7 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk (besluit van 17 mei 1979) betreffende het dekken van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. (Err. B.St. 25-05-1995, p. 14795)
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 17 mei 1979 betreffende het dekken van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, vervangen bij koninklijk besluit van 31 januari 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1 worden de woorden ", andere dan instellingen voor belegging in schuldvorderingen," ingevoegd tussen de woorden "De Belgische beleggingsinstellingen" en "die zijn ingeschreven";
2° in § 2, eerste lid, worden de woorden "de instellingen voor belegging in schuldvorderingen en" ingevoegd tussen de woorden "met uitzondering van" en "de beleggingsinstellingen";
3° (het word aangevuld met) de §§ 4, 5 en 6, luidend als volgt : (Err. 07-04-1995; B.St. 25-05-1995, p. 14795)
"§ 4. De instellingen voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht betalen aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen een eenmalige vergoeding van 0,05 frank per mille van de totaalwaarde van het beheerd vermogen met een minimum van 200 000 en een maximum van 500 000 frank voor het onderzoek van het inschrijvingsdossier bedoeld in artikel 120, § 1 van de wet van 4 december 1990.De instellingen voor belegging in schuldvorderingen naar buitenlands recht betalen aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen een eenmalige vergoeding van 0,05 frank per mille van de totaalwaarde van het beheerd vermogen, en dit met een minimum van 200 000 en een maximum van 500 000 frank voor het onderzoek van het inschrijvingsdossier bedoeld in artikel 137 van de wet van 4 december 1990.
Deze vergoeding wordt vereffend binnen de maand na de inschrijving.
§ 5. De instellingen voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht betalen aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen een vergoeding van 150 000 frank voor het onderzoek van het prospectus bedoeld in artikel 39 van het koninklijk besluit van 29 november 1993 op de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. Wanneer ingevolge de gelijktijdige uitgifte van verschillende categorieën van effecten door eenzelfde instelling voor belegging in schuldvorderingen verscheidene prospectussen worden openbaargemaakt, wordt de vergoeding slechts één keer geïnd.
Deze vergoeding wordt vereffend binnen de maand na de goedkeuring van het prospectus.
§ 6. De Belgische en buitenlandse instellingen voor belegging in schuldvorderingen die op 1 januari zijn ingeschreven overeenkomstig de voornoemde artikelen 120, § 1 en 137 betalen elk jaar vóór 31 maart aan de Commissie voor het Bank- en Financiewezen een vergoeding van 0,02 frank per mille van het brutobedrag der tijdens het voorgaande jaar in België geplaatste effecten."
Art.2. In artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 31 januari 1994, worden de woorden ", andere dan instellingen voor belegging in schuldvorderingen," ingevoegd tussen de woorden "De Belgische en buitenlandse beleggingsinstellingen" en "ingeschreven".
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
Ph. MAYSTADT