschap met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid betreft;";
B) Paragraaf 5, tweede lid wordt aangevuld met wat volgt :
"in geval van een coöperatieve vennootschap, moet op het formulier of in de stukken worden verduidelijkt dat het een coöperatieve vennootschap met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid betreft;",
C) Paragraaf 6, tweede lid wordt aangevuld met wat volgt :
"in geval van een coöperatieve vennootschap, moet op het formulier of in de stukken worden verduidelijkt dat het een coöperatieve vennootschap met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid of een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid betreft;",
D) In § 7, eerste lid, worden de woorden "bedoeld in artikel 1, eerste lid," ingevoegd tussen de woorden "akten, uittreksels uit akten en stukken" en de woorden "neergelegd door de buitenlandse vennootschappen".
Art.4. In artikel 11, § 3, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) In het eerste lid, worden de woorden "het Bestuur der Postcheques" vervangen door de woorden "de Post (Postcheque)".
B) het tweede lid wordt door volgende tekst vervangen
"De kosten voor de openbaarmaking der stukken bedoeld in artikel 1, tweede lid, en kosten voor de bekendmaking van de mededeling van de neerlegging in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad, worden betaald :
1° hetzij met een cheque op naam van de Nationale Bank van België getrokken op haarzelf, of op een in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 56 van 10 november 1967 bedoelde kredietinstelling die de betaling ervan bij afzonderlijke akte waarborgt of hem certifieert, of geldig gemaakt door de Post (Postcheque). De cheque wordt aan de voornoemde stukken gehecht wanneer zij bij de Nationale Bank van België worden neergelegd;
2° hetzij in contanten, ingeval voornoemde stukken aan de loketten van de Nationale Bank van België worden aangeboden,
3° hetzij door welke andere wijze van girale betaling ook, met de voorafgaande toestemming van de Nationale Bank van België en volgens de regels die zij bepaalt.";
C) het derde lid wordt door volgende tekst vervangen :
"Wanneer verscheidene jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen tegelijkertijd worden toegezonden of aangeboden en de openbaarmakingskosten met cheques worden betaald, moet elke jaarrekening vergezeld zijn van een cheque opgesteld voor het bedrag van deze kosten en waarbij voldaan wordt aan de voorwaarden gesteld door het lid 2, 1°.".
Art.5. Niettemin mogen de ontvangstbewijzen van vooruitbetaling van de neerleggingskosten die door de Nationale Bank van België voor 1 januari 1996 werden uitgegeven, nog geldig worden gevoegd bij de jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen die voor 1 januari 1997 worden neergelegd. In voorkomend geval, en ingeval er tussen het opmaken van het ontvangstbewijs en het gebruik ervan voor de neerlegging van een jaarrekening of ,van een geconsolideerde jaarrekening bij de Nationale Bank van België, ten minste twee tariefverhogingen plaatsvonden, is een resterend bedrag verschuldigd ten belope van het verschil tussen de tarieven die op de twee data van toepassing waren. Wanneer verscheidene jaarrekeningen of geconsolideerde jaarrekeningen tegelijkertijd worden toegezonden of aangeboden, moet elke jaarrekening vergezeld zijn van een ontvangstbewijs voor het bedrag van de kosten die vereffend dienen te worden.
De ontvangstbewijzen van vooruitbetaling die voor 1 januari 1996 werden uitgegeven, zullen nog door de Nationale Bank van België terugbetaald kunnen worden op aanvraag van die welke de neerleggingskosten betaald heeft.
Art.6. Dit besluit is van toepassing op de neerleggingen van jaar- rekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen die bij de Nationale Bank van België gebeuren vanaf 1 januari 1996.
De artikelen 1, A), 3, A), B) en C), treden in werking op de dag waarop de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935, in werking treedt.
Art. 7. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 december 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK