29 SEPTEMBER 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 1994 betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, " TELE-KWINTO " genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 8 van het Koninklijk besluit van 28 april 1994 betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, " TELE-KWINTO " genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 8. § 1. De in artikel 3, § 2, bedoelde loten zijn betaalbaar aan toonder, vanaf de aankoop van de biljetten, tegen afgifte van de winnende biljetten op de zetel van de Nationale Loterij of bij de verkopers, tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de datum waarop de verkoop wordt afgesloten.
De verkopers betalen slechts de loten, bedoeld in artikel 3, § 2, tegen afgifte van de winnende biljetten tot een door de Nationale Loterij vastgesteld bedrag.
In afwijking van het eerste lid :
1° is voor de biljetten waarop het manueel systeem van toepassing is, de termijn voor uitbetaling door de verkopers vastgesteld op één maand te rekenen vanaf de dag waarop de verkoop wordt afgesloten;
2° zijn de in artikel 3, § 2, bedoelde loten van 50 000 frank uitsluitend betaalbaar aan de persoon wiens personalia vermeld staan op de keerzijde van het betrokken winnend biljet.
Binnen een termijn die identiek is aan die bedoeld in het eerste lid, kan de afgifte eveneens geschieden per brief met aangegeven waarde, op eigen verantwoordelijkheid van de afzender die zijn naam, voornaam en adres leesbaar dient te vermelden op de keerzijde van de winnende biljetten en die de Nationale Loterij moet inlichten omtrent de gewenste betalingswijze.
§ 2. De klachten met betrekking tot de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van nietigheid, ingediend worden binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de dag waarop de verkoop wordt afgesloten. Ze moeten bij aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of bij de Nationale Loterij worden afgegeven tegen ontvangstbewijs.
Bij elke klacht moet het betrokken biljet gevoegd zijn. Op de achterzijde moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.
§ 3. De in artikel 3, § 2, bedoelde loten die niet binnen de in § 1, eerste lid, bepaalde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
De eigenaar van een biljet die één van de in artikel 3, § 2, bedoelde loten van 50 000 frank wint en zijn lot niet heeft opgeëist binnen de in § 1, eerste lid, voorgeschreven termijn, verliest eveneens het recht om deel te nemen aan de in artikel 3, § 3, bedoelde loting. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 september 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel,
Ph. MAYSTADT