Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 SEPTEMBER 1995. - Koninklijk besluit tot toekenning van een penitentiaire productiviteitstoelage aan sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen. (NOTA : Opgeheven voor de personeelsleden bedoeld in artikel 1 van het KB 2002-08-02/56; (KB 2002-08-02/56, art. 5; Inwerkingtreding : 01-06-2002)) (NOTA : opgeheven met verschillende datums van inwerkingtreding voor verschillende categorieën van personeel (KB 2003-04-04/47, art. 7; Inwerkingtreding : 01-06-2002, 01-10-2002 en 01-01-2003) (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 20-10-1995 en tekstbijwerking tot 23-04-2003)



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2001003562  2003009332 



Artikels:

Artikel 1. (zie NOTA'S onder OPSCHRIFT) Dit besluit is toepasselijk op de in vast verband benoemde ambtenaren en op de statutaire stagiairs in dienst in de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen.

Art.2. (zie NOTA'S onder OPSCHRIFT) Een penitentiaire productiviteitstoelage van (3,35 EUR) per dag dienstprestatie wordt toegekend aan de in artikel 1 van dit besluit genoemde ambtenaren. <KB 2001-12-04/43, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  De toelage wordt semesterieel vereffend.

Art.3. (zie NOTA'S onder OPSCHRIFT) Het bedrag van de toelage wordt verminderd met :
  - (37,19 EUR) per dag afwezigheid wegens ziekte of gebrekkigheid die niet gestaafd wordt door een medisch attest; <KB 2001-12-04/43, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  - (37,19 EUR) per dag onwettige afwezigheid in de zin van artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid; <KB 2001-12-04/43, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  - (37,19 EUR) per maand tijdens dewelke de ambtenaar afwezig was wegens ziekte of gebrekkigheid voor de duur van meer dan vijf werkdagen, al dan niet onderbroken. <KB 2001-12-04/43, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

Art.4. (zie NOTA'S onder OPSCHRIFT) § 1. De toelage wordt geschorst :
  a) voor de ambtenaar of de stagiair tegen wie een tuchtstraf, andere dan de terechtwijzing en de blaam, wordt uitgesproken; de termijn van de schorsing loopt vanaf de datum waarop de straf is uitgesproken tot de datum van uitwissing ervan;
  b) voor de ambtenaar aan wie niet de beoordelingsvermelding "zeer goed" of "goed" wordt toegekend; de termijn van de schorsing vangt aan vanaf de datum waarop een andere vermelding wordt toegekend tot de datum waarop hem ten minste de beoordeling "goed" wordt toegekend;
  c) voor de stagiair gedurende de maand waarop het ongunstig verslag betrekking heeft;
  d) voor de ambtenaar op wie het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende de schorsing van rijksambtenaren in het belang van de dienst toegepast wordt;
  e) voor de ambtenaar of de stagiair die uit zijn ambt verwijderd wordt overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 mei 1971 houdende bijzondere instructie van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen.
  In de gevallen vermeld onder d) en e) neemt de termijn van de schorsing van de toelage een aanvang vanaf de eerste van de maand binnen dewelke de maatregel wordt genomen.
  § 2. De toelage wordt geschorst voor de duur van het ganse lopend semester voor de ambtenaar die :
  a) weigert deel te nemen aan de vorming hem door het Bestuur opgelegd of hieraan zonder geldige reden geen gevolg geeft;
  b) viermaal gedurende ten minste twee werkdagen afwezig is wegens ziekte of gebrekkigheid.

Art.5. (zie NOTA'S onder OPSCHRIFT) Bij onvolledige prestaties wordt de toelage vermeld in artikel 2 naar rata van de geleverde dienstprestaties uitbetaald.

Art.6. (zie NOTA'S onder OPSCHRIFT) § 1. Behoudens de bepalingen van artikel 3 van dit besluit, verliest de ambtenaar het voordeel van de in artikel 2 vermelde toelage wanneer hij, hoewel in dienstactiviteit in de zin van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, om welke reden ook uit de dienst afwezig is behalve voor :
  a) opdrachten binnen het kader van het Bestuur Strafinrichtingen;
  b) vakbondsopdrachten.
  § 2. De ambtenaar verliest eveneens het voordeel van de in artikel 2 vermelde toelage in geval van :
  a) non-activiteit, disponibiliteit en definitieve ambtsneerlegging;
  b) deelneming aan een georganiseerde werkonderbreking in de zin van artikel 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid.

Art.7. (zie NOTA'S onder OPSCHRIFT) Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1994.

Art. 8. (zie NOTA'S onder OPSCHRIFT) Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 26 september 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  St. DE CLERCK