Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 MAART 1995. - Koninklijk besluit tot indeling van sommige gas- en luchtwapens en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken [...]. <KB2006-12-29/30, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 09-01-2007> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-04-1995 en tekstbijwerking tot 02-08-2007).



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken.
Art. 5-6
HOOFDSTUK III. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 11 januari 1995 tot indeling van sommige alarmwapens bij de categorie verweerwapens.
Art. 7
HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en eindbepalingen.
Art. 8-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967031605  1991010178  1995009080 



Uitvoeringsbesluit(en):

1997000257 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. (Opgeheven) <KB 2006-12-29/30, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 09-01-2007>

Art.2. <Hersteld bij KB 2007-07-09/33, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 02-08-2007> De artikelen 5, 7 en 19, 2°, van de wapenwet zijn van toepassing op de niet-vuurwapens. De overdracht van deze wapens kan slechts geschieden na overlegging van de identiteitskaart of de reispas van de verkrijger.

Art.3. De korte namaak-wapens en de korte repeteer, semi-auto- matische of automatische wapens en de korte slingerwapens, die projectielen kunnen afschieten door middel van een ander aandrijvingsmechanisme dan de verbranding van kruit, worden (...) gerangschikt in de categorie van de (vergunningsplichtige wapens) wanneer de kinetische energie van het projectiel, gemeten op 2,5 meter afstand van het uiteinde van de loop, meer dan 7,5 Joule bedraagt. <KB 2006-12-29/30, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 09-01-2007>
  Blijven evenwel gerangschikt in de categorie van de (vrij verkrijgbare wapens), de korte wapens ontworpen voor het sportschieten en met de volgende eigenschappen : <KB 2006-12-29/30, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 09-01-2007>
  1° de lengte van de miklijn van het wapen bedraagt meer dan 300 mm;
  2° het totale gewicht van het wapen bedraagt meer dan 1 kg;
  3° het wapen is voorzien van een richtmechanisme dat ten minste uit een zijdelings en in hoogte regelbaar vizier bestaat;
  4° het kaliber van het wapen is 4,5 mm (.177);
  5° de lader of het magazijn van het wapen heeft een capaciteit van ten hoogste vijf schoten.

Art.4. <KB 2006-12-29/30, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 09-01-2007> De artikelen 5, 10 tot 13 en 17 tot 19 van de Wapenwet zijn van toepassing op de wapens bedoeld in artikel 3, 1ste lid.
  De artikelen 5 en 19 van de Wapenwet zijn van toepassing op de wapens bedoeld in artikel 3, 2de lid.
  De overdracht van al deze wapens kan slechts geschieden na overlegging van de identiteitskaart of de reispas van de verkrijger.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken.
Art.5. Een artikel 3bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens voor wapenrekken :
  "Artikel 3bis. De namaak-wapens die geen enkel projectiel kunnen afschieten en die niet zijn bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 januari 1995 tot indeling van bepaalde alarmwapens bij de categorie verweerwapens, worden eveneens ingedeeld bij de categorie wapens voor wapenrekken."

Art.6. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "arti- kelen 2 tot 8" vervangen door de woorden "artikel 14bis, 2° van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, gewijzigd door de wet van 30 januari 1991 en de artikelen 2 tot 8 en 25, § 1, eerste lid,".

HOOFDSTUK III. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 11 januari 1995 tot indeling van sommige alarmwapens bij de categorie verweerwapens.
Art.7. Een artikel 1bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in het koninklijk besluit van 11 januari 1995 tot indeling van sommige alarmwapens bij de categorie verweerwapens :
  "Artikel 1bis. Artikel 14bis, 2° van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, gewijzigd door de wet van 30 januari 1991 en de artikelen 2 tot 8 en 25, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 20 september 1991 tot uitvoering van dezelfde wet zijn toepasselijk op de door artikel 1, tweede lid bepaalde wapens voor wapenrekken."

HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en eindbepalingen.
Art.8. Dit besluit is niet van toepassing op het speelgoed dat ontworpen of kennelijk bestemd is om door kinderen beneden de leeftijd van veertien jaar bij het spelen gebruikt te worden.
  Het is evenmin toepasselijk op de katapulten bedoeld in artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 9 augustus 1980, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 maart 1983.

Art.9. Het koninklijk besluit van 16 maart 1967 tot rangschikking van bepaalde lucht- of gaswapens in de categorie van de verweerwapens, wordt opgeheven.

Art.10. Artikel 4, § 1, 2° en artikel 6 treden in werking de eerste dag van de zesde maand volgend op die gedurende welke dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 11. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken en Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 30 maart 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en van Economische Zaken,
  M. WATHELET
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken,
  J. VANDE LANOTTE