5 APRIL 1995. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 april 1993 betreffende de stage van gerechte lijke officieren en agenten bij de parketten.
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 22 april 1993 met betrekking tot de stage van gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten, worden de volgende leden voor het eerste lid ingevoegd :
"Tijdens de duur van de verschillende stagegedeelten, zoals bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 betreffende de werving van gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten, staan de stagedoende gerechtelijke agenten en officieren geplaatst onder het gezag van de officier-commissaris-generaal voor gerechtelijke opdrachten en onder de leiding van de directeur van de School voor Criminologie en Criminalistiek.
Tijdens de duur van de stage wordt de administratieve standplaats van de gerechtelijke officier of agent in overtal vastgesteld te Brussel."
Art.2. In artikel 4, 4° zijn de woorden "van aanwijzing" geschrapt.
Art.3. In artikel 6, derde lid, worden de woorden "stagemeester" vervangen door de woorden " de directeur van de School voor Criminologie en Criminalistiek ".
Art.4. Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
" Art. 8bis § 1. Na afloop van de stage worden de agenten, die de stage met vrucht hebben doorlopen, gerangschikt op basis van de volgende elementen :
1° de punten behaald aan het eind van het wervingsexamen;
2° de punten behaald aan het eind van het eerste gedeelte van de middelbare graad van de School voor Criminologie en Criminalistiek;
3° de punten behaald aan het eind van de basisopleiding georganiseerd door de School voor Criminologie en Criminalistiek.
Deze rangschikking wordt bekomen door de optelling van de behaalde punten, gebracht op 100 punten en respectievelijk meetellend voor 50%, 25% en 25%.
§ 2. Na afloop van de stage worden de officieren, die de stage met vrucht hebben doorlopen, gerangschikt op basis van de volgende elementen :
1° de punten behaald aan het eind van het eerste gedeelte van de hogere graad van de School voor Criminologie en Criminalistiek of, in voorkomend geval, van de hogere graad van deze School;
2° de punten behaald aan het eind van het overgangs- of wervingsexamen.
De rangschikking wordt bekomen door de optelling van de behaalde punten, gebracht op 100 punten en respectievelijk meetellend voor 50% en 50 %.
Art.5. Een artikel 8ter, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd:
" Art. 8 ter. Op het ogenblik van de definitieve benoeming wordt de administratieve standplaats van de gerechtelijke officier of agent vastgesteld volgens de rangschikking, in functie van de behoeften van de dienst en de voorkeur uitgesproken door betrokkene op basis van de lijst van de vacante betrekkingen nadat de administratieve standplaatsveranderingen werden uitgevoerd overeenkomstig de procedure voorzien bij artikel 7, achtste lid, van het koninklijk besluit van 2 september 1991 betreffende het Commissariaat-generaal van de gerechtelijke politie bij de parketten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 maart 1995. "
Art.6. Een artikel 8quater, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd:
" Art. 8quater. In afwijking van de artikelen 1, 8bis, § 1 en 8ter, wordt de administratieve standplaats van de agenten-laboratoriumoperateurs vastgesteld in hun brigade van bestemming op het ogenblik van hun indiensttreding, volgens de rangschikking van het wervingsexamen, in functie van de behoeften van de dienst en de voorkeur uitgesproken door betrokkene op basis van de lijst van de vacante betrekkingen nadat de administratieve standplaatsveranderingen werden uitgevoerd overeenkomstig de procedure voorzien bij artikel 7, achtste lid, van het koninklijk besluit van 2 september 1991 betreffende het Commissariaat-generaal van de gerechtelijke politie bij de parketten, gewijzigd bij de koninklijk besluit van 30 maart 1995. "
Art. 7. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Brussel, 5 april 1995.
M. WATHELET